Tussen de vloed aan innovatieve oplossingen die de afgelopen jaren zijn bedacht om de wereld van de plasticvervuiling te verlossen, is die van Tom Szaky misschien wel de meest gedurfde.

Nee, hij heeft niet geprobeerd de zoveelste formule te bedenken waarmee plastic in een bioafbreekbaar product wordt omgetoverd, een doel dat talloze ondernemers tot nu toe tevergeefs nastreven. Ook heeft hij geen nieuwe manieren bedacht om plastic verpakkingen voor nieuwe plastic verpakkingen te hergebruiken.

In plaats daarvan heeft Szaky een heel ouderwets concept uit het begin van de vorige eeuw nieuw leven ingeblazen: hervulbare verpakkingen met statiegeld. Dat idee werd voor het eerst in de jaren twintig van de vorige eeuw geïntroduceerd door Coca-Cola, toen het bedrijf zijn product nog in dure glazen flesjes verkocht en die flesjes weer terug naar de eigen bottelarijen moesten. Coke hanteerde een statiegeld van twee dollarcent, zo’n veertig procent van de kosten voor het frisdrankje, en het bedrijf kreeg 98 procent van zijn flesjes weer terug, waardoor ze veertig- tot vijftigmaal konden worden hergebruikt. Statiegeldprogramma’s behoren nog steeds tot de meest efficiënte methoden om verpakkingen in te zamelen.

Deze blikjes met Hagen Dazsijs zijn van roestvrij staal Het bedrijf Loop gebruikt deze en andere hervulbare verpakkingen om alledaagse etenswaren op duurzame wijze te kunnen aanbieden
Deze blikjes met Häagen Dazs-ijs zijn van roestvrij staal. Het bedrijf Loop gebruikt deze en andere hervulbare verpakkingen om alledaagse etenswaren op duurzame wijze te kunnen aanbieden.
courtescy TerraCycle, Loop

Tien maanden geleden zette Szaky het bedrijf Loop op, een online bezorgservice die gebruikmaakt van stevige, herbruikbare containers. Het gewaagde van zijn onderneming – of het risico, als je een van zijn geldschieters bent – is dat Loop de uniformiteit van het herbruikbare frisdrankflesje is overstegen en nu meer dan driehonderd verschillende producten verkoopt, van etenswaren tot wasmiddelen, in verpakkingen in diverse maten en materialen. Het meest kenmerkende product van Loop is Häagen-Dazs-ijs in een blikje van roestvrij staal en isolatiemateriaal dat voorkomt dat het product te snel smelt.

In zijn ietwat afgetrapte jeans en hoodie is de 38-jarige Szaky een typische millennial-ondernemer. 17 jaar geleden stopte hij met zijn studie aan de Princeton University en werd uitvinder in de afvalbranche. Hij richtte TerraCyclep, een afvalverwerkingsbedrijfje dat zo’n vijftien kilometer van de Princeton-campus was gevestigd.

Hij bedacht hoe je wegwerpluiers, sigarettenpeuken en een waslijst aan andere, niet-recyclebare producten toch kon recyclen. Na verloop van tijd raakte hij geïnteresseerd in het herstellen van de kringloop zoals die in vroeger tijden werd gehanteerd, en het elimineren van wegwerpverpakking.

“Het idee van Loop is dat we van het verleden moeten leren en teruggaan naar een model dat zegt: als je deodorant koopt, dan betaal je alleen voor het product en leen je de verpakking,” zegt hij.

Loop is onderdeel van een nieuwe trend om hervulbare verpakkingen als serieus alternatief voor plastic wegwerpverpakkingen aan te bieden. De drankenindustrie breidt haar gebruik van herbruikbare flessen steeds verder uit; een brouwerij in Oregon beweert de eerste in de VS te zijn die een navulbaar biersysteem voor de hele staat heeft opgezet. Maar belangrijker nog is dat innovaties als die van Loop, gericht op het bedenken van nieuwe verpakkingsmethoden voor producten die niet zo eenvoudig zijn na te vullen, steeds meer geldschieters vinden en ook de aandacht van grote multinationals trekken.

Starbucks en McDonalds werken in Californië nu samen in het pilotprogramma NextGen Cup Challenge, waarbij koffie in herbruikbare bekers wordt verkocht. Als het project werkt, zouden beide ondernemingen het milieu niet langer belasten met miljarden weggegooide bekers van karton dat is uitgerust met een dun laagje plastic aan de binnenkant om lekkage te voorkomen.

En in Chili werkt de startup Algramo (‘per gram’ in het Spaans) aan een vervanging voor wegwerpzakjes waarin kleine hoeveelheden producten wordt verkocht en waarvan er in Afrika en Azië miljarden als zwerfvuil eindigen. De zakjes zijn bedoeld om koffie, tandpasta en andere waren betaalbaar voor armen mensen te maken door ze ook in heel kleine hoeveelheden aan te bieden. De zakjes zijn doorgaans niet-recyclebaar en maken een groot deel uit van het plastic zwerfafval op deze continenten. Algramo heeft een distributiesysteem van verkoopautomaten ontwikkeld waarin etenswaren en schoonmaakproducten in kleine, herbruikbare verpakkingen worden verkocht. Vorig jaar december won Algramo de prijs ‘Ocean Plastic Innovation Challenge’ en een beurs van 100.000 dollar van National Geographic en Sky Ventures voor zijn toepassing van het principe van de kringloopeconomie.

Szaky geeft een rondleiding door het pakhuis van Loop, waar pas nagevulde verpakkingen worden verstuurd en lege, teruggebrachte verpakkingen binnenkomen. Hij vindt het ironisch dat deze aloude methode pas weer is opgedoken nu er sprake is van een wereldwijde afvalcrisis.

“Vijf jaar geleden had dit niet gekund,” zegt hij. “Niemand zou er op hebben ingetekend.” De klanten niet, die een stevig statiegeld moeten betalen, en ook de bedrijven niet, die Szaky ervan heeft overtuigd aan het experiment mee te doen.

Klanten en retailers zouden het idee als té onrealistisch en ingewikkeld hebben afgedaan en er weinig in hebben gezien. Alleen al de kosten van de distributie, die soms over vijf of zes schijven loopt, zou investeerders hebben afgeschrikt.

Maar toen, vrijwel van de ene dag op de andere, veranderden de omstandigheden. Szaky prees zijn idee aan op het World Economic Forum in het Zwitserse Davos en wist onder andere Nestlé, Unilever, Procter & Gamble, Coca-Cola en PepsiCo ervan te overtuigen om mee te doen.

Meer aandacht voor plastic afval

We vergeten weleens hoe snel het ‘plasticlandschap’ is veranderd. Nog maar tien jaar geleden debatteerden wetenschappers en plasticfabrikanten over de vraag of wegwerpplastics eigenlijk wel een probleem waren.

Maar in 2011 riep de Ocean Conservancy wetenschappers, activisten en CEO’s uit de plasticindustrie bijeen om met een plan te komen, dat in 2012 uitmondde in de Trash Free Alliance, waarin alle partijen konden samenwerken, ook al was er nog geen consensus over het probleem bereikt.

“De vraag was nog steeds: is [plasticvervuiling] gewoon een lelijk gezicht of is het echt een probleem?” herinnert George Leonard zich, hoofdwetenschapper van de Conservancy. “Elk van de kampen bleef bij zijn eigen zienswijze. De ngo’s zeiden dat de wereld vergaat en de plasticsector zag niet echt een probleem. Maar wij denken dat we echt een probleem hebben.”

Aan dat debat kwam in 2015 feitelijk een einde door de publicatie van het eerste grondige onderzoek waarin werd aangetoond dat er elk jaar gemiddeld achtenhalf miljoen ton plasticafval in de wereldzeeën wordt gespoeld. De jaren daarna werden gekenmerkt door een stortvloed aan campagnes tegen plasticvervuiling, verboden op plastic zakken en andere wegwerpproducten, beloftes van winkelbedrijven om meer verpakkingen van recyclebaar materiaal te gebruiken, grootschalige investeringen in recyclingcentrales en internationale schoonmaakacties.

Uit een telling van Richard Thompson, de Britse zeebioloog die de term ‘microplastic’ bedacht, blijkt hoe snel plastic veranderde van product tot probleem. In 2011, het jaar waarin de Ocean Conservancy zijn bijeenkomst hield, werden er 103 wetenschappelijke artikelen gepubliceerd met het woord ‘plastic’ erin. In 2019 stond de teller inmiddels op 879 wetenschappelijke studies.

“Godzijdank hebben we die horde genomen,” zegt Chelsea Rochman, een zee-ecologe van de University of Toronto die aan het hoofd staat van een werkgroep van wetenschappers die meerdere oplossingen voor het plasticprobleem op hun haalbaarheid test. Ook het adviesbureau Systemiq, met vestigingen in Londen, München en Indonesië, voert dat soort beoordelingen uit. De resultaten van beide projecten zou het verdere debat over de te volgen aanpak kunnen vormgeven.

Intussen moeten we beseffen dat van de 9,2 miljard ton plastic die tot nu toe in de wereld is geproduceerd, 6,9 miljard ton als afval is geëindigd. Het meeste van dat afval – 6,3 miljard ton, maar liefst 91 procent – is nooit gerecycled. Dat cijfer was zó schokkend dat het Britse bureau voor de statistiek het in 2018 uitriep tot ‘statistiek van het jaar’. In dat jaar stopte China met het opkopen van afval uit de rest van de wereld, waardoor het recyclen van plasticafval nóg problematischer is geworden.

Los van recycling wordt twaalf procent van het plasticafval verbrand, vooral in Europa en Azië. Zo’n 79 procent komt op de vuilnisbelt terecht of eindigt als zwerfaval in het milieu. Dat de plasticproductie in de afgelopen decennia razendsnel is gegroeid, blijkt uit het feit dat de helft van alle plasticproducten die ooit zijn vervaardigd ná het jaar 2000 zijn gefabriceerd. In een rapport uit 2016 van het World Economic Forum wordt geschat dat de plasticproductie de komende twintig jaar zal verdubbelen.

En ten slotte is plastic enorm goedkoop om te produceren. Het zijn die lage kosten die verhinderen dat er naar een economisch haalbaar en wereldwijd systeem voor het opnieuw gebruiken of het anderszins elimineren van plasticafval wordt gezocht.

“Gerecycled en hergebruikt plastic heeft weinig waarde. Nieuw plastic is goedkoper om te produceren,” zegt Leonard. “Waarom zou iemand iets anders doen dan het fabriceren van nóg meer nieuw plastic? Het is commercieel niet slim om iets anders te doen.”

Terug naar de toekomst

Los van het economische aspect worden de meeste oplossingen die worden aangedragen om de hoeveelheid plasticafval terug te dringen, geplaagd door problemen: talloze technologische kwesties moeten nader worden uitgezocht, er doet veel onjuiste informatie de ronde en er is een gebrek aan uniforme standaards, zodat de consument de bomen door het bos niet ziet. Bioafbreekbare plastics worden vaak niet in de natuur afgebroken, vooral niet in de oceanen, waar ze eerder tot microplastic verbrokkelen dan verdwijnen. De meeste composteerbare materialen vereisen hoge temperaturen om door verhitting te worden afgebroken, waardoor ze alleen in industriële composteercentrales kunnen worden verwerkt. Zo wordt composteerbaar materiaal op de vuilnisbelt niet afgebroken. De termen ‘bioafbreekbaar’ en ‘composteerbaar’ worden vaak door elkaar gebruikt, maar staan voor heel verschillende zaken. Materiaal dat bioafbreekbaar is, kan composteerbare materialen ook verontreinigen.

Deze composteerbare sixpackdrager is gemaakt van afvalproducten van een bierbrouwerij
Deze composteerbare sixpack-drager is gemaakt van afvalproducten van een bierbrouwerij.
Mark Thiessen, Nat Geo Image Collection

Volledig composteerbaar bestek
Volledig composteerbaar bestek.
Rebecca Hale and Mark Thiessen

Ook bij mechanische recycling, waarbij plasticafval tot kleine fragmenten wordt vermalen en dan wordt omgesmolten tot nieuw plastic, treden vaak verontreinigingen op, bijvoorbeeld door verkeerde types plastic, aarde en voedselresten. Plasticsoorten die via deze weg worden verwerkt, kunnen slechts enkele keren worden omgesmolten, waarna ze hun sterkte en andere eigenschappen verliezen.

Chemische recycling, waarbij plastic wordt afgebroken tot de oorspronkelijke moleculen waaruit het bestond, is een oplossing voor beide problemen. Analisten in de sector beschouwen deze optie als de meest veelbelovende, en het aantal bedrijven dat bij chemische recycling is betrokken, groeit met de dag. Maar het is nog altijd een flinke uitdaging. Deze methode is duur, waardoor het de vraag is of ze op voldoende grote schaal kan worden toegepast om enig verschil te maken.

Hoe het ook zij, beide vormen van recycling en ook compostering zijn afhankelijk van het slechtst functionerende onderdeel van de plasticverwerking: iemand moet het inzamelen en sorteren.

Vorig jaar mei begon Loop met projecten in en rond New York en Parijs. Later dit jaar wil het bedrijf zijn activiteiten uitbreiden naar Groot-Brittannië, Toronto en Tokio, en in 2021 naar Duitsland en Australië. Aan de productlijn worden volgens Szaky elke week één à twee producten toegevoegd, terwijl ongeveer elke maand een nieuwe retailer zich voor het project aanmeldt. Omdat consumentengedrag zeer lastig is te veranderen, denkt Szaky dat het gebruik van hervulbare verpakkingen zo dicht mogelijk in de buurt moet komen van het normale boodschappen doen. Hij gaat samenwerken met Walgreens en Kroger om speciale schappen met navulbare verpakkingen in te richten, die lijken op de gewone schappen met veelgebruikte etenswaren.

Als de technologie van de plasticverwerking uiteindelijk naar behoren is ontwikkeld, zal alles van de consument afhangen – een uitdaging die misschien wel de lastigste van allemaal is. Als materiaal op zichzelf is plastic volgens Szaky niet de boosdoener in het verhaal, maar de manier waarop het wordt gebruikt. Het idee van wegwerpplastic is nu zeventig jaar oud, dus stelt hij een retorische vraag: “Waar gaat het ons als winkelend publiek om? Gemak, betaalbaarheid en kwaliteit. Geen van deze drie dingen hebben ook maar iets te maken met duurzaamheid.”

Hij stelt dat de consumenten de belangrijkste acteurs in het oplossen van de plasticcrisis zijn. Zij hebben het vermogen om veranderingen in het bedrijfsleven af te dwingen met hun portemonnee.

“We stemmen met onze voeten, elke dag weer, met ons geld, en vertellen bedrijven wat wij willen, dus moeten we die macht serieus nemen,” zegt hij. “We zouden minder moeten kopen en ervoor zorgen dat de dingen die we wél kopen onderdeel zijn van een kringloop.”

Noot van de redactie: dit artikel is gecorrigeerd om te verduidelijken hoeveel plastic er sinds 2000 is geproduceerd. Het artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com