Voor zijn publiek leek Harry Houdini’s talent bijna bovennatuurlijk: hij wist zich onder penibele omstandigheden te bevrijden uit handboeien, kettingen, dwangbuizen, melkbussen en watertanks. Maar voor Houdini zelf draaiden zijn stunts volledig om intelligentie, rede en nauwgezette voorbereiding.
De geboorte van Harry Houdini
Zijn eerste ontsnapping was die aan de armoede van zijn jeugd. Hij werd in 1874 geboren als Ehrich Weiss in een Joods-Hongaars gezin in Boedapest en emigreerde op jonge leeftijd met zijn familie naar de Verenigde Staten.
Leestip: Werden er ook mannen veroordeeld voor hekserij?
Dankzij de liefde voor illusionisme wist de jonge Ehrich te ontsnappen aan het lot dat zoveel jonge immigranten destijds te wachten stond: een leven lang werken in de kledingindustrie.
Al op zesjarige leeftijd oefende hij zijn behendigheid met goocheltrucs, en op zijn zevende trad hij regelmatig op in het circus. In 1883 richtte hij met jongens uit zijn buurt een geïmproviseerd circus op en trad hij op als trapezeartiest.
Toen hij eenmaal had besloten om professioneel goochelaar te worden, koos hij de artiestennaam Harry Houdini – een eerbetoon aan Jean-Eugène Robert-Houdin, die wordt gezien als de vader van de moderne goochelkunst. Zijn voornaam leende hij van de Amerikaanse goochelaar Harry Kellar.
Handboeienkoning
In 1890 richtte Houdini samen met zijn jongere broertje (artiestennaam ‘Dash’) een reizend circus op. Op het programma stonden koorddansacts, slangenbezweerders en buikdanseressen.
Leestip: De jacht op een weerwolf: het weerzinwekkende verhaal van Peter Stumpp
De Wereldtentoonstelling van Chicago in 1893 bleek hun grote doorbraak. Dash bond Houdini vast, stopte hem in een zak en daarna in een kist. Toen het doek werd opgetrokken, stond niet Dash, maar Houdini voor het publiek. De toeschouwers waren verbluft door de snelheid van de wisseltruc.
Het duurde niet lang voordat Harry Houdini over de hele wereld bekend stond als de ‘handboeienkoning’. Hij trad onder andere op in Nederland, Engeland en Rusland.
Het eerste wat hij deed als hij in een nieuwe stad aankwam, was de pers waarschuwen. Vervolgens belde hij de politie, en liet hij zich vrijwillig boeien en opsluiten in een cel. Niet voor lang overigens, want hij wist zich altijd binnen enkele minuten weer te bevrijden.
Zijn groeiende bekendheid had ook een keerzijde: talloze copycats en sceptici daagden hem uit, waardoor hij zich gedwongen voelde om zijn grenzen steeds verder te verleggen. Zo liet hij zich opsluiten in een melkbus vol water, die hij later inruilde voor een zogenoemde watermartelcel. Tijdens deze iconische stunt werd hij vastgebonden met kettingen en hangsloten, en ondersteboven in het water gedompeld.
Overleden op zijn hoogtepunt
In oktober 1926, op het hoogtepunt van zijn carrière, was Houdini in Canada voor een optreden aan de McGill University in Montreal. Een student vroeg hem of zijn buikspieren stoten konden opvangen.
Toen Houdini bevestigend antwoordde, sloeg de student hem onverwacht hard in zijn buik. Houdini leek niet voorbereid te zijn op de klap, die hem veel pijn bezorgde. Een paar dagen later overleed hij op 52-jarige leeftijd in Detroit. De doodsoorzaak was buikvliesontsteking als gevolg van een gescheurde blindedarm.
Tot op de dag van vandaag is het de vraag of de klap zijn dood veroorzaakte, of dat hij al leed aan een darmaandoening die door de aanval werd verergerd.
Na zijn dood vroegen biografen zich regelmatig af wat Houdini dreef tot zulke extreme stunts. Sommigen vermoeden dat hij het trauma van een arme buitenstaander probeerde te verwerken. Anderen denken dat hij zich verzette tegen het stereotype beeld dat Joodse mannen fysiek zwak zouden zijn.
Harry Houdini zelf zei dat hij zich onderwierp aan deze ‘kwellende zelftraining’ om paniek te voorkomen. ‘Mijn voornaamste taak is angst overwinnen.’ Maar aan de dood kon uiteindelijk ook hij niet ontsnappen.
Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium én steun de missie van National Geographic. Word nu lid!