Zuid-Afrikanen noemen het een van de schokkendste gevallen van verwaarlozing die ze ooit hebben gezien. Meer dan honderd leeuwen en andere dieren in het fokcentrum in de provincie Noordwest in Zuid-Afrika zaten in overvolle kooien en bleken ziek of zelfs op sterven na dood.
De situatie werd ontdekt na een anoniem telefoontje aan een journalist die vervolgens contact opnam met de National Council for Societies for the Prevention of Cruelty to Animals (NSPCA). Deze dierenrechtenorganisatie is belast met de handhaving van de Zuid-Afrikaanse wetgeving voor dierenwelzijn.
Toen de NSPCA-controleurs de locatie bezochten, troffen ze op Pienika Farm 27 leeuwen met schurft aan. Dit is een huidziekte die wordt veroorzaakt door parasitaire mijten. De dieren waren er zo slecht aan toe, dat ze bijna geen vacht meer hadden. De controleurs verklaarden dat de dieren in smerige, overvolle kooien werden gehouden. In een ruimte die voor twee dieren was bedoeld, zaten er meer dan dertig. Ten minste drie welpen leden aan de neurologische aandoening meningo-encefalitis. Door deze hersenontsteking konden ze niet lopen. Een dierenarts moest een welpje nog op de locatie laten inslapen.
“Het is moeilijk te beschrijven. Het doet pijn om de koning van de jungle zo aan te treffen,” zegt Douglas Wolhuter, manager van de Wildlife Protection Unit van de NSPCA die de farm inspecteerde. “Het breekt je hart.”
Uit meerdere rapporten over fokbedrijven voor leeuwen in Zuid-Afrika blijkt dat de dieren vaak in slechte omstandigheden leven.
Pienika Farm is het eigendom van Jan Steinman. Op internet wordt hij genoemd als raadslid van de South African Predator Association (SAPA). Die organisatie is voorstander van fokken in gevangenschap en beweert dat de jacht “legitiem en ecologisch verantwoord is.” Leden moeten “hoge ethische normen hebben.” De NSPCA heeft Steinman aangeklaagd voor schending van de Zuid-Afrikaanse Animals Protection Act 71 uit 1962. Hij kan een boete van maximaal 2400 euro of één jaar gevangenisstraf krijgen voor elke aanklacht die tot een veroordeling leidt.
Steinman heeft niet gereageerd op een verzoek om commentaar.
Deon Swart, de CEO van SAPA, ontkent dat Steinman in het bestuur van SAPA zit. “Hij is gewoon een lid van de organisatie,” zegt hij.
In een persbericht kondigde SAPA vandaag aan dat ze “een grondig onderzoek heeft uitgevoerd” en dat er “onmiddellijk disciplinaire maatregelen worden ingesteld tegen meneer Steinman.”
Op de website benadrukt SAPA de normen en standaarden voor dierenwelzijn, bijvoorbeeld dat “dieren niet mogen lijden door onnodige” honger, dorst, ongemak, ziekte of pijn. Volgens Audrey Delsink, directeur van Humane Society International - Africa, is het woord ‘onnodig’ een achterdeurtje, een ‘ontsnappingsroute’ voor fokkers wanneer het gaat over wat lijden inhoudt.
“‘Onnodig’ veroorzaakt een grijs gebied,” aldus Delsink. “En dat mag niet. Alles moet zwart-wit zijn. Grijze gebieden zijn onacceptabel wanneer het dieren en hun gezondheid en veiligheid betreft.”
Volgens een schatting in de documentaire Blood Lionsuit 2015 worden er in Zuid-Afrika tussen de zes- en achtduizend roofdieren, voornamelijk leeuwen, in gevangenschap gefokt. Ian Michler, hoofdrolspeler en verteller van de film, heeft ruim 25 jaar ervaring als organisator van safari’s, journalist en natuurbeschermingsadvocaat. Hij schat dat dat aantal nu ongeveer tienduizend bedraagt.
Toeristen betalen hier om dieren te aaien en de fles te geven, selfies te maken met in gevangenschap gefokte leeuwenwelpen en zelfs naast volwassen dieren te wandelen. Michler vertelt dat de meeste leeuwen in gevangenschap aan het einde van hun leven worden neergeschoten door trofeejagers, meestal afkomstig uit de Verenigde Staten. Dat gebeurt tijdens een ‘ingeblikte’ jacht in omheind terrein waaruit de leeuwen niet kunnen ontsnappen. Trofeejagers houden de huid en de kop. De botten en andere delen worden naar Azië geëxporteerd, waar ze voor de traditionele geneeskunde worden gebruikt. Zuid-Afrika hanteert een jaarlijks quotum voor het aantal leeuwenskeletten dat legaal kan worden geëxporteerd.
Volgens Michler werden de leeuwen van Pienika Farm waarschijnlijk voor de handel in leeuwenbotten gefokt. Deze handel biedt een alternatief voor de handel in tijgerbotten voor de traditionele geneeskunde in Azië. Michler vertelt dat dieren die voor het toerisme of de trofeejacht worden gebruikt er gezond uit moeten zien, maar dat leeuwen die voor de handel in botten bestemd zijn vaak worden verwaarloosd. “Wie leeuwen fokt voor de handel in botten, maalt niet om hoe de leeuwen eruitzien,” zegt hij. “Tenslotte eindigen ze toch in een zak met botten die naar Azië wordt verscheept.”
Michler heeft er zijn twijfels over dat deze zaak de situatie voor roofdieren die in Zuid-Afrika in gevangenschap worden gefokt ingrijpend zal veranderen. Hij denkt dat de verdachten een topadvocaat nemen, de zaak zolang mogelijk zullen rekken en uiteindelijk een tik op de vingers krijgen.
Michler: “Als leeuwen een stem hadden, zouden ze natuurlijk brullen dat de rechtbank een oordeel moet vellen en moet beslissen dat er eerlijke en beschaafde normen moeten komen voor het welzijn van de soort. Ik reken echter niet op een uitspraak die een einde maakt aan de fokpraktijken of de handel in leeuwenbotten.”
De Pienikaleeuwen verblijven nog steeds op dezelfde locatie. Hun lot hangt af van de uitkomst van het onderzoek en de rechtszaak die daarop volgt. Volgens Delsink van de Humane Society is alles “heel onzeker.” Als de leeuwen het overleven, kunnen ze niet in het wild worden vrijgelaten, omdat ze hun hele leven in gevangenschap hebben geleefd. Een ander probleem is dat er in Zuid-Afrika niet genoeg gerenommeerde reservaten zijn die de dieren kunnen opnemen.
Delsink: “De toekomst van deze katten is weinig rooskleurig, omdat er niet veel opties voor ze zijn.”
Wildlife Watch is een project voor onderzoeksjournalistiek van de National Geographic Society en National Geographic Partners, met speciale aandacht voor wildcriminaliteit en de uitbuiting van wilde dieren. Lees meer op natgeo.nl/wildcriminaliteit.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com