Van de tombe van Toetanchamon tot de Dode Zeerollen, er lijkt haast geen maat te staan op de moderne archeologie. Hoe kan het dat Atlantis dan nog niet is gevonden?
Het is een vraag die archeologen geregeld wordt gesteld, zo ook aan David S. Anderson. ‘Ik krijg vaker vragen over pseudoarcheologie dan over echte archeologie,’ zegt Anderson, die is gespecialiseerd in Maya- en Meso-Amerikaanse archeologie.
Anderson geeft altijd hetzelfde antwoord: we zullen Atlantis niet vinden, het is een fictief eiland. Toch spreekt Atlantis bij veel mensen tot de verbeelding. Al meer dan 2000 jaar gaan er complottheorieën rond over het mogelijke bestaan ervan.
Waar komt het verhaal over Atlantis vandaan?
De Griekse filosoof Plato was de eerste persoon die schreef over Atlantis, in twee van zijn socratische dialogen uit de vierde eeuw v.C. Hij noemde het Atlantis nêso, of het ‘eiland van Atlas’, dat diende als een fictieve tegenhanger van Athene.
In Plato’s dialogen wordt Atlantis omschreven als een sterk ontwikkelde staat die ten onder ging nadat het Griekenland probeerde binnen te vallen. Als vergelding werd Atlantis gestraft door de goden, aldus Plato. Zij lieten natuurrampen los op het eiland, waarna het wegzonk in zee.
Hoewel Plato’s dialogen veel aanwijzingen bevatten dat de stad fictief is, sprak Atlantis bij veel mensen tot de verbeelding. Latere beweringen dat het een plaats zou zijn die werkelijk bestond, waarvan de overblijfselen bewijs bevatten van een verloren beschaving, bleken hardnekkig.
Atlantis als verklaring voor nieuw ontdekte samenlevingen
Honderden jaren na Plato’s overlijden wordt het Atlantis-verhaal nieuw leven ingeblazen. Eerst in geschriften van christelijke en joodse filosofen, daarna in romans van auteurs als Francis Bacon. In Het nieuwe Atlantis, dat kort na zijn dood in 1626 wordt gepubliceerd, voert hij Atlantis op als een utopische samenleving op een afgelegen eiland in de Grote Oceaan.
In die tijd moeten de Europeanen hard schaven aan hun kijk op de wereld, die door de vele ontdekkingsreizen en het toenemende contact tussen Europeanen en inheemse volken steeds groter lijkt te worden. ‘De westerse wereld had moeite om het bestaan van andere continenten en hun inwoners te verklaren vanuit de bijbelse of klassieke geschiedenis,’ zegt Anderson.
Met het verhaal van Atlantis verschaften de Europeanen zichzelf een uitleg hoe er andere ontwikkelde samenlevingen konden zijn, zonder inheemse volken daar erkenning voor te hoeven geven.
Zo was er de Amerikaanse schrijver en politicus Ignatius Donnelly (1831-1901). In zijn boek Atlantis: The Antediluvian World uit 1882 stelde Donnelly dat Atlantis verloren was gegaan bij de zondvloed uit het Oude Testament. Overlevenden van die ramp zouden de vroegste voorouders zijn van de moderne beschavingen zoals we die nu kennen. ‘Donnelly grijpt het Atlantis-verhaal aan om de hele geschiedenis te verklaren,’ zegt Flint Dibble, archeoloog aan Cardiff University in Wales.
Leestip:
vormt de Bermudadriehoek echt een gevaar voor vliegtuigen en schepen?
Geen historisch bewijs voor Atlantis
Sommige aanhangers van deze theorie deden een poging om Atlantis te vinden: ze zochten in de Middellandse Zee, de Grote Oceaan, de Atlantische Oceaan en zelfs bij Scandinavië. Maar volgens Dibble hadden ze heel wat tijd kunnen besparen als ze hun zoektocht in Athene waren begonnen – en hadden beëindigd.
In Plato’s dialogen draagt de filosoof Atlantis aan als tegenhanger van Athene, maar ook zijn beschrijving van Athene strookt niet met de archeologische gegevens die we van de stad hebben. Kortom: een waarheidsgetrouwe beschrijving van Athene geeft de filosoof niet. ‘Het verhaal kent geen historische basis,’ zegt Dibble, die veelvuldig onderzoek deed naar het oude Athene. Bovendien komt Atlantis niet voor in kunstwerken uit Plato’s tijd, wat erop wijst dat het een bedenksel was van de filosoof.
Het gebrek aan historisch bewijs voor het mogelijke bestaan van Atlantis weerhoudt mensen er echter niet van om door te gaan met hun zoektocht. Een veelgehoorde complottheorie is dat archeologen bewijs wordt achtergehouden voor het grote publiek. ‘Het idee dat archeologen zoiets zouden verzwijgen is lachwekkend,’ zegt Anderson. ‘Archeologen leven van zulke grote ontdekkingen, die zouden ze nooit achterhouden.’
Nog niet uitgelezen? Schrijf je ook in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.