De aanstaande koning van de Muisca-stam is van top tot teen bedekt met goud. Hij fonkelt in het zonlicht, terwijl zijn onderdanen goud en edelstenen in het meer van Guatavita werpen. Het is een offer voor de god die daar woont, opdat de koning lang en succesvol zal heersen. Dan springt hij in het water, en is al het goud van hem afgespoeld. Hij wordt El Dorado genoemd, ‘de vergulde’. Althans, als we de Spaanse ontdekkingsreizigers (conquistadores) mogen geloven. Dit is het verhaal van El Dorado.
Op zoek naar het kasteel van goud
Tegenwoordig staat El Dorado bekend als een legendarische ‘stad van goud’, waar zelfs de straten met bladgoud bedekt zouden zijn. Het is een plek van onvoorstelbare rijkdom en was de inspiratie voor tientallen expedities, boeken en films. Oorspronkelijk verwees El Dorado naar de vergulde Muisca-leider, maar al snel werd het een synoniem voor een mythische stad of regio vol goud.
Leestip: De verdwijning van Percy Fawcett en de verloren stad Z
Toen de Spanjaarden in de zestiende eeuw in Zuid-Amerika aankwamen, ontdekten ze al snel dat de lokale bevolking aan de kust veel goud bezat. Ze noemden het gebied Castillo del Oro: ‘kasteel van goud’. De Spanjaarden vermoedden dat het goud uit de buurt moest komen.
Toen ze van de lokale bevolking verhalen hoorden over een volk diep in het Andesgebergte, van wie de leider bedekt in goud zou rondlopen, waren ze overtuigd: dit moest die schatrijke plek zijn waar al dat goud vandaan kwam.
De mythe van El Dorado
De legende van El Dorado werd door meerdere Spaanse ontdekkingsreizigers beschreven, waaronder Fernández de Oviedo en Juan Rodriguez Freyle. Volgens de overlevering moest een Muisca-heerser zich voorafgaand aan zijn kroning afzonderen in een grot. Vervolgens werd hij naar het meer van Guatavita gebracht, ongeveer vijftig kilometer ten noordoosten van Bogotá, in het huidige Colombia.
Leestip: De opkomst en ondergang van de Azteken
Eenmaal aangekomen werd hij uitgekleed en ingesmeerd met modder. Daarover werd goudstof geblazen, waardoor hij met een laag goud werd bedekt. Vervolgens stapte hij op een vlot dat was volgepakt met goud en juwelen. Terwijl dienaren het offer in het water gooiden, sprong de nieuwe koning in het meer. Eenmaal boven water was al het goud van hem gespoeld, en kon hij zijn troon gezegend bestijgen.
De zoektocht naar El Dorado
De Spanjaarden hebben geprobeerd om El Dorado te vinden. Steden als Cuzco en Tenochtitlan waren immers door hen al ontdekt en veroverd, dus El Dorado zou ook te vinden moeten zijn.
Conquistadores als Fransisco de Orellana, Gonzalo Jímenez de Quesada en Philip von Hutten zochten in de zestiende eeuw naar de mythische stad, maar zonder succes. De zoektocht naar El Dorado bleek ook niet zonder gevaren: zo begon De Quesada in 1569 met vijfhonderd man aan een expeditie om El Dorado te vinden. Twee jaar later keerden er slechts 26 levend terug.
Leestip: Waarom de mythe van Atlantis na ruim 2000 jaar nog niet is uitgedoofd
Was het hele verhaal over El Dorado dan een mythe? Vermoedelijk niet helemaal. Uiteindelijk wisten de Spanjaarden het meer van Guatavita te vinden. Toen ze het waterpeil lieten zakken, vond men aan de rand van het meer honderden stukjes goud.
In 1912 is door een Brits bedrijf geprobeerd het meer geheel droog te leggen. De modder op de bodem werd in de zon zo hard als steen, en tegen de tijd dat er boormaterialen waren gevonden was het meer weer volgelopen. De winst? Enkele voorwerpen en potscherven.
Zo leeft El Dorado vooral voort in de verhalen, bijvoorbeeld in een gedicht van schrijver Edgar Allan Poe (1849): ‘Ga over de bergen van de maan, door de vallei van de schaduw. En rijd nu dapper door, als je El Dorado zoekt.’
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!