In de negentiende eeuw droomden ingenieurs ervan om Europa en Amerika rechtstreeks met elkaar te laten communiceren via een onderzeese telegraafkabel. Maar hoe leg je duizenden kilometers kabel over de oceaanbodem, op ongekende diepten? Wat volgde waren riskante expedities, spectaculaire mislukkingen en uiteindelijk een doorbraak die de wereld voorgoed veranderde.
De eerste onderzeese telegraafkabels
In de eerste helft van de negentiende eeuw werden in Europa en Amerika veel telegrafienetwerken uitgerold. Maar één droom bleef: een lijn dwars door de Atlantische Oceaan om beide continenten met elkaar te verbinden.
De Amerikaanse uitvinder Samuel Morse experimenteerde al in 1842 met het leggen van onderzeese kabels. Hij schreef vol vertrouwen aan de minister van Financiën dat communicatie over de oceaan ooit mogelijk zou zijn. ‘Hoe verbazingwekkend ook, er komt een dag dat dit project zal worden gerealiseerd.’
Leestip: Hoe de Holland-Amerika Lijn miljoenen Nederlanders naar de Nieuwe Wereld bracht
In 1850 volgde er een eerste doorbraak: Frankrijk en Engeland werden via het Nauw van Calais verbonden. De lijn hield slechts kort stand, maar het was het begin van een reeks experimenten. Al in 1858 lagen er tientallen kabels op de zeebodem, waaronder een 574 kilometer lange lijn in de Zwarte Zee. Het idee om een trans-Atlantische verbinding te maken liet pioniers niet meer los.
Een enorme technische uitdaging
Een kabel leggen op de bodem van de Atlantische Oceaan was een monsterklus: er moest vierduizend kilometer kabel worden afrollen op diepten tot vierduizend meter. Hydrografische kennis was cruciaal, maar pas net voorhanden: kort daarvoor was er een dieptekaart gemaakt van het noordelijk deel van de oceaan.
De initiatiefnemers – onder wie Morse, ingenieur Frederick Newton Gisborne en de ambitieuze ondernemer Cyrus West Field – richtten de Atlantic Telegraph Company op. Met steun van aandeelhouders en de Britse overheid, die schepen beschikbaar stelde, begon het avontuur.
Leestip: Werd Manhattan in 1624 echt voor slechts 24 dollar verkocht aan Nederland?
De kabel zelf bestond uit zeven koperen draden, geïsoleerd met lagen guttapercha, een rubberachtig materiaal. Daar omheen zat een pantsering van ijzerdraden. Met een diameter van slechts 1,75 centimeter was de kabel verrassend flexibel en, zo dachten de ingenieurs, sterk genoeg om kilometers diep te worden neergelaten.
De eerste mislukte pogingen
In de zomer van 1857 vertrokken twee marineschepen – de USS Niagara vanuit de VS en HMS Agamemnon vanuit het VK – elk met de helft van de kabel. Midden op de oceaan moesten ze de lijnen aan elkaar koppelen en daarna koers zetten naar hun bestemmingen: Newfoundland in het westen en Valentia in Ierland in het oosten.
Maar de missie liep al snel spaak. Op een diepte van 3600 meter brak de kabel, en 650 kilometer aan arbeid ging verloren. Een tweede poging in 1858 mislukte eveneens, ondanks stormachtige inspanningen van de bemanning. De publieke opinie raakte steeds sceptischer: was dit project niet een onhaalbare fantasie?
Succes op de oceaanbodem
Toch gaven de pioniers niet op. In juli 1858 vertrokken de schepen opnieuw, dit keer vergezeld door twee extra vaartuigen. De omstandigheden waren gunstiger: de zee was kalm en de kabel kon langzaam en zorgvuldig worden uitgerold.
Op 4 augustus bereikten beide schepen hun bestemming. De verbinding stond. Voor het eerst in de geschiedenis waren Europa en Amerika direct met elkaar verbonden. De trans-Atlantische kabel werd aangesloten op de bestaande landlijnen en de wereld hield de adem in.
Het eerste telegram over de Atlantische Oceaan
Op 16 augustus 1858 verstuurde koningin Victoria vanuit Ierland het eerste telegram naar de Amerikaanse president James Buchanan. Haar boodschap luidde: ‘Ere zij God in de hoogte, en vrede op aarde aan alle mensen van goede wil.’
Leestip: Het zebrapad redde duizenden levens – toch zat niemand op de uitvinding te wachten
De twee staatshoofden wisselden berichten uit vol lof en hoop. Buchanan sprak van een ‘triomf die de mensheid meer ten goede komt dan een overwinning op het slagveld’. De kabel werd gevierd als een ‘achtste wereldwonder’. In New York wapperden vlaggen, vuurwerk lichtte de hemel op en kranten juichten over een technologische revolutie.
Toch bleek het succes broos. De berichten kwamen extreem langzaam door: het telegram van Victoria deed er bijna achttien uur over – amper één letter per twee minuten. Ingenieurs probeerden het signaal te versterken met hogere voltages, maar dat beschadigde de kwetsbare kabel. Al drie weken na de feestelijke opening was de lijn definitief buiten werking.
De doorbraak in 1866
Pas in 1866 kwam de echte doorbraak. Het gigantische stoomschip Great Eastern, te zien op de afbeelding bovenaan, slaagde erin een veel sterkere nieuwe kabel te leggen. Deze versie was dikker, beter geïsoleerd en bestand tegen de enorme waterdruk.
De transmissiesnelheid lag maar liefst tachtig keer hoger dan die van de kabel uit 1858. Eindelijk waren de twee continenten duurzaam en effectief verbonden. Wat ooit begon als een gewaagde gok, veranderde in een structurele verbinding die handel, diplomatie en communicatie voorgoed veranderde.
Het begin van een verbonden wereld
De trans-Atlantische kabel was meer dan een technologische prestatie: het was een symbool van een nieuwe tijd. Voor het eerst in de geschiedenis konden mensen aan weerszijden van de oceaan in bijna real time met elkaar communiceren.
De droom van Morse en zijn tijdgenoten was werkelijkheid geworden – en legde de basis voor onze huidige, digitale wereld, waarin kabels nog altijd de ruggengraat vormen van mondiale communicatie.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!