Dit artikel ontstond in samenwerking met de National Geographic Society.
Samenkomende stromingen in het oppervlaktewater van de wereldzeeën behoren tot de plekken op aarde waar zich het meeste zeeleven concentreert. In dit soort zeegebieden wemelt het van het plankton – en waar veel plankton voorkomt, zijn hongerige vissen nooit ver weg.
Maar in deze gebieden vinden wetenschappers ook een nieuwe en inmiddels alomtegenwoordige aanwezigheid: plastic.
“Ik vind het nogal schokkend om te zien hoeveel plastic er in relatief kleine watermonsters zit,” zegt fotograaf en National Geographic-onderzoeker David Liittschwager. Vorig jaar juli vergezelde Liittschwager wetenschappers die watermonsters voor de kust van Hawaï namen, op plekken waar zeestromingen samenkomen en zich dichte films van plankton vormen. Met behulp van netten schepten ze vierhonderd kubieke meter oppervlaktewater in eenvoudige emmers van elk twintig liter en namen ze mee terug naar hun laboratorium op het Big Island van Hawaï.
Naast het fotograferen van watermonsters uit Hawaï heeft Liittschwager ook zeewater in een laboratorium in het Engelse Plymouth bestudeerd. Dat oppervlaktewater was in de buurt verzameld, met behulp van emmers die achter grote schepen aan werden gesleept.
Liittschwager goot het water in platte, brede schalen om de inhoud ervan van dichtbij te kunnen fotograferen. Zijn foto’s onthullen een wereld waarin plankton en plasticdeeltjes door elkaar wervelen. Minuscule vislarven zwemmen naast kleurrijke stukjes plastic en vislijn. Op sommige foto’s is de wirwar van plankton en plastic zó dicht dat het lastig is om onderscheid te maken tussen levende en dode materie.
De beelden doen denken aan kleurrijke en abstracte ‘zeekunst’, maar de watermonsters laten ook zien hoe sluipend en wijdverbreid de bedreiging van microplastic in de wereldzeeën is. Tot ‘microplastic’ worden alle plasticdeeltjes gerekend die een doorsnede van vijf millimeter of minder hebben. Het plastic komt vanaf land in rivieren terecht en wordt dan naar de oceanen afgevoerd, waar het zelfs de diepste oceaantroggen bereikt. Deze vorm van vervuiling is het gevolg van plastic afval dat onder invloed van verwering en UV-straling langzaam wordt afgebroken tot vrijwel onzichtbare plasticdeeltjes.
Wetenschappers proberen nu vast te stellen welke invloed microplastic op mensen en het zeeleven kan hebben. In 2017 bleek uit onderzoek dat ansjovissen de plasticdeeltjes vaak voor voedsel aanzien, waarbij ze mogelijk worden aangelokt door de geur van algen die zich op het plastic hebben gevormd. Wanneer deze visjes hogerop in de voedselketen door grotere vissen worden opgegeten, denken wetenschappers dat het plastic uiteindelijk ook op ons bord terecht zal komen. Uit een studie die afgelopen oktober verscheen, bleek dat microplastic inmiddels in negentig procent van de tafelzouten in de wereld aanwezig is.
“Plastic is een verbazingwekkend materiaal,” zegt Liittschwager. “Maar het idee dat we dingen voor eenmalig gebruik maken, is belachelijk.”
Hij is geschokt door beelden die in de afgelopen twintig zijn gemaakt van allerlei natuurwonderen die door plastic worden ontsierd. In 1994 zag hij een met plastic bezaaid strand in Hawaï, waar sommige delen van de kust fungeerden als vergaarbakken voor de plasticsoep in de Noordelijke Grote Oceaan ronddrijft. Tien jaar later bezocht hij samen met wetenschappers een afgelegen Hawaïaans eiland om te onderzoeken waarom albatroskuikens daar zo snel stierven. Uit de autopsie van de kuikens bleek dat hun magen vol zaten met voorwerpen als plastic flessendoppen en ander plasticafval.
Liittschwager omschrijft zijn missie als het simpelweg vastleggen van de werkelijkheid.
“Ik zou willen dat mensen echt zien wat er aan de hand is,” zegt hij.
Het fotoproject van David Liittschwager werd ondersteund met een beurs van de National Geographic Society.
Lees verder op natgeo.nl/stopmetplastic
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com