De Out of Eden Walk is een journalistieke odyssee van schrijver en National Geographic-fellow Paul Salopek waarmee hij in de voetsporen van de vroegste mens treedt. Dit is zijn laatste verslag vanuit Myanmar.

Wanneer begonnen mensen voor het eerst het oudste canvas te beschilderen: hun lichaam?

Dat is onmogelijk om zeker te weten. Het oerbewijs – de huiden van mensen uit de Steentijd – zijn allang tot stof vergaan. Maar er zijn sporen achtergebleven. In een grot in Zuid-Afrika is een honderdduizend jaar oude schelp van een zeeoor gevonden met daarin, klaar voor gebruik, een tot poeder vermalen rossig mineraal dat oker wordt genoemd. Andere archeologische vondsten duiden erop dat cosmetische kleurstoffen al een kwart miljoen jaar geleden door onze pre-menselijke voorouders werden gebruikt. IJdelheid is dus werkelijk van alle tijden.

In het huidige Myanmar of Birma is de oeroude menselijke aanvechting om jezelf mooier te maken overal uitbundig zichtbaar. Vrouwen, mannen en kinderen van alle achtergronden hebben thanaka op, een bleekgele pasta die is gemaakt van tot poeder vermalen boomschors. De balsem wordt in kunstige gezichtsbeschilderingen aangebracht of achteloos opgesmeerd.

In tegenstelling tot moderne industriële cosmetica is thanaka niet bedoeld om subtiel over te komen, vlekjes weg te werken of gelaatstrekken te verfraaien. Het is een stralend symbool van gezondheid en schoonheid. In het volle daglicht blaakt het op miljoenen wangen en voorhoofden. In Myanmar wordt het opgebracht door oude, wijs geworden boeren. In stedelijke boetiekjes beschilderen jonge kantoormedewerkers hun huid in sierlijke patronen met de balsem. Kinderen lopen naar school nadat hun moeder snel wat thanaka op hun snoet heeft gesmeerd.

Op weg naar de kleuterschool bij Ye U is Ar Kar Phyo 6 voorzien van een flinke laag thanaka op zijn gezicht
Op weg naar de kleuterschool bij Ye U is Ar Kar Phyo (6) voorzien van een flinke laag thanaka op zijn gezicht.
Paul Salopek

“Het maakt de huid zachter. Het verwijdert puistjes en eczeem,” zegt U Nyo (55), een boer die her en der thanakabomen op zijn land heeft groeien, de bron van de populaire huidbalsem. “De wilde bomen zijn het best, vooral als ze door vogels zijn geplant die de zaden eten. Aangeplante bomen verliezen hun kracht.” U Nyo slikt elke ochtend met wat water zelfs een eetlepel van de vermalen schors in. Het is een elixer voor een goede gezondheid in het algemeen, zegt hij.

De eerste historische verwijzing naar thanaka duikt op in dichtvorm aan het hof van koning Rajadhirat, de veertiende-eeuwse vader des vaderlands van het oude Birma. Maar het gebruik van de kleurstof gaat waarschijnlijk veel verder terug. In het huidige Myanmar is dit biologische huidverzorgingsproduct in alle gemeenschappen te vinden – boeddhisten, moslims en kleinere etnische groepen – en is daarmee een symbool van de Birmese cultuur geworden, te vergelijken met de longyi, de sarong-achtige nationale rokdoek die zowel door mannen als vrouwen wordt gedragen.

Vrouwen mannen en kinderen van alle achtergronden gebruiken thanaka in kunstige gezichtsbeschilderingen aangebracht of achteloos opgesmeerd
Vrouwen, mannen en kinderen van alle achtergronden gebruiken thanaka, in kunstige gezichtsbeschilderingen aangebracht of achteloos opgesmeerd.
Tino Soriano, Nat Geo Image Collection

“Je kunt het niet met moderne make-up vergelijken,” zegt Ma Tin Hla (36), een thanaka-verkoopster in wat je de grand cru van de thanakaboom zou kunnen noemen, de hete, droge vlakten van Centraal-Myanmar rond de stad Mandalay. “De cosmetica die je in de winkel koopt, verwoest de uitstraling van je gezicht. Thanaka doet precies het tegenovergestelde. Het repareert het.”

Zoals alle regelmatige gebruikers van de kleurstof zegt ook Ma Tin Hla dat thanaka een kracht heeft die veel verdergaat dan alleen maar het opdirken van het gezicht. De balsem fungeert als zonnebrandcrème en verwijdert rimpels, zegt ze. En het spul houdt volgens haar ook muggen weg, heeft antibiotische eigenschappen en helpt tegen acne, hoewel deze claim door recent wetenschappelijk onderzoekwordt tegengesproken.

De ruwe grondstof voor thanaka is afkomstig uit de schors van boomsoorten als Naringi crenulata en Limonia acidissima, in de volksmond de hout- of olifantsappel genoemd. De verwerking van de schors is zeer bewerkelijk. Op boerderijen en in bossen worden de takken van de bomen in stukken ter grootte van een hand gezaagd. Daarna zijn mensen op markten, in tempels en bij stalletjes langs de weg urenlang bezig met het afschrapen van de dunne schors, waarvoor ze een kleine slijpsteen van lei gebruiken. Het eindproduct ziet eruit als droog maïsmeel. Wanneer het met water wordt vermengd en met de vinger of een stokje op het gezicht wordt gesmeerd, droogt het op tot een lichtgouden laagje op de huid. Onder jongere gebruikers van thanaka behoren bladpatronen tot de meest gebruikelijke decoratieve stijlen.

“Iedereen in de wereld kan goedkope lippenstift opdoen,” zegt Han Ni (26), een schoonheidsspecialiste die de kleurstof in de pagode van Kuthodaw in Mandalay tegen een kleine vergoeding bij bezoekers opbrengt. “Alleen wij kennen de schoonheid van thanaka.”

Dit verhaal verscheen aanvankelijk op de website van de National Geographic Society die aan het project Out of Eden Walk is gewijd. Ontdek de site hier.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com