De eerste bekende fossielen van babytyrannosauriërs wijzen uit dat een van de grootste roofdieren die ooit op aarde rondliepen bij de geboorte niet groter was dan een chihuahua, maar dan met een hele lange staart.
De fossielen, een voetklauw en onderkaak, zijn afkomstig van tyrannosauriërs die zich nog in het embryonale stadium bevonden. De zich ontwikkelende dinosauriërs lagen toen opgerold in hun ei. De fossielen zijn op verschillende locaties in Noord-Amerika gevonden. Beide dateren van ongeveer 71 tot 75 miljoen jaar geleden, toen tyrannosauriërs net de toppredatoren in die contreien waren geworden.
De piepkleine klauw is in 2018 ontdekt op een site in de Horseshoe Canyon Formation in First Nation-gebied in Alberta. De kaak is in 1983 ook op land van de inheemse bevolking gevonden, namelijk de Two Medicine Formation in Montana. Afgelopen week zijn ze door paleontoloog Gregory Funston van de Universiteit van Edinburgh beschreven tijdens de virtueel gehouden jaarvergadering van de Society of Vertebrate Paleontology.
Bij de ontdekking was niet meteen duidelijk hoe belangrijk deze botten zijn. Toen Funston als promovendus in Alberta de identiteit van de teenklauw onderzocht, liet zijn begeleider Philip Currie hem het stukje kaak zien. Dit zat opgesloten in steen en was te delicaat om eruit te worden gehaald. ‘Ik was er niet van overtuigd dat het van een tyrannosaurus was,’ zegt Funston. Na een 3D-scan en een reconstructie om alle details van de kaak weer te geven, veranderde Funston echter van gedachten.
Paleontoloog Evan Johnson-Ransom van Oklahoma State University was niet bij het onderzoek betrokken, maar is het ermee eens dat de botten ‘meetbaar en zichtbaar’ verschillen van die van andere dinosauriërs. Met name de kaak lijkt sterk op die van bekende tyrannosauriërs.
Funston: ‘We wisten toen dat we de kans kregen om veel over babytyrannosauriërs te weten te komen. Die waren tot dan toe een compleet mysterie.’ De meeste geregistreerde fossielen van tyrannosauriërs zijn van volwassen of oudere juveniele dieren. Paleontologen hebben weliswaar op basis van speculaties reconstructies van tyrannosaurusbaby’s gemaakt, maar niemand wist precies hoe ze eruit zagen. Dankzij de klauw en kaak konden de deskundigen hun aannames eindelijk naast de fossiele gegevens leggen.
Een kleine tyrannosaurus
De nieuwe fossielen wezen uit dat tyrannosaurusbaby’s zeer klein waren vergeleken met volwassen dieren. Ze waren ongeveer een tiende van de volgroeide tyrannosauriërs. Ter vergelijking: de lengte van een jonge Afrikaanse olifant is ongeveer een vierde van die van volwassen dieren. De kaak is afkomstig van een tyrannosaurus van ongeveer 75 centimeter. De teenklauw behoorde toe aan een dier dat iets meer dan negentig centimeter lang was.
Hoewel een baby van negentig centimeter voor ons misschien vrij groot lijkt, moeten de pas uitgekomen dinosauriërs wel heel erg klein zijn geweest naast volwassen dieren van negen meter lang en bijna drie ton zwaar. In de kaak zitten piepkleine melktanden (door deskundigen ‘null generation teeth’ genoemd). Deze tandjes worden al snel vervangen door een volledig functionerende set snijtanden als de dieren groeien.
Met hun kleine, messcherpe tanden en smalle kaken konden pas uitgekomen tyrannosauriërs waarschijnlijk insecten en hagedissen eten. Naarmate de dinosauriërs groeiden, veranderden de prooidieren. Uit monsters van bijvoorbeeld de T. rex blijkt dat deze carnivoren zich op elfjarige leeftijd tegoed deden aan kleine dinosauriërs. Op hun 22ste konden ze de botten van grote herbivoren en zelfs andere tyrannosauriërs verbrijzelen.
‘Uit de embryonale tyrannosauriërs kunnen we niet alleen opmaken hoe groot een baby was, maar ook hoe groot tyrannosauruseieren waren,’ aldus Johnson-Ransom. Hoewel niemand tot op heden tyrannosauruseieren of pas uitgekomen dieren heeft geïdentificeerd, komt de grootte van de nieuw ontdekte embryonale dinosaurussen wel overeen met grote, langwerpige eieren die paleontologen eerder hebben gevonden. Op basis van de grootte van de embryo’s denken onderzoekers dat tyrannosauriërs opgekruld in de eieren lagen die ongeveer 43 centimeter lang waren.
Zoeken naar kleine fossielen
De nieuwe fossielen geven onderzoekers enkele aanwijzingen voor hun zoektocht naar meer embryonale en pas uitgekomen tyrannosauriërs. Het was voor onderzoekers altijd een raadsel waarom er nog geen jonge tyrannosauriërs waren gevonden. Nestelden T. rex-moeders op verschillende plekken of werden bewijzen van hun nakomelingen door iets anders aan het oog onttrokken? Eieren en baby’s van andere soorten, zoals eendensnaveldinosauriërs, werden wel door paleontologen ontdekt.
Het lijkt er nu op dat de tyrannosauriërs zich in het zicht verborgen. Zowel de klauw als de kaak werden gevonden op plekken waar de eieren en botten van andere soorten waren ontdekt.
‘Gezien het feit dat we beide embryonale botten hebben gevonden op plaatsen waar we embryonale botten van andere soorten dinosauriërs hebben gevonden, valt hier goed uit op te maken dat tyrannosauriërs in dezelfde gebieden nestelden als andere soorten,’ zegt Funston.
Paleontologen verzamelen op een dag vaak meer monsters dan ze op dat moment uitgebreid kunnen bestuderen. Mogelijk liggen er dus meer fossielen van babytyrannosauriërs verborgen in museumcollecties. Funston hoopt dat deze nieuwe botten ertoe bijdragen dat de zoektocht naar andere fossielen kan worden verfijnd. Hij wil met zijn team op bekende sites naar meer materiaal gaan speuren.
“We hebben deze plekken nog maar oppervlakkig bestudeerd,’ voegt hij eraan toe, ‘en we vinden elk jaar meer.’
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com