Een tijdje geleden werkte ik als gids op een wildlifefotografiereis naar Spitsbergen. Op dag drie kwamen we aan in de Hornsundfjord, op de zuidpunt van Spitsbergen. Het wemelde van de wilde dieren in dit afgelegen, kwetsbare gebied, en wij waren op zoek naar ijsberen en zeehonden.
Toen we de boot verankerden in het ijs, zagen we enkele zeehonden rusten. Ik bedacht dat ik er misschien een kon fotograferen die door een gat in het ijs omhoog zou komen om adem te halen. En dus installeerde ik mijn camera en een bewegingssensor bij het gat.
Een nieuwsgierige ijsbeer
Terug op de boot vroeg ik me af of ik er misschien goed aan had gedaan de camera in het ijs te verankeren. Maar terugkeren was geen optie, omdat dit de zeehonden verder zou verstoren en mijn kans op een goede foto dan waarschijnlijk zou zijn verkeken. Om twee uur ’s nachts maakte een teamlid me wakker. Hij had een ijsbeer gezien die ons in het licht van de middernachtzon naderde. We renden naar de reling van het schip om te zien wat er gebeurde. Het dier liep regelrecht naar mijn camera.
Leestip: De enerverende eerste expeditie naar de Noordpool per luchtballon
Eenmaal aangekomen bij het gat nam hij de kabel van de sensor in zijn bek en liep weg. De camera viel om en de kabel brak. Daar ging mijn camera, inclusief de geheugenkaart met daarop talloze onvervangbare foto’s van de ijsbeer. Onder het ijs was het water 130 meter diep.
Het was het akeligste moment in mijn loopbaan als fotograaf. Ik speelde met het krankzinnige idee de camera te redden, maar mijn collega’s zeiden me dat mijn camera waarschijnlijk was verdwenen in de zachte modder die vaak ligt opgehoopt voor de gletsjers. Bijna gaf ik op.
Op zoek naar een gezonken camera
Een jaar later nam ik deel aan een nieuwe reis, met dezelfde boot naar dezelfde plek. Ik kreeg toestemming een op afstand bestuurbaar voertuig (ROV) mee te nemen en een collega die het apparaat kon besturen. We zouden een poging wagen de camera terug te vinden. Als de zoektocht tevergeefs zou blijken, dan hadden we het tenminste geprobeerd.
Leestip: Hoe een haai aanzette tot het verspreiden van nepnieuws
Toen we aankwamen op de Hornsundfjord kregen we slechts vier uur de tijd, aangezien de andere reizigers hadden betaald voor hun trip. Door de stroming moesten we de ROV boven op de camera laten landen, maar die kans leek ons klein. Wonderlijk genoeg vond de ROV de camera al bij de derde poging. We juichten en dansten, maar onze blijdschap kwam te vroeg: de grijpklauw aan de arm van de ROV kon net niet bij de camera. We hoorden de arm eroverheen schrapen.
Uiteindelijk haalden we de ROV terug omhoog en zagen we dat de schroeven vol zaten met zeewier. Er was nog net genoeg tijd voor een laatste poging. Verbazingwekkend genoeg lukte het de camera nogmaals op de ROV te plaatsen. Deze keer greep de arm zich vast in de driepoot. Toen de camera eenmaal veilig op het ijs lag, was ik in extase.
149 geredde foto’s
De camera was aangetast, maar ik kon de geheugenkaart eruit peuteren. Die dompelde ik meteen in gedestilleerd zoet water, om verdere corrosie te voorkomen, tot we weer voet op vaste grond zetten. Ik nam contact op met een bedrijf dat verloren gewaande data kan achterhalen voor misdaadzaken. Dat slaagde erin alle 149 foto’s terug te halen.
Bekijk hieronder een aantal van de teruggevonden beelden.
Steun de missie van National Geographic en krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium. Word nu lid!