Volgens sommigen was hij een chirurg. Volgens anderen een gestoorde gek, slager, prins, artiest of zelfs een spook. Hoe het ook zij: 135 jaar geleden terroriseerde een anonieme seriemoordenaar de Engelse hoofdstad Londen. Hij bracht vijf vrouwen om het leven. Deze Jack the Ripper zou een ware cultstatus verwerven, maar wie waren zijn slachtoffers?
De handelswijze van Jack the Ripper
Voor alle vijf de vrouwen was Whitechapel, een armoedige wijk in het Londense East End, het tragische decor van hun laatste levensfase. Er woonden veel immigranten, seizoensarbeiders, gezinnen, alleenstaande vrouwen en dieven als sardientjes op elkaar in overvolle huurwoningen en kleine arbeidershuizen. De vrouwen werden elk op vergelijkbare wijze omgebracht: de keel werd doorgesneden, de buik opengereten en in sommige gevallen werden zelfs organen verwijderd.
De vijf slachtoffers
1. Mary Ann ‘Polly’ Nichols, het eerste slachtoffer
Het eerste slachtoffer van Jack the Ripper was Polly Nichols, die in de vroege ochtend van 31 augustus 1888 levenloos en hevig verminkt werd aangetroffen in een donkere steeg. Ze werd geboren in 1845, trouwde al op achttienjarige leeftijd en werd moeder van vijf kinderen. Maar na vermoedens van vreemdgaan verliet ze haar man. Alcohol werd zowel haar troost als vloek in de laatste jaren van haar leven.
2. Annie Chapman, hoge pieken en diepe dalen
Annie Chapman leidde in eerste instantie een respectabel bestaan. Ze werd geboren in 1840 en bracht het grootste deel van haar leven door in Londen en Berkshire. Door haar huwelijk met koetsier John Chapman klom ze op tot de top van de arbeidersklasse. Na het verlies van haar kinderen greep ook zij naar de fles, en eindigde ze op East End.
3. Elizabeth Stride, een ondernemende immigrante
De van origine Zweedse Elizabeth Stride was een van de duizenden immigranten in East End. Ze werd geboren in 1843 en maakte op haar 22ste de oversteek naar Engeland. In Londen vond Stride zich keer op keer opnieuw uit, trouwde ze en werd ze eigenaar van een koffiehuis.
4. Catherine Eddowes, van wees tot moeder
Catherine Eddowes, geboren in Wolverhampton in 1842, verhuisde als kind naar Londen. Nog voor haar vijftiende verloor ze beide ouders. Als volwassen vrouw trouwde ze en kreeg ze kinderen. Vlak voor haar dood verbleef Eddowes tijdelijk in Kent om hop te plukken – een populaire zomerbezigheid voor de Londense arbeidersklasse.
5. Mary Jane Kelly, vermoord in huis
Met 25 jaar was Mary Jane Kelly de jongste en meest mysterieuze van de vijf slachtoffers. Ze zou in Ierland en Wales hebben gewoond, alvorens ze zich vestigde in Londen. Kelly beschikte over een kleine luxe die de andere vier vrouwen niet hadden: een eigen huurkamer inclusief bed. Dat werd ook meteen de plaats delict.
Mythes over de slachtoffers van Jack the Ripper
De breedgedragen overtuiging dat al deze vrouwen sekswerkers waren, is een fabel. Alleen van Stride en Kelly is bekend dat ze op enig moment in hun leven in de prostitutie werkten. Het feit dat ze allemaal als sekswerkers werden bestempeld, onderstreept hoe in de victoriaanse cultuur op arme vrouwen werd neergekeken.
En dat terwijl deze vrouwen juist stuk voor stuk over een sterke persoonlijkheid beschikten. Volgens biograaf Robert Hume beschreven vrienden en buren hen als ijverig, vrolijk en zeer verzorgd. Ze leefden en hadden lief, totdat een donkere nacht in 1888 daar een einde aan maakte. Zelfs na 135 jaar blijven de Whitechapelmoorden omgeven met mysterie. Het antwoord op de vraag wie Jack the Ripper was, zullen we vermoedelijk nooit krijgen, maar zijn slachtoffers kunnen we voor altijd herdenken.