Kerstmis voelt als een oeroude traditie: samen eten, groen in huis en dagenlang feest. Toch zag het kerstfeest in de Middeleeuwen er heel anders uit dan we nu gewend zijn. Veel gebruiken die we vandaag vanzelfsprekend vinden, kregen pas eeuwen later hun vaste vorm. Hoe vierden mensen kerst in een tijd zonder kerstboom, kerstcadeaus of een uitgebreid kerstdiner?
Van het joelfeest naar kerst
De tradities rondom het hedendaagse kerstfeest zijn niet plotseling ontstaan, maar kennen een lange aanloop. Duizenden jaren geleden vierden Germaanse en Scandinavische culturen al een jaarlijkse midwinterperiode die bekendstaat als het joelfeest.
Het joelfeest viel rond de winterzonnewende, ongeveer op 21 december. Met grote vuren en uitbundige maaltijden werd gevierd dat de donkerste dag achter de rug was en het licht zou terugkeren. Deze periode duurde twaalf dagen, waarin eten, drinken en samen zijn centraal stonden. Het werd gezien als een belangrijke traditie ter voorbereiding op de winter, wanneer voedsel schaars werd.
Een mengeling van culturen
De tradities uit het joelfeest hadden later veel invloed op de christelijke winterfeesten. Vanaf de derde eeuw herdachten christenen al de komst van Christus, maar nog niet op 25 december zoals wij dat nu doen. Hoewel we deze dag tegenwoordig met de geboorte van Jezus verbinden, staat die datum nergens in de Bijbel vastgelegd. Wat wél al vroeg werd gevierd, was de ‘verschijning’ van Jezus op 6 januari, tijdens Driekoningen.
Wil je niets missen van onze verhalen? Volg National Geographic op Google Discover en zie onze verhalen vaker terug in je Google-feed!
Pas in de vierde eeuw besloot de christelijke kerk onder Paus Julius I om 25 december tot officiële geboortedag van Christus te maken. Die datum bood duidelijke voordelen: door kerst rond de bestaande midwinterfeesten zoals het joelfeest te vieren, konden missionarissen het christelijk geloof makkelijker vermengen met lokale tradities.
Leestip: Waarom vieren we tweede kerstdag?
In plaats van heidense gebruiken te verbieden, werd er een nieuwe religieuze betekenis aan gegeven. Door deze strategie kon het christendom steeds makkelijker door Europa worden verspreid. In de eeuwen die volgden groeiden de winterrituelen van heidenen en christenen zo geleidelijk naar elkaar toe. Daaruit ontstond het kerstfeest zoals middeleeuwse huishoudens dat elk jaar in december vierden.
Middeleeuwse kerst: twaalf dagen feest
In de Middeleeuwen was kerst geen ééndaags feest, maar het begin van een twaalfdaagse periode. De lengte van deze feesttijd sloot aan bij het oudere joelfeest, al kreeg het een nieuwe, christelijke betekenis. Op eerste kerstdag werden drie missen gevierd, van middernacht tot overdag, waardoor mensen een groot deel van de dag in een koude kerk doorbrachten.
Naast de religieuze plichten was kerst in de Middeleeuwen vooral een periode van uitbundige vieringen. Na de kerkmissen begon het feest echt: mensen aten dagenlang van grote banketten vol vlees, gekruide wijn en pasteien. In adellijke huizen zorgden muzikanten en kleine toneelstukken voor extra vermaak.
Middeleeuws mysteriespel
Een bijzonder onderdeel van deze periode was het Adam- en Eva-kerstspel, waarin het scheppingsverhaal werd uitgebeeld als een middeleeuws mysteriespel. In het decor stond een Paradijsboom: een groene boom versierd met rode appels die de verboden vrucht voorstelden. Hoewel de moderne kerstboom met kerstballen nog eeuwen op zich liet wachten, wordt deze Paradijsboom als een vroege voorloper gezien.
Ook het gebruik om huizen te versieren is al middeleeuws. Mensen haalden hulst, klimop en maretak naar binnen. Deze planten stonden in oudere Keltische tradities voor bescherming tegen boze geesten.
In veel huizen lag daarnaast een het joelblok: een groot stuk hout dat langzaam in de haard werd opgebrand, en zijn oorsprong kent in het joelfeest. Het was traditie om niet het hele blok op te branden, maar een klein deel daarvan te bewaren voor het volgende jaar.
Het einde van de kersttijd
De twaalfdaagse kerstperiode eindigde in de Lage Landen met Driekoningen op 6 januari. Gebruikelijk was het om op deze dag een koningstaart te bakken waarin een boon werd verstopt. Wie de boon vond, mocht die dag als ‘koning’ aan tafel zitten.
Leestip: Waar komt het verhaal over de Kerstman vandaan?
De vieringen waren meestal gezellig, maar konden ook rumoerig worden. Uit historische bronnen blijkt dat stadsbesturen in sommige plaatsen extra beveiliging inzetten om nachtelijke vieringen rustig te laten verlopen.
Na 6 januari keerde het gewone leven weer langzaam terug. In de eeuwen daarna bleven veel gebruiken uit de middeleeuwse kersttijd bestaan. Het groen in huis, de uitgebreide maaltijden en het samenzijn komen nog steeds terug in onze decembervieringen.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!










