Een landschap roept niet meteen dezelfde geconcentreerde aandacht op als bijvoorbeeld reclameborden, stoplichten of mensen met felgekleurde kleren en diepe gedachten. Een landschap is weliswaar niet statisch, maar het beweegt zich niet zo haastig door ons blikveld als andere objecten in onze wereld. Zelfs een stadslandschap met zijn immer op en neer gaande skyline is in films en op foto’s vaak niet meer dan een decor. Maar als je er even bij stilstaat en je erop concentreert, zoals echte landschapsschilders doen, vind je diepte in de wereld om ons heen en verhalen in het gebladerte, de bodem en zelfs in afval.
Landschapsschilders zien de wereld anders dan de meeste reizigers. Hun blik is geoefend in het ontwaren van de horizon, het lezen van het licht en het waarnemen van subtiele veranderingen in het weer.
Het maakt deel uit van je beroep, legt kunstschilder Timothy Wilson uit. In de afgelopen twee jaar werkte hij aan een serie doeken die is geïnspireerd op de landschappen van de Maine Coast Heritage Trust. Hij heeft zo’n vijftien verschillende natuurgebieden van dit stelsel van reservaten aan de kust van Maine bezocht, waar hij op hoge klippen en eilandjes en in moerassen en venen aan het schilderen ging – soms zelfs vanuit een zitje in een kajak.
Hij ervaart deze gebieden als iedere andere reiziger, met een open oog voor de pracht van het ruige landschap. Maar in plaats van een fotootje voor Instagram te nemen, blijft Wilson langere tijd op één plek en stelt er zijn schildersezel op. “Het weerhoudt mij ervan om op mijn smartphone te kijken,” zegt hij. “In plaats van de hele tijd mijn telefoon te checken, kijk ik naar het landschap. Ik ga erin op. Dat voelt heerlijk.”
Je hoeft geen kunstenaar te zijn om de natuur te bewonderen. Iedereen kan even pauzeren en rustig genieten van een zonsondergang. Maar als je als landschapsschilder denkt en kijkt, kun je nog beter worden in het ontwaren van de wereld om je heen. Neem de eerstvolgende keer dat je op pad gaat vooral een schetsboek mee (of misschien alleen een smartphone) om dingen vast te leggen en te componeren. Als je het toelaat, kan elk uitstapje een kunstreis worden.
Vaste grond
Om een landschap te doorgronden, of het nu een woestijn of een moeras is, is het zoeken van een goed gezichtspunt het eerste wat je zou moeten doen. “Als ik aan het werk ben, draag ik mijn eigen gewicht en dat van mijn uitrusting met me mee,” legt Wilson uit. “Hoewel ik het vloeiende van de wereld om me heen fascinerend vind, hou ik er niet van om door zanderig gebied te moeten sjouwen om mijn schildersplek te bereiken. Ik hou van vaste grond onder m’n voeten.”
In plaats van te worstelen op modder of glibberig zeewier, plaatst Wilson zijn ezel op een stevige heuvel, een plat en droog stuk rots of een plek waar het zeewier een stabiele mat heeft gevormd. “Om de natuur goed te observeren moet je een goed standpunt vinden vanwaaruit je dat kunt doen.”
Dat geldt evenzeer voor recreatieve fotografen. Het kost wat tijd om een goede foto te componeren, zelfs eentje die je op Instagram zet. Het is dus de moeite waard om een plekje buiten de begaande paden te vinden en de wereld om je heen eens rustig te beschouwen.
Wilson schildert vaak aan zee, waardoor zijn werken doorgaans een sterk horizontale lijn vertonen. De in New York wonende landschapsschilderes April Gornik gaat wat anders te werk, maar ook zij richt zich op het creëren van sterke, stemmige beelden die een gevoel van tijdloosheid (en soms zelfs iets spookachtigs) uitstralen. Vaak neemt ze een stuk natuur eerst in zich op, waarna ze het landschap in haar atelier uitwerkt. “Als je op reis bent, maak je jezelf doelbewust tot een ontheemde,” zegt zij. “Dus moet je jezelf weer thuisbrengen. Dat is wel zo gezond.”
Terwijl Wilson letterlijk een goed uitgangspunt zoekt, moedigt Gornik reizigers aan om een gevoel van gemak en comfort op te zoeken binnen een situatie van ongemak. “Het landschap is de ander, de ultieme ander,” zegt zij. “Bij kunst draait het om de sprong die je neemt, het vertrouwd raken met en vinden van jezelf.”
De meeste reizigers die een plek bezoeken, hopen op een heldere, zonnige dag, maar stormachtig weer heeft zo zijn positieve kanten. Bewolkte luchten creëren een ander soort licht, dat zowel landschapsschilders als portretfotografen kan verrukken. In het werk van de Florida Highwaymen, een groep zwarte kunstschilders die halverwege de vorige eeuw actief was, doken landschappen op die vaak wat somber en duister waren.
Ze deden aan ‘snelschilderen’ en verkochten hun doeken langs de grote snelwegen van het land, vanuit de achterbak van hun pick-ups. In hun werk zijn vaak stormachtige luchten, in de wind buigende palmen, donderende brandingen en enigszins griezelige rivieren in het achterland te zien. De Highwaymen waren weliswaar geen ‘storm chasers’, maar in hun doeken werd Florida wel als een stemmige en turbulente wereld afgeschilderd, een wereld van hitte, water en leven.
Het levert heel veel op als je naar boven kijkt en de luchten en wolken bestudeert, zegt Wilson. “Schilderen is wetenschap. De lucht verandert wat je ziet. Dingen die dichterbij zijn, zien er warmer uit door de manier waarop ze lichtdeeltjes weerkaatsen. Als het gaat stormen, wordt alles vloeibaar.”
Ook Kim Do, een landschapsschilder die in de vallei van de Hudson in de staat New York woont (maar in de hele wereld heeft gewerkt), is “dol op het schilderen van het weer”. Volgens hem “leven wij mensen op de bodem van een oceaan van lucht. We zijn de kreeften van onze atmosfeer. We kijken omhoog en zien het weer.” Het schilderen van de lucht geeft Do het gevoel in contact te staan met de landschapschilders die hem voorgingen, onder wie de Britse schilder John Constable, die beroemd is om zijn stemmige observaties van wolkenluchten.
Kleur en schoonheid
Noa Charuvi verdeelt haar tijd tussen Jeruzalem en New York, twee stadslandschappen met een rijke geschiedenis en een gebrek aan groenruimten. Maar in haar landschappen weet ze de energie van haar woonplaatsen en de majestueuze schoonheid van de gebouwen vast te leggen. Op haar dagelijkse wandelingen door Brooklyn komt ze geregeld langs bouwplaatsen, waar ze dan blijft kijken en foto’s maakt. “Ik word vaak aangetrokken tot een tafereel, omdat ik er een verrassend potentieel voor schoonheid in ontdek,” zegt zij. “Op bouwplaatsen word ik gefascineerd door bepaalde kleuren.”
Charuvi benadrukt dat zelfs een half afgebouwde wolkenkrabber of een sloopterrein een regenboog aan inspiratie kan opleveren: het felle geel van de afzettingslinten, oranje emmers waarin cement wordt gemixt, rode bakstenen en goudglanzend, onbehandeld hout. “De verpakkingsmaterialen voor vensters en isolatie hebben vaak pastelkleuren in roze of blauw,” zegt zij. “Het begint allemaal met kleur.”
Het ontdekken van een bepaald kleurpalet betekent dat Charuvi in elk tafereel iets van haar gading vindt, hoe alledaags ook. Ook houdt ze ervan om zoiets als ‘geschiedenis in actie’ te zien. Steden zijn voortdurend aan verandering onderhevig. Oude gebouwen worden afgebroken en nieuwe verrijzen. Volgens haar stelt de landschapsschilderkunst haar in staat om “betekenis in het onafzienbare” om ons heen te vinden. “We voelen daardoor verbondenheid,” zegt zij.
Het is iets waar we allemaal aan kunnen denken als we de wereld om ons heen verkennen. Er ligt schoonheid verborgen in het alledaagse, in verval, in het drukke straatleven en in de sporen van het menselijk bestaan. Je hoeft geen perfecte foto van de Eiffeltoren te maken als je in Parijs bent – het is misschien interessanter om de forenzen in de Métro of duiven op de mansardedaken van de Lichtstad vast te leggen.
Blijf wat langer
Misschien de beste tip die reizigers van kunstschilders kunnen krijgen, is deze: het in je opnemen en begrijpen van je omgeving kost wat tijd. Dus om iets kunstzinnigs te produceren of een plek echt te leren waarderen, moet je het rustig aandoen en observeren, rondhangen en je verbeeldingskracht aan het werk te zetten. Zelfs een prachtfoto is nooit het resultaat van een mooi tafereel of landschap. Je moet jezelf de tijd gunnen om, in de woorden van Wilson, “de ‘feng shui’ van een plek te ontdekken.”
“Op één plek blijven en observeren is wat we onszelf aanleren,” legt Do uit. “Ik was eens op Barbados aan het schilderen en er kwam daar ongeveer elk uur een bus vol toeristen langs. Dan stapten de mensen uit, namen één foto en gingen weer verder.”
Hij bracht de hele dag op die ene plek door, waar hij de toeristen zag komen en gaan. Misschien heeft iemand van hen een leuke foto gemaakt, maar hun uitstapje was niet bedoeld voor het soort beschouwing waarmee kunstenaars een landschap proberen te vatten. Alle kunstschilders met wie ik heb gesproken, benadrukken hoe belangrijk het is om de wereld om je heen toe te laten. Je moet die wereld absorberen, omarmen en erdoor omarmd worden.
“Door landschappen te schilderen ontwikkel je een zeker bewustzijn voor je omgeving,” zegt Do. “We dompelen onszelf onder in onze omgeving. We worden erdoor gekoesterd en omringd. Als je dat voelt, is het bijna alsof je je in de baarmoeder van de planeet bevindt.” Do’s schilderijen zijn zeer gedetailleerd en expressief. Wie een van zijn Oculus-landschappen bekijkt, voelt zich ondergedompeld. Dat is volgens hem waar het allemaal om draait. Het is de reden dat we reizen en kunst maken. Het is dat gevoel van diepe en intense verbondenheid.
Het kan heel plotseling gebeuren, maar het gebeurt niet snel.
Journaliste Katy Kelleher woont in Maine. Haar artikelen verschijnen ook in The Paris Review en Longreads. Volg haar op Instagram of Twitter.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com