Laten we de klok terugdraaien. Tot voordat de mens bestond, de aarde werd gevormd, de zon begon te schijnen, sterrenstelsels ontstonden – terug tot de oerknal, 13,8 miljard jaar geleden.
Maar wat was er daarvoor? Niks, zeggen veel natuurkundigen. De tijd begon pas te lopen met de oerknal, zo stellen ze. Iets zinnigs zeggen over wat er daarvoor was, is volgens wetenschappers onmogelijk: dergelijke concepten gaan het menselijk voorstellingsvermogen te boven.
Van klein zaadje tot tot universum
Maar een aantal onconventionele wetenschappers durft zich toch aan dit vraagstuk te wagen. Deze natuurkundigen stellen dat alle massa en energie van het ongeboren universum vlak voor de oerknal was samengeperst in een ongelofelijk dicht opeengepakt – maar eindig – deeltje. Laten we dit het zaadje van een nieuw universum noemen.
Men denkt dat het zaadje bijna onvoorstelbaar klein moet zijn geweest, mogelijk wel biljoenen keren kleiner dan alle deeltjes die tot nu toe zijn waargenomen. En toch moet het een deeltje geweest zijn dat aan de wieg stond van elk ander deeltje – en dus alle sterrenstelsels, zonnestelsels, planeten en al het leven.
Is ons universum het enige?
Hoe ontstaat een dergelijk deeltje? Het is een vraag waar al jaren over wordt gesproken – vooral door de Poolse natuurkundige Nikodem Poplawski van de University of New Haven in de VS. Hij onderzoekt de mogelijkheid dat het zaadje van ons universum is gevormd in de ultieme oven: in een zwart gat.
Voordat we verdergaan, is het goed om te weten dat de afgelopen tientallen jaren een nieuwe theorie aan terrein won: dat ons universum niet het enige is. In plaats daarvan zouden we onderdeel zijn van een multiversum, een uitgebreide verzameling van universums.
Hoe – of eerder ‘of’ – het ene universum verbonden is met de andere, is onderwerp van discussie, speculatief en tot op heden niet te bewijzen. Maar het is een aantrekkelijk idee, waarbij het zaadje van het universum lijkt op het zaadje van een plant. Het is een stukje essentieel materiaal, ineengedrukt en verstopt in een beschermende schil.
Een opgedraaid elastiek
En dat is precies wat er gebeurt in een zwart gat, dat ontstaat wanneer een ster opgebrand raakt en de kern implodeert. De zwaartekracht trekt alles aan met toenemende kracht en temperaturen lopen op tot honderd miljard graden. Atomen worden fijngedrukt, elektronen verscheurd, de stukjes verder verkreukeld. De ster verandert in een zwart gat; de zwaartekracht wordt zo enorm sterk dat zelfs een straaltje licht niet meer kan ontsnappen.
Natuurkundigen als Poplaswski vermoeden dat de materie in een zwart gat een punt bereikt waarop het niet verder samengedrukt kan worden. Dat komt volgens hem omdat zwarte gaten ronddraaien.
Dat ronddraaien gaat heel snel, mogelijk bijna op lichtsnelheid. De draaiing geeft het samengedrukte ‘zaadje’ een andere vorm. Het is niet enkel klein en zwaar; het wordt ook vervormd en samengepakt, zoals een opgedraaid elastiek dat kan knallen wanneer je het loslaat. Maak daar maar een oerknal van, of wat Poplawksi liever de ‘grote vering’ noemt.
Zwart gat als eenrichtingsweg
Met andere woorden: het is mogelijk dat een zwart gat als eenrichtingsweg dient tussen twee universums, aldus Poplawski. Wanneer je terecht zou komen in het zwarte gat in het midden van de Melkweg, zou je (of eigenlijk de verscheurde deeltjes die ooit ‘jij’ waren) volgens deze theorie verschijnen in een ander universum.
Wat zegt dat over ons, hier in ons eigen universum? Het zou zomaar kunnen dat we het product zijn van een ander, ouder universum: ons moederuniversum. In dat geval had het zaadje dat dit moederuniversum smeedde gat zijn grote vering 13,8 miljard jaar geleden in een zwart gat. En ondanks dat ons universum sindsdien aan het uitdijen is geweest, zouden we nog steeds verborgen kunnen zitten achter de waarnemingshorizon van een zwart gat.