Op het eiland Sri Lanka leeft een pas ontdekte vogelspin, en de vrouwtjes van deze soort zijn pluizig, uitgedost met turquoise vlekken en groot genoeg om met hun acht poten een donut te omspannen.

Wetenschappers ontdekten de spinnen in een afgelegen stuk regenwoud in het zuidwesten van het eiland dat wordt omringd door thee- en rubberplantages. De spinnen leven in buisvormige holletjes die van binnen zijn bekleed met spinrag. Het zijn snelle en agressieve dieren, die jagen op de onfortuinlijke insecten die zich te dicht in de buurt van hun onderaardse holen wagen. Deze vogelspin is van kop tot achterlijf een kleine dertien centimeter lang en heeft opvallende, glanzend blauwe markeringen op zijn poten.

Het was de blitse blauwe kleur die de aandacht trok van bioloog Ranil Nanayakkara. Hij opperde als eerste dat de vogelspin – die de officiële naam Chilobrachys jonitriantisvansicklei heeft gekregen – weleens een geheel nieuwe soort zou kunnen zijn.

“Toen we ze voor het eerst zagen, waren we verbluft en konden we geen woord uitbrengen,” zegt Nanayakkara over de kleurrijke vrouwtjes. “De mannetjes zijn kleiner en hebben een mosbruine kleur,” zegt hij.

C. jonitriantisvansicklei is de tweede soort binnen het geslacht Chilobrachys dat op Sri Lanka is aangetroffen; de eerste soort, een saaie, bruine vogelspin met de naam C. nitelus, werd 126 jaar geleden geïdentificeerd. In het naburige India leven meer dan twintig Chilobrachys-soorten die nauw verwant zijn aan de vogelspinnen op Sri Lanka. Hoewel de meeste ervan een onopvallende bruine kleur hebben, vertonen enkele spinnen soortgelijke fraaie kleurvlekken.

Nanayakkara, een ervaren spinnenjager van de Universiteit van Kelaniya, verzamelde enkele exemplaren van de glanzende dieren tijdens een expeditie in 2015 en besteedde daarna twee jaar aan een nauwkeurige vergelijking tussen de fysieke eigenschappen van deze spinnen en die van andere Chilobrachys-soorten. Uiteindelijk kwam hij tot de slotsom dat de vogelspin uniek was en konden hij en zijn collega’s de ontdekking beschrijven in het British Tarantula Society Journal. Ze noemden de soort naar donateur Joni Triantis Van Sickle.

De ontdekking benadrukt de grote biodiversiteit van de Sri Lankaanse flora en fauna, en roept de vraag op hoeveel spinnensoorten op het eiland nog niet ontdekt zijn.

Stamboomonderzoek

Hoewel de spinnen duidelijk nieuw zijn voor Sri Lanka, is er volgens experts meer onderzoek nodig om de positie van C. jonitriantisvansicklei op de stamboom van Chilobrachys precies te bepalen.

Een Theraphosa stirmi gefotografeerd in de Virginia Zoo in Norfolk

“Ik accepteer deze spin als een valide nieuwe soort,” zegt Robert Raven, hoofdcurator spinachtigen van het Queensland Museum in Brisbane. “Maar gezien het feit dat sommige soorten, zoals C. andersoni, wijdverbreid zijn, bestaat er de mogelijkheid dat deze nieuwe soort tot de Indiase soorten behoort die al zijn beschreven.”

Dat de nieuwe vogelspin inderdaad een nieuwe soort is, kan worden bevestigd door het uitlezen van zijn genetische code; zo’n analyse is ook doorslaggevend voor het verkrijgen van een beter inzicht in de evolutie van deze spin en voor het plannen van strategieën voor het behoud van de soort. Volgens Raven valt een hoog niveau aan biodiversiteit in regio’s als Sri Lanka vaak samen met een kleine bevolking – en “een nog kleiner aantal wetenschappers.”

Momenteel weet men niet of C. jonitriantisvansicklei bijzonder zeldzaam is of met uitsterving wordt bedreigd, maar andere Sri Lankaanse spinnensoorten zijn wel als bedreigd geclassificeerd.

Schatkamer van biodiversiteit

Het is niet de eerste keer dat Nanayakkara een flamboyante Sri Lankaanse vogelspin heeft ontdekt.

In 2013 beschreef hij een nieuwe, reusachtige en in bomen levende vogelspinnensoort genaamd Poecilotheria rajaei. Deze ‘tijgerspin’ is versierd met fraaie, in elkaar overlopende geometrische patronen, heeft poten die gemakkelijk een menselijk gezicht kunnen omspannen en zorgde destijds voor de nodige ophef in de pers.

Dat zulke grote spinnen zich onder onze ogen schuil kunnen houden en in deze moderne tijd onontdekt kunnen blijven, is op Sri Lanka geen grote verrassing, zegt Suresh Benjamin van het National Institute of Fundamental Studies van Sri Lanka, die niet bij het nieuwe onderzoek was betrokken. (Lees meer over een nieuwe vogelspinnensoort die op grote hoogte leeft.)

Hoewel het land een schatkamer van biodiversiteit is, is slechts een fractie van die rijkdommen sinds het uitroepen van de onafhankelijkheid van het eiland, in 1948, nauwkeurig bestudeerd, zegt Benjamin.

Zo zijn 108 van de 593 spinnensoorten die momenteel in Sri Lanka zijn geïdentificeerd, pas in de laatste twintig jaar beschreven. En het enige handboek over Sri Lankaanse spinnen dateert van ruim een eeuw geleden, zegt hij. Gezien die situatie zullen er volgens hem de komende tijd nog heel wat nieuwe spinnen het nieuws halen.

“Het veldwerk dat we de afgelopen paar jaar hebben verricht, heeft aangetoond dat er in afgelegen stukken bos op het eiland een uitgebreide en nog amper bestudeerde fauna van spinnen voorkomt,” aldus Benjamin.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com