Als de maan opkomt boven het eiland Sulawesi in Indonesië, komen aapjes tevoorschijn met ogen als schoteltjes en een gezicht dat lijkt op dat van Yoda. Ze gaan op zoek naar voedsel. De mannetjes en vrouwtjes zingen luidkeels naar elkaar. Zo versterken ze hun band en bakenen ze hun territorium af.
Door deze 'liedjes’ ontdekten onderzoekers twee nieuwe soorten van deze kleine boombewoners, die spookdiertjes worden genoemd. Dat blijkt uit een studie die op 4 mei werd gepubliceerd, de dag die door sommige Star Wars-fans wordt gevierd als Star Wars Day.
Deze schepseltjes, die onlangs de namen Tarsius spectrumgurskyae en T. supriatnai kregen, brengen het totale aantal soorten spookdiertjes op Sulawesi op elf.
De dieren, die werden ontdekt in het oerwoud op het noordoostelijke deel van het eiland, werden vernoemd naar de bioloog en natuurbeschermer Jatna Supriatna en spookdiertjesexpert Sharon Gursky, een primatoloog aan de Amerikaanse A&M University in Texas.
“Ze zien er bijna hetzelfde uit, maar hun roep is heel verschillend,” aldus onderzoeksleider Myron Shekelle, primatoloog aan de Western Washington University. Zijn team bevestigde de ontdekking met een DNA-analyse van tien eerder ontdekte exemplaren.
Nekverdraaiing
Spookdiertjes stammen af van een voorouder die overdag leefde. Ze splitsten zich af van andere apen rond de tijd dat de dinosauriërs uitstierven, zo'n 64,2 tot 58,4 miljoen jaar geleden. Hoewel ze ooit in Azië en Noord-Afrika leefden, zijn er nu 18 soorten spookdiertjes bekend, die verspreid over de eilanden van Zuidoost-Azië leven.
Spookdiertjes hebben enkele bijzondere fysieke kenmerken. Hun overdag levende voorouder raakte in de loop van de evolutie zijn tapetum lucidum kwijt, een reflecterende laag cellen achter in het oog die het licht versterkt. Ter compensatie ontwikkelden spookdiertjes enorme ogen, om 's nachts te kunnen zien. Elk oog is even groot als het brein van het diertje. Die kijkers zijn te groot om in de oogkas te draaien. Daarom moet een spookdiertje met zijn hoofd draaien, net als een uil. Het is het enige zoogdier dat zijn kop 360 graden kan draaien.
“Ik schrik altijd als ik er een in het oerwoud zie,” vertelt Rafe Brown, een herpetoloog aan de Amerikaanse University of Kansas die niet betrokken was bij het onderzoek. “Zelfs in het donker zie je de oplichtende ogen van wilde katten, maar die van spookdiertjes zie je niet. Het zijn net kleine harige bos-kobolden.”
Omdat ze in bomen leven, zijn spookdiertjes ook heel behendig: volwassen dieren wegen iets meer dan een ons, maar het zijn fantastische springers.
“Je zou niet verwachten dat een dier ter grootte van een half pakje boter uit stilstand drie meter kan springen,” zegt Shekelle, die financiering ontving via de National Geographic Society. De nieuwe studie werd gepubliceerd in het tijdschrift Primate Conservation.
Race tegen de klok
Spookdiertjes lijken op elkaar – en zelfs op hun voorouders. “Ik heb fossielen gezien van zo'n 50 miljoen jaar geleden die er bijna hetzelfde uitzien als hedendaagse spookdiertjes,” zegt Gursky.
Hun fysieke gelijkenis bemoeilijkte het herkennen van nieuwe soorten, ook op Sulawesi.
Sulawesi bestond oorspronkelijk uit verschillende eilanden, die zo'n miljoen jaar geleden samenklonterden tot één landmassa. Er bestaat geologisch bewijs dat vóór die samensmelting op elk eiland één bepaald soort spookdiertje evolueerde.
Maar Gursky voert een race tegen de klok om ze allemaal te vinden, voordat ze uitsterven door ontbossing.
“Waarschijnlijk is dat bij een aantal soorten al gebeurd,” vermoedt hij.