Tot zo’n vijftienduizend jaar geleden struinden reusachtige luiaards, zo groot als olifanten, over het Amerikaanse continent. Met een gestalte van zes meter en een gewicht van duizenden kilo’s, leken de vroege grondluiaards meer op mythische wezens dan op verre verwanten van de slome boomhangers die we vandaag kennen.

Maar waar zijn die giganten gebleven? En waarom overleefden alleen hun kleine, in bomen klimmende familieleden?

Reusachtige luiaards

Taxonomisch gezien behoren luiaards tot de orde van de Xenarthra, een groep Zuid-Amerikaanse zoogdieren waartoe ook miereneters en gordeldieren behoren. Binnen de luiaards onderscheiden biologen meerdere families, elk met diverse geslachten, die op hun beurt weer uit één of meer soorten bestaan.

Nieuw onderzoek, gepubliceerd in het tijdschrift Science, toont aan dat de groep waartoe luiaards behoren, de Folivara, ooit uit meer dan honderd geslachten bestond. Ze varieerden van kleine, in bomen wonende luiaards tot kolossale grondbewoners, en zwierven miljoenen jaren lang door Noord- en Zuid-Amerika.

Leestip: De saiga was bijna uitgestorven, maar maakt nu een comeback

Zo zijn in Brazilië grotten en tunnels ontdekt van vijf tot tien meter breed en wel vier meter hoog. De klauwsporen die op de muren zijn aangetroffen, maken het aannemelijk dat deze zogenoemde paleoburrows door reusachtige luiaards zijn gegraven.

In tegenstelling tot de huidige luiaards, die in bomen hangen, gebruikten deze enorme grondluiaards alle vier hun poten. Ze stonden waarschijnlijk zelfs af en toe rechtop, waardoor ze hun voorpoten vrij hadden om te graven.

Onderzoek naar de evolutie van de luiaard

Tijdens een studie naar de evolutie van de luiaard onderzochten wetenschappers fossiele resten, DNA-fragmenten en eiwitprofielen van 67 luiaardfamilies. Zij wilden weten waarom er onderling zo’n enorme variatie was in lichaamsgrootte en wat ertoe leidde dat het grootste deel van deze luiaards uitstierf.

Habitatvoorkeur bleek de belangrijkste factor die lichaamsgrootte bepaalde. Vroege luiaards waren grote, op de grond levende grazers, terwijl luiaards die in bomen woonden een stuk kleiner waren. Het klimaat speelde ook een rol: in koudere perioden ontstond er vaker gigantisme als gevolg van overlevingsstrategie.

de reuzenluiaard leefde in het pleistoceen in noord en zuid amerika.
ZU_09//Getty Images
De reuzenluiaard leefde in het Pleistoceen in Noord- en Zuid-Amerika.

Plotselinge afname

Zo’n vijftien duizend jaar geleden nam het aantal luiaards plotseling en ook vrij dramatisch af. Deze afname viel echter niet samen met de klimaatveranderingen van die tijd, maar met de komst van de mens, zo concluderen de onderzoekers.

Leestip: Is de grijze wolf verwant aan de uitgestorven reuzenwolf?

De eerste mensen bereikten Amerika waarschijnlijk door de Beringstraat over te streken vanuit Siberië. Volgens onderzoeker Alberto Boscaini, die is verbonden aan de Universiteit van Buenos Aires, suggereren de gegevens dat de menselijke jacht de oorzaak was van het uitsterven van grote luiaards. Alleen enkele kleinere soorten overleefden.

Er zijn nog slechts twee geslachten luiaards over

Anno nu zijn er nog slechts twee geslachten over: tweevingerige luiaards (Choloepodidae) en drievingerige luiaards (Bradypodidae). Deze kleine luiaards leven in het bladerdak van de tropische regenwouden van Zuid- en Midden-Amerika. Ze vertegenwoordigen een ooit diverse, overvloedige en wijdverspreide afstammingslijn van Amerikaanse zoogdieren.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!