Tijdens een uitstapje om walvissen te spotten zag wildfotograaf Chase Dekker vorige week verbluft hoe een zeeleeuw schijnbaar werd opgeslokt door een bultrug.
De bultrug, de grootste van drie walvissen die door de groep werden geobserveerd, was ruim vijftien meter lang. De walvis opende zijn enorme bek om kleine visjes uit zee te scheppen en “tilde de mannetjeszeeleeuw per ongeluk op, alsof het niets was,” zegt Dekker, die als natuuronderzoeker werkt voor Sanctuary Cruises, een bedrijf dat walvisuitstapjes organiseert.
“Zodra ik de opname zag, wist ik dat het waarschijnlijk een van de zeldzaamste foto’s was die ik ooit had genomen,” zegt Dekker. “Niet de mooiste of meest kunstzinnige, maar wel iets wat ik waarschijnlijk nooit meer zal zien.”
Deze tijd van het jaar is de topperiode voor het spotten van bultruggen in de Monterey Bay: de hongerige reuzen doen deze wateren elke zomer aan om zich te goed te doen aan grote scholen ansjovis. De visjes trekken ook andere roofdieren aan, wat soms tot spectaculaire ‘vreetfestijnen’ leidt.
Normaliter gaan de roofdieren elkaar uit de weg en zorgen zeeleeuwen ervoor dat ze de bultruggen die zich opmaken om te foerageren ontwijken. De jachtmethode van de bultrug wordt in het Engels ook wel ‘springvoeding (lunge feeding)’ genoemd en bestaat eruit dat de walvis van onderaf en met opengesperde bek een school vis ‘bespringt’ en zo een enorme hoeveelheid water met visjes erin kan opslokken. De zoogdieren persen het water vervolgens met hun tong uit hun bek, waarbij de visjes in een zeefachtige structuur van flexibele baleinen in hun bek blijven hangen en dan worden doorgeslikt.
Om de beurt
“Je begint patronen rond deze aasballen te zien,” legt Dekker uit, verwijzend naar de dicht opeengepakte school visjes die door roofdieren worden belaagd. “De walvissen duiken naar beneden en de zeeleeuwen doen kort daarna meestal hetzelfde. Wanneer de zeeleeuwen weer opduiken, liggen de walvissen normaliter zo’n 10 tot 30 seconden achter hen.”
Zeeleeuwen duiken geregeld in de buurt van walvissen op en komen soms zó dicht in de buurt dat ze een duw krijgen, maar ‘voedingsongelukjes’ van deze ernst zijn zeer zeldzaam. Dekkers foto trok ook de aandacht van Christie McMillan, een biologe van de Marine Education and Research Society in het Canadese British Columbia die onderzoek doet naar de jachtmethoden van de bultrug.
“De foto verbijsterde me totaal,” zegt McMillan, die wijst op eerder gedocumenteerde gevallen waarbij kleinere zeevogels waren betrokken. “Een collega van ons zag eens een heel fortuinlijke zeekoet uit de bek van een walvis zwemmen, die zijn muil tot tweemaal toe had opengesperd om de vogel de kans te geven te ontsnappen,” vertelt zij. Onderzoekers hebben ook gezien hoe walvissen zeemeeuwen – zowel dode als levende – uitspuwden, die per ongeluk waren opgeslokt.
“Een collega van ons zag eens een heel fortuinlijke zeekoet uit de bek van een walvis zwemmen, die zijn muil tot tweemaal toe had opengesperd om de vogel de kans te geven te ontsnappen,” vertelt zij. Onderzoekers hebben ook gezien hoe walvissen zeemeeuwen – zowel dode als levende – uitspuwden, die per ongeluk waren opgeslokt.
Af en toe worden gevallen gemeld van ‘ongelukjes’ met grotere soorten, van pelikanen en zeehonden tot heel soms zelfs een menselijke duiker, maar deze voorvallen zijn extreem zeldzaam.
“Ik heb dit nog nooit met een zeeleeuw zien gebeuren,” zegt McMillan. “En ik had er ook nog nooit van gehoord.”
Waardoor de aanvaring onder water precies werd veroorzaakt, blijft een raadsel, maar berichten dat de zeeleeuw werd ‘opgeslokt’, zijn overdreven. Waarschijnlijk heeft geen van beide dieren gevaar gelopen.
Geen centje pijn
Ondanks hun reusachtige omvang zijn bultruggen filtervoeders, oftewel dieren die met een hap zeewater grote hoeveelheden krill en ander plankton opslokken, en ook kleine visjes als sardientjes en jonge zalmen en haringen. Die voorkeur voor kleine prooidieren is begrijpelijk, want walvissen kunnen geen grotere dieren doorslikken. In rusttoestand is de keel van een walvis niet wijder dan een mensenvuist. En hoewel de slokdarm zich kan verwijden om iets grotere brokken voedsel door te laten, gebeurt dat hooguit tot een diameter van 30 tot 40 centimeter.
Vogels worden zelden door hongerige walvissen opgeslokt, maar af en toe gebeurt het per ongeluk toch, zo is gebleken uit een analyse van walvisuitwerpselen in de Glacier Bay en de Icy Strait in Alaska. In dat geval worden de vogels grotendeels onverteerd weer uitgescheiden en duiken weer op als “vogelbakstenen”, in de woorden van McMillan.
Wanneer een foeragerende walvis bij een ‘lunge feeding’ aan de oppervlakte komt, sluit hij zijn bek daarna meteen weer om de gevangen visjes niet te laten ontsnappen. Maar in dit geval bleef de bultrug tien seconden lang met opengesperde bek aan de oppervlakte zwemmen, waarschijnlijk omdat hij “het vreemde gevoel van een zeeleeuw in zijn bek voelde,” zegt anatoom Joy Reidenberg, die is gespecialiseerd in walvissen.
Hoewel de walvisspotters niet konden zien wat er gebeurde nadat de walvis de zeeleeuw had ‘opgeslokt’, is het dier in die tien seconden waarschijnlijk weer uit de bek van de bultrug ontsnapt.
“Ik denk dat een grote zeeleeuw zich niet erg druk maakt over zoiets,” zegt Robert Delong, hoofd van NOAA’s California Current Ecosystem Program. “Het zijn zeer geharde dieren, en voor een zeeleeuw is een verblijf in de bek van een walvis hetzelfde als rondhangen in een zwembad.”
Andere experts denken dat ook de bultrug waarschijnlijk niet door de aanwezigheid van de zeeleeuw is beschadigd. Bultruggen zijn ongelooflijk sterk en gebouwd om tijdens het foerageren de enorme druk van stromend water te weerstaan. De walvissen ademen door hun spuitgat, die niet in verbinding staat met hun bek en zeer zelden met afval verstopt raakt.
De borstelige baleinen van deze walvissen bestaan uit flexibele vezels en plaatjes die dankzij hun hoge gehalte aan keratine niet snel breken. Net als onze vingernagels buigen ze ver door voordat ze knappen, zelfs onder het gewicht van een 180 tot 280 kilo zware zeeleeuw. Bovendien groeien afgebroken baleinen na verloop van tijd weer aan.
“We hebben die dag geen enkele gewonde zeeleeuw gezien, dus we gaan ervan uit dat het dier zonder problemen is ontsnapt,” zegt Dekker. “Ongeveer vijf minuten later waren de walvissen weer aan het foerageren alsof er niets was gebeurd.”
Dekker en de andere toeschouwers hebben misschien wat langer nodig om het tafereel te verwerken. “Ik heb duizenden uren lang gekeken naar foeragerende walvissen, maar ik had echt nooit verwacht dat ik zoiets zou zien,” zegt hij. “Dit zou weleens een eenmalige gebeurtenis in mijn leven kunnen zijn.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com