Een goede hotdog is niet te versmaden. De lekkernij lijkt van deze tijd, maar staat al eventjes op het menu. Eeuwen geleden werden in het Midden-Oosten al soortgelijke worstjes gegeten en zelfs Homerus maakt er melding van in de Odyssee. Het worstje dat voor hotdogs wordt gebruikt, stamt oorspronkelijk uit het Frankfurt am Main van de dertiende eeuw, maar het is niet bekend wanneer de versnapering exact werd bedacht.
Wat wel vaststaat, is dat het slagersgilde van Frankfurt in 1852 een speciale varkensworst op de markt bracht: een gekruid, dun, enigszins gekromd worstje, op lage temperatuur gerookt en vervolgens acht minuten lang in water gekookt, wat het de kenmerkende smaak geeft. De nieuwe lekkernij werd Frankfurter Würstchen gedoopt en kreeg vanaf 1860 een oorsprongsbenaming om imitatie te voorkomen.
De doorbraak van de frankfurter in de Verenigde Staten
Toen in de negentiende eeuw veel Duitsers naar de Verenigde Staten emigreerden, dook de frankfurter ook op aan de andere kant van de oceaan. De Frankfurter worstjes werden vooral verkocht in stalletjes op straat. Maar wie ze als eerste in een broodje ging verkopen, of waar en wanneer dat gebeurde, is onbekend. Alles wijst er echter op dat het invouwen in een hot dog bun in het tweede deel van de jaren 1860 begon in New York, de grote toegangspoort voor immigranten.
Wie bedacht de hotdog?
Charles Feltman uit Hannover, die naar de Verenigde Staten was geëmigreerd, wordt genoemd als bedenker van de hotdog. In 1865 opende hij een bakkerij in Brooklyn. Hij verkocht zijn producten op het strand van Coney Island. Dit werd een populair recreatiegebied in New York nadat het was verbonden met de spoorlijn. Op verzoek van zijn klanten begon Feltman worstenbroodjes te verkopen. Dat was zo een doorslaand succes dat de Duitser in 1871 een restaurant in Brooklyn kon openen, onder de naam Feltman’s Ocean Pavilion.
In een andere versie wordt beweerd dat het idee om broodjes worst aan de man te brengen van een andere Duitse immigrant kwam: Antoine Feuchtwanger zou er in 1880 mee zijn begonnen in Saint Louis, Missouri. Feuchtwanger gaf zijn klanten witte handschoenen in bruikleen om vers bereide worstjes te kunnen eten zonder vlekken te maken of de vingers te branden. De klanten gaven de handschoenen echter niet terug. Zijn echtgenote of broer bracht hem vervolgens op het idee de worstjes in een broodje aan te bieden.
Hoe komt de hotdog aan zijn naam?
Velen menen dat de naam ‘hotdog’ is bedacht door illustrator Tad Dorgan, die de term in 1901 gebruikte in een karikatuur. Hij had een straatverkoper zijn gloeiendhete waar aan de man horen brengen als ‘dachshund’ (teckel). De tekening is echter nergens meer te vinden en dus is ook deze theorie onzeker.
Rond 1894 werden de karretjes van de straatverkopers op de campus van Yale University al dog wagons genoemd. Ook de universiteitskrantjes maakten melding van de worstjes als dachshund, kleine hondjes of hotdogs. De term hot dog (in het Engels doorgaans als twee woorden geschreven) stond al in 1900 in de Oxford Dictionary.
Zat er hond in de hotdog?
Doordat het Engelse ‘dog’ werd gebruikt als synoniem van worstje, kwamen er beschuldigingen dat er hondenvlees werd verwerkt in de worstjes, wat in sommige gevallen ook klopte. Het leidde ertoe dat de Kamer van Koophandel van New York in 1913 het gebruik van de term hot dog op Coney Island verbood, om te voorkomen dat de lekkernij verdere reputatieschade zou oplopen.
Maar inmiddels was de term al zo ingeburgerd, dat de hotdog zelfs op de menukaart prijkt van het officiële diner dat werd georganiseerd toen president Roosevelt in 1939 koning George VI van Engeland ontving. De koningin, die nog nooit zoiets had gezien, vroeg: ‘Hoe kunnen jullie dit eten?’ Maar haar echtgenoot werkte de hotdogs met smaak naar binnen, net als miljoenen anderen.








