Deze week kondigde het Centraal-Afrikaanse land Gabon de vorming van het grootste zeereservaat van Afrika aan, waar talloze kwetsbare flora en fauna beschermd zullen worden, waaronder de grootste broedende populatie van leder- en dwergschildpadden, en twintig soorten dolfijnen en walvissen.
Het netwerk van twintig zeereservaten zal 26% van de territoriale wateren van Gabon beschermen en beslaat in totaal 53.000 vierkante kilometer. Naast de vorming van het reservaat kondigde de regering van Gabon ook aan dat zij een visserijbeheer zal opzetten dat volgens experts het meest duurzame van heel westelijk Afrika zal zijn, in een regio die geplaagd wordt door overbevissing en illegale praktijken door buitenlandse vissersvloten. Om de visserij in deze wateren weer duurzaam te maken, zijn aparte zones voor commerciële visvangst en voor plaatselijke vissers ingesteld.
“Westelijk Afrika is een gebied met ongelooflijk rijke zeeën, maar die worden leeggezogen door internationale vissersvloten,” zegt Callum Roberts, zeebioloog en expert in het behoud van zeeleven aan de University of York in Groot-Brittannië. “In een paar decennia zijn de zeeën van westelijk Afrika veranderd van een hoorn des overvloeds van zeeleven in iets wat daar in de verste verte niet meer op lijkt. Er is dringend bescherming nodig om de visstanden weer in balans te brengen.”
Roberts bestudeert al meer dan dertig jaar de gezondheid van de oceanen. In een artikel dat deze week in de Proceedings of the National Academy of Sciences verscheen, schrijft hij dat zeereservaten niet alleen visbestanden beschermen, maar ook mariene ecosystemen helpen om zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. Omvangrijke en intacte ecosystemen zijn gezonder en beter uitgerust om zich aan te passen aan wat Roberts een “dodelijke cocktail” noemt: de verzuring van de oceanen, intense stormen, de stijging van de zeespiegel, verschuivingen in de leefgebieden van soorten en de verminderde beschikbaarheid van zuurstof in diepere wateren. Het verminderde zuurstofgehalte is al voelbaar in de Stille en Atlantische Oceaan, zegt Roberts, waar voedingsarme ‘oceaanwoestijnen’ tussen 1998 en 2006 met vijftien procent zijn toegenomen.
“De visserij heeft de grootste invloed op de ecosystemen van de oceaan gehad,” zegt Roberts. “Maar de klimaatverandering speelt een steeds grotere rol; in sommige ecosystemen is ze nu de grootste boosdoener.”
Roberts wil niet beweren dat zeereservaten zullen helpen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Hij zegt liever dat gezondere habitats deze ecosystemen weerbaarder maakt. Zo kunnen koraalriffen niet worden beschermd tegen de opwarming van de zee. Maar door de riffen te beschermen tegen overbevissing, sleepnetten en vervuiling door afvalwater vanaf land, kan de weerbaarheid van deze koralen worden versterkt, en dat kan helpen wanneer ze zich na periodes van bleking moeten herstellen. In de Chagos Marine Protected Area, in een afgelegen stuk van de Indische Oceaan, leeft nu koraal dat niet meer wordt blootgesteld aan stressfactoren als gevolg van menselijke activiteiten, waardoor het een ongelooflijk herstelvermogen blijkt te hebben opgebouwd. Ruim negentig procent van het rif stierf af tijdens een periode van bleking in 1998. Maar in 2010 had het rif zich geheel hersteld.
Zo ook zagen experts in een zeereservaat bij Baja California een enorme toename (met een factor tien) van het aantal roofvissen, nadat het gebied onder bescherming was gesteld.
Netwerken van beschermde zeereservaten kunnen ook opstapjes of ‘bruggenhoofden’ vormen voor koloniserende soorten die zich noordwaarts richting koelere zeeën verplaatsen, aldus Roberts. Het Papahanaumokuakea Marine National Monument in het noordwesten van de Hawaïaanse archipel is een ‘strategisch toevluchtsoord’ voor koraalecosystemen die door de klimaatverandering mogelijk gedwongen worden om zich richting de Noordpool te verplaatsen.
“Sinds we de bescherming hebben ingesteld, gaat het alleen maar de goede kant op,” zegt hij. “We zien het aan de terugkeer van grote soorten die zeer hoge leeftijden bereiken. Hoe groter en ouder de flora en fauna in de zee, des te vruchtbaarder ze worden wat betreft nakomelingen. Het zijn dan fonteinen van nakomelingen in zee, bijvoorbeeld larven, die dan door oceaanstromingen worden meegevoerd en andere gebieden opnieuw bevolken. Dit is een positieve manier om klimaatverandering tegen te gaan.”
Minder dan drie procent wordt beschermd
De wereld telt nu 11.212 beschermde zeegebieden. Maar samen vormen ze slechts 2,98 procent van de oceanen, volgens het Marine Conservation Institute, een wetenschappelijke non-profitorganisatie in Seattle.
Twee andere maatregelen kunnen het beeld aanvullen. Als reservaten op open zee niet worden meegerekend, beschermen de resterende gebieden 7,29 procent van de mariene habitats die binnen de Exclusieve Economische Zones (EEZ’s) van tweehonderd zeemijl buiten de kust van alle landen ter wereld liggen. En als we alleen zeegebieden meerekenen waarin niet gevist mag worden of andere activiteiten mogen plaatsvinden, zoals mijnbouw, gaat het om slechts 1,63 van de oceanen.
De reservaten waar geen hulpbronnen mogen worden gewonnen, zijn de best beschermde gebieden, maar ze zijn niet evenredig over de wereldzeeën verdeeld, zegt Russell Moffitt, analist natuurbescherming van het instituut. Er zijn maar enkele tientallen zeer grote zeereservaten, waaronder de wateren van het Pacific Remote Islands Marine National Monuments, de Britse Pitcairneilanden en de Britse Chagos Marine Protected Area.
Deze week komen de Verenigde Naties in New York voor hun eerste Oceaanconferentie bijeen, om de achteruitgang in de gezondheid van de zeeën te bespreken. De VN hebben de landen van de wereld opgeroepen om vóór 2020 tien procent van hun zeeën te beschermen. Er zijn inmiddels zo’n vijfhonderd nieuwe zeereservaten in de planning, maar veel van die voornemens zijn op de lange baan geschoven of verzand in procedures en conflicten.
Chili wil het grootste zeereservaat van Zuid-Amerika instellen om de visstanden rond Paaseiland te beschermen, maar het land is vastgelopen in onderhandelingen met de Rapa Nui, de plaatselijke bevolking van het eiland. Zo ook steken de beoogde zeereservaten rond de Cookeilanden en de Nieuw-Zeelandse Kermadec-eilanden nog in de planningsfase.
Roberts en andere experts menen dat de doelstellingen van de VN niet ambitieus genoeg zijn. Wat er werkelijk nodig is, is dat de zeeën weer gezond worden gemaakt – en dat betekent dat dertig procent van de oceanen beschermd gebied moet worden.
“Tien procent is een goede stap richting het einddoel, maar we moeten ons aan de wetenschap houden,” zegt Matt Rand, directeur van de Pew Charitable Trusts Bertarelli Ocean Legacy. “We hebben doortastende besluitvormers nodig, die gezamenlijk streven naar een doelstelling die door wetenschappers is omschreven. Het zal de volgende generatie zijn die de gevolgen van onze maatregelen, of het gebrek daaraan, zal ondervinden.”
‘Ongelooflijk belangrijk’
Gabon behoort tot een handvol landen die de VN-doelstelling al hebben gehaald; het land heeft zijn oppervlak aan beschermd zeegebied verdubbeld en deed dat drie jaar vóór de streefdatum. Maar het was niet eenvoudig. Er was een doortastende president voor nodig die zelf ging kijken wat er op het spel stond.
Het project was ook te danken aan de jarenlange inspanningen van organisaties als de Wildlife Conservation Society, de Waitt Foundation, het Gabonese Agentschap voor Nationale Parken en het Pristine Seas Project van National Geographic, dat Gabons 885 kilometer aan kustlijn in kaart bracht, tijdens een één maand durende expeditie in 2012. Voorbeelden van de schatten die onder de zeespiegel verborgen lagen en door illegale visserij werden bedreigd, werden gepresenteerd aan de Gabonese president Ali Bongo Ondimba, aan boord van het onderzoeksschip van de Waitt Foundation, Plan B. De president besloot ter plekke om in te grijpen – het startsein voor de instelling van het netwerk van zeereservaten.
“De rijkdom die we tijdens onze Pristine Seas-expeditie van 2012 in de wateren van Gabon zagen, was adembenemend. Maar we zagen ook bedreigingen, vooral van de industriële visserij,” zegt Enric Sala, de National Geographic explorer en expert in mariene ecologie die Gabon hielp bij het ontwikkelen van het netwerk.
Het plan werd in 2014 aangekondigd en in de volgende drie jaar verder uitgewerkt tot een netwerk van twintig beschermde zeegebieden. Het grootste zeepark is La Réserve Aquatique du Grand Sud du Gabon, een uitbreiding van het bestaande Nationale Park van Mayumba tot de buitengrens van de EEZ van Gabon, tweehonderd zeemijl van de kust. Dit gebied beschermt nu 27.000 vierkante kilometer aan mariene habitats, van de stranden tot vierduizend meter diepe oceanen.
“Dit is ongelooflijk belangrijk en een voorbeeld voor andere landen,” zegt Sala. “Als Gabon het kan, waarom zouden bijvoorbeeld Europese landen het niet kunnen?”