Voor reizigers die thuis moeten blijven is de wereld een wonder waarover je kunt mijmeren - maar helaas wel van een afstandje. Voor een van de doelstellingen van duurzaam reizen - lokaal eten om de impact op de omgeving te beperken - is echter niet meer nodig dan een blokje om.
Urban foraging, oftewel voedsel zoeken in de stad, houdt in dat je goed kijkt naar en contact hebt met de levende wereld om je heen. Je richt je op een bloem of bes, leert de naam en eigenschappen kennen, komt te weten hoe die smaakt, wanneer en waar die groeit, hoe je ermee kunt koken of hoe je die kunt verwerken.
Je ziet steeds vaker in het wild geplukt voedsel. In de betere restaurants gebruiken koks tegenwoordig niet alleen ingrediënten die afkomstig zijn van lokale producenten, maar soms ook producten die uit het gebied rondom het restaurant komen. En er is vraag naar: volgens een enquête van Morning Consult en National Geographic zegt bijvoorbeeld een derde van de Amerikanen - vooral in de leeftijd tussen 18 en 34 - dat ze vaker maaltijden zonder vlees bereiden vanwege de hogere prijzen en de beperkte keuze aan vleesin de supermarkt.
Reizigers hebben zich intussen ook op wildplukken gestort als een nieuwe manier om een bestemming te leren kennen, en zoektochten onder leiding van een gids worden steeds populairder.
Met No Taste Like Home, een bedrijf dat al 25 jaar ecotours voor het verzamelen van voedsel verzorgt in het in de Appalachen gelegen stadje Asheville in North Carolina, kunnen ‘moderne jager-verzamelaars’ op stap onder leiding van een gids. Achteraf kun je in een lokaal restaurant genieten van je gevonden buit.
Basiskennis voor wildplukkers
Nu wetenschappers schatten dat we in 2050 nog eens twee miljard mensen extra moeten voeden, is de vraag welk dieet het beste is des te urgenter. Onze voedselkeuze in de komende tientallen jaren heeft grote consequenties voor de planeet.
We zouden op zoek kunnen gaan naar allerlei futuristische oplossingen, maar in plaats daarvan kunnen we ook naar het verleden kijken. Voordat er sprake was van landbouw, gingen onze voorouders in het wild op zoek naar voedsel en middelen om hun aandoeningen te genezen. Er is dan ook steeds meer belangstelling van onderzoekers om zo veel mogelijk te weten te komen over culturen die hun voedsel uit het wild halen, zoals de Tsimane in het Amazonegebied en de Hadza in Tanzania, voordat deze manier van leven verdwijnt.
Ik ben inmiddels al tien jaar bezig als wildplukker en ik kan je vertellen dat de opbrengst zeker de moeite waard is. In mijn kast staan op dit moment sloe gin (een vruchtenlikeur van sleedoornbessen), eikelschnapps, vlierbessenbrandewijn, brandnetelpesto, rozenbottelijs, bramenjam, gedroogde wilde paddenstoelen en bier van wilde hop - allemaal zelfgemaakt van ingrediënten die ik plukte langs de straten, in de parken en langs de waterkant in Londen.
De buit die Amerikaanse voedselverzamelaars kunnen vinden is al even groot - moerbeien in Pennsylvania, mispels en kumquats in Californië, appels, peren en pruimen in Wisconsin. Wildplukken kun je zowel als extraatje doen of extreem doorvoeren. Zo at de uit Florida afkomstige milieuactivist Rob Greenfield een jaar lang alleen producten die hij plukte of zelf teelde, van grapefruits van een boom in de buurt tot witte rammenas die hij in zijn eigen tuin kweekte.
Ik heb niet mijn hele leven mijn dagen doorgebracht met het snuffelen in struiken, tussen het hoge gras, in stegen en bosjes op zoek naar wilde ingrediënten voor met Michelinsterren bekroonde restaurants, markten, brouwerijen en supermarkten in Londen. Ik heb lange tijd gewerkt als diepzeevisser in mijn geboorteplaats Tenby in het zuidwesten van Wales. Maar na jarenlang midden in de nacht te zijn opgestaan om de donkere, koude Ierse Zee op te gaan, besloot ik dat het tijd was voor iets anders. Terug op het land volgde ik een opleiding tot boomchirurg, wat ik drie jaar heb gedaan. Zo maakte ik kennis met alles wat wild en eetbaar was.
Ik vind dat iedereen de voordelen van wildplukken zou moeten leren kennen, vooral nu paniekkopers vaak de lokale supermarktvakken leegkopen en de coronamaatregelen de mogelijkheden tot reizen beperken. Op zoek gaan naar voedsel brengt ons in contact met de natuur, op een manier die goed is voor lichaam en geest in een tijd van stress en bezorgdheid. Dit is het moment om je natuurlijke omgeving beter te leren kennen, nu er minder auto's op de weg zijn, minder mensen haast hebben en er minder herrie is.
Het plezier van simpele activiteiten
Als je op zoek gaat naar voedsel ontdek je nieuwe geuren, smaken, kleuren, texturen en patronen, en het levert een tevreden gevoel op. Iedereen kan het doen, het kan bijna overal en het kost niks. Terwijl je door de straten dwaalt, zie je nieuwe dingen in het kleine gebiedje waarin je leven zich afspeelt. Dingen waar je eerst langsliep zonder er acht op te slaan vallen je op. Je ziet ze in een ander licht en ontdekt hele gebieden en gemeenschappen waarvan je het bestaan nog niet kende voordat deze nieuwe gewoonte van zwerven met een doel je in zijn greep kreeg.
Ik beleef eindeloos plezier aan deze simpele activiteit en heb ontdekt dat je het onwillekeurig gaat doen en dat het verslavend is als je er eenmaal mee begint. Er is zoveel te leren, en het is allemaal verrassend en interessant. Neem bijvoorbeeld duizendblad, een plant die de Griekse held Achilles zou hebben gebruikt om de wonden van zijn soldaten te behandelen tijdens de slag om Troje. Of heemst (mallow in het Engels), een plant waarmee een Franse banketbakker in de negentiende eeuw de wereldberoemde lekkernij maakte die je in het vuur kan laten smelten. Of een walnotenboom, die de noot met de harde schil voortbrengt waar mensen in de winkel veel geld voor betalen (en die daar waarschijnlijk uit het buitenland komen). En die hangt gewoon boven je hoofd.
Als je besluit er zonder gids op uit te trekken, check je vondsten dan met behulp van verschillende bronnen en eet ze alleen als je honderd procent zeker bent van wat het is. Food for Free van Richard Mabey is bijvoorbeeld een handige (Engelstalige) handleiding.
Waarom wildplukken?
Deze planten zitten allemaal vol voedingsstoffen, vitaminen en mineralen. Ze zijn beter dan bijna alles dat je in de winkel vindt, en bevatten geen pesticiden. Ze hebben ook een medicinale werking. Met een paar blaadjes toorts - een grote plant met harige bladeren die eruit ziet als uit zijn krachten gegroeide salie - kun je thee zetten die goed is tegen keelpijn. De blauwgroene naalden van de weymouthden kun je laten trekken in warm water met honing om een hoestsiroop te maken voor vastzittend slijm.
Wonderplanten als deze vind je overal in steden en dorpen, ze groeien door de scheuren in het asfalt, kruipen tegen een hek in het park op, hangen over de toegangspoort van een begraafplaats of staan langs de waterkant. Als je er eenmaal op let, zie je ze ineens overal.
Ik ben van mening dat we al jong kennis zouden moeten maken met wildplukken en kennis over planten. Door in hun jeugd dingen te leren over alle verschillende plantensoorten, -geslachten en -families raken kinderen geïnteresseerd in de natuur en krijgen ze er een band mee. Deze kinderen worden uiteindelijk de architecten, bankiers en politici die onze steden en leefomgeving in de toekomst zullen vormgeven.
Mijn grootste angst is dat, als de coronacrisis eenmaal achter de rug is, alles weer “normaal” wordt, ondanks het feit dat normaal helemaal niet bleek te werken omdat onze planeet en het leven daarop ondergeschikt was aan economische en technologische prioriteiten. Misschien nemen we nu, nu we ons zo bewust zijn van de beperkte toegang die we hebben tot ‘buiten’, de tijd om na te denken over onze zo belangrijke relatie met de natuur.
Waar je ook bent, op zoek gaan naar voedsel is een goede start.
Wross Lawrence is een professionele wildplukker en kok. Onlangs kwam zijn eerste boek uit: The Urban Forager: Find and Cook Wild Food in the City. Volg hem op Instagram en Twitter.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com