Dat vissen en zeezoogdieren hun weg onder water weten te vinden, is een klein wonder. Er zijn namelijk maar weinig zintuigen waar ze (uitgebreid) gebruik van kunnen maken. De zee is troebel, donker en koud. Op basis van zicht kom je dus niet ver. En als je ver van de kust bent, waar weinig geluiden zijn, heb je ook weinig aan je gehoor.
Daarom vinden veel zeedieren hun weg door het water op basis van de magnetische velden van onze aarde. Er zijn ook veel soorten die elektrische pulsen van soortgenoten en prooien opvangen, zodat ze zich kunnen voortplanten en voedsel kunnen vinden.
Verstorende factor
Het idee bestaat dat het natuurlijke gedrag van dieren verstoord wordt door de elektromagnetische velden die de hoogspanningskabels in de Noordzee creëren. De dieren zouden ervan in de war raken en zelfs kunnen stranden, net zoals bijvoorbeeld gebeurt tijdens een zonnestorm.
Lees ook: Nieuw onderzoek zet vraagtekens bij het formaat van reuzenhaai
Momenteel liggen er 10 hoogspanningskabels in de zeebodem en het plan is om er meer dan 30 te plaatsen. Is de angst dat zo’n hoeveelheid kabels zorgt voor meer gestrande en verdwaalde dieren terecht?
Theorie zonder bewijs
‘Dat zeezoogdieren zouden stranden door de aanwezigheid van kabels is vooralsnog een theorie waar geen bewijs voor is,’ vertelt Annemiek Hermans. Zij is zowel onderzoeker bij Wageningen University & Research als bij het ingenieursbureau Witteveen+Bos.
Haar onderzoek richt zich specifiek op de effecten die de zeekabels hebben op het zeeleven, bijvoorbeeld op de voortplanting van roggen en haaien. Op basis van haar onderzoek adviseert ze ook TenneT, het overheidsbedrijf dat zich ontfermt over elektriciteitstransport.
‘Sinds er hoogspanningskabels in de Noordzee liggen, zien we geen stijging in het aantal strandingen. Mijns inziens kun je dan grote effecten op strandingen uitsluiten,’ vertelt de onderzoeker.
Effecten van kabels zijn subtiel
Dat er geen grote effecten op het navigatievermogen te zien zijn, wil natuurlijk niet zeggen dat ze helemaal niet bestaan. Ze kunnen alleen dusdanig subtiel zijn, dat je ze moeilijk ontdekt.
‘Eventuele effecten zouden nu al op moeten treden, maar het is de vraag of je die kunt ontwaren uit alle andere factoren die drukken op het zeeleven,’ vertelt Hermans. Ze noemt bijvoorbeeld de intensieve visserij en de enorme hoeveelheid schepen op de Noordzee.
Lees ook: Duizenden booreilanden zijn op hun retour. Wat doen we ermee?
‘Het scheepsverkeer en onderwatergeluid schrikken ontzettend veel dieren af. Maar dat geldt ook voor natuurlijke prikkels, zoals geur en het zoutgehalte. Die drukfactoren zijn belangrijkere prikkels voor het navigatiegedrag van vissen dan de effecten van de kabels. Ik wil niet zeggen dat die gevolgen helemaal niet bestaan, maar die kabels zijn zeker niet de belangrijkste factor,’ aldus Hermans.
Palingen stoppen bij de kabels
Goed, massale strandingen zien we dus niet door die kabels. Maar we zien wel andere gedragsveranderingen optreden. Zo is voor de paling aangetoond dat hij vertraagt als hij over een kabel heen zwemt. En op de een of andere manier voelen hondshaaien zich tot de kabels aangetrokken.
Maar waarom? Dat is de vraag. ‘Het kan zijn dat er meer prooien rond de kabels te vinden zijn, maar het kan ook dat hondshaaien het elektrische signaal van een kabel verwarren met dat van een echte prooi. Dat noemen we fruitless foraging, het zoeken naar prooien zonder effect. Dat is zonde van hun energiegebruik.’
Gewenning of niet?
Dat is niet zo’n probleem als het eenmalig gebeurt. Maar als ze bij alle dertig kabels halt gaan maken zonder dat het ze iets oplevert, dan kan dat wel grote gevolgen hebben.
Migrerende soorten halen bijvoorbeeld hun einddoel niet, of niet op tijd, omdat ze continu een kabel verwarren met een lekker hapje. Dat is hele dure energieverspilling, waardoor ze te zwak kunnen worden om de reis te voltooien. ‘Of de pup van een haai wordt niet in de Oosterschelde geboren, maar in de Noordzee. En daar zijn de overlevingskansen niet zo groot,’ aldus Hermans.
Lees ook: De Noordzee als strategisch speelveld: mogen Russische schepen hier varen?
Of deze gevolgen ook gaan optreden? ‘Het kan zijn dat er gewenning optreedt, maar dat weten we nog niet. Dat is een groot vraagstuk en daar maak ik me wel zorgen over.’
Gevolgen voor populatie
Stel dat er geen gewenning optreedt en bepaalde soorten inderdaad erg afgeleid raken door deze zeekabels. Heeft dat dan effect op de populaties als geheel? Gaan deze in aantallen afnemen?
‘Dat is een hele ingewikkelde en gevoelige vraag,’ reageert Hermans. ‘Migratie kun je in een lab niet monitoren, dus dat is lastig te onderzoeken. En de effecten zijn dus zo subtiel, dat ze moeilijk te ontwaren zijn. We weten gewoon niet hoe het precies zit.’
Voorzorgsbeginsel
Dan kun je je afvragen, moet het voorzorgsbeginsel niet optreden? Zolang we niet weten wat het effect van die kabels precies is, moeten we ze misschien niet neerleggen. ‘Het voorzorgsbeginsel stelt dat als er een kennisleemte is, je proportionele maatregelen moet nemen om ernstige effecten te voorkomen,’ vertelt Hermans. ‘Het betekent niet dat je volledig stopt met een project.’
Volgens Hermans worden die maatregelen ook genomen, alleen al door al het onderzoek dat nu wordt gedaan. ‘Daarnaast bundelen we bijvoorbeeld kabels, zodat het elektromagnetisch veld zo klein mogelijk blijft. En kwetsbare gebieden zoals de Oosterschelde worden zoveel mogelijk vermeden. Er worden dus niet lukraak kabels in de Noordzeebodem gelegd. Het is een zorgvuldig proces. Desalniettemin maak ik me wel zorgen.’
Steun de missie van National Geographic en krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium. Word nu lid!