Met een hoogte van 5895 meter is de Kilimanjaro de hoogste berg van Afrika en de op drie na hoogste van de ‘Seven Summits’ (de hoogste bergen van de zeven continenten). Het kost vijf tot acht dagen op grote hoogte om de tocht naar de top en weer terug te volbrengen.
Op mijn 25e had ik nog nooit een tent opgezet of een serieuze bergbeklimming ondernomen. Toen mijn vriendje zei dat de Kilimanjaro op zijn bucket list stond, ging ik meteen akkoord, zonder echt goed te weten wat me te wachten stond.
Ik beklom de berg met Materuni Tours, een touroperator die wordt geleid door de opmerkelijke Ambrose, een Tanzaniaan die uitstekende prijzen en nog betere service biedt. We kozen voor de zevendaagse Machame-route. Je wordt door een team voorbereid, met alle benodigde adviezen en uitrusting, maar hieronder volgen wat zaken die vaak niet vermeld worden:
Toiletgedoe
Neem je eigen toiletpapier mee. Houd twee rollen droog in een plastic zak en doe ze in je dagbagage – het heeft geen zin om ze diep in je rugzak weg te stoppen als je negen uur onderweg bent! Ik moest hartelijk lachen om de volgende tip die we kregen, maar de toilettent was de 130 euro die we ervoor uitgaven meer dan waard. Het is een minitentje dat je bij elke overnachting vlak naast je slaaptent opzet. Het toiletje is heel eenvoudig, maar het voorkomt dat je lang in de rij moet staan of midden in de nacht tientallen meters naar een paar toiletkuilen in de grond moet lopen.
Waterpraat
Je moet water blijven drinken. Veel water. Na de eerste dag komt het water uit beekjes in de buurt en kun je het met jodiumpillen ontsmetten. Ik was geen fan van die jodiumsmaak en vond het fijn dat we nuun-tabletten bij ons hadden. probeer een paar merken en smaken uit om erachter te komen wat je lekker vindt (mijn lievelingssmaak was pink lemonade). Hoewel ik niet kan zeggen dat ik er meer energie door kreeg, bleef ik dankzij de tabletten wel goed gehydrateerd!
Tijdverdrijf
Dit is voor iedereen weer anders, maar nadat ik onze route van een week had doorgenomen, pakte ik ook een klein dagboekje, een pak speelkaarten, wat aquarelverf en mijn digitale spiegelreflexcamera met 50-mm-lens in. Later bleek dat we weinig tot geen vrije tijd hadden. Tijdens het bergwandelen deden we het rustig aan, waardoor we vaak pas om vijf uur ’s middags op onze kampeerplek aankwamen. Daar werden we opgewacht met thee en snacks, waarna we al snel gingen eten en wat met onze gidsen kletsten. Na het eten vielen we door de hoogte meestal om acht uur ’s avonds in slaap. Die speelkaarten en waterverf heb ik nooit nodig gehad.
Opwarmen
We warmden onszelf uiteindelijk op met handwarmerpads, maar niet op de gebruikelijke manier. Omdat ik de meeste foto’s met mijn mobieltje maakte, kon ik met behulp van handwarmers de batterij sparen. Bewaar een handwarmerpad in je jaszak om de batterij tussen het foto’s maken door warm te houden.
Longtraining
Je hoeft geen marathons te lopen om een berg te kunnen beklimmen. Hoewel er een select groepje mensen is dat marathons in de bergen aflegt, is dat niet waar het bij deze reis om gaat. Wij werden vergezeld door mensen van alle leeftijden en fitnessniveaus. Op grote hoogte gaat het om het tempo waarin je iets doet en om luisteren naar je lichaam. In de maanden voorafgaand aan de beklimming bereidde ik mijn longen op de hoogte voor door een paar keer per week HIIT-sessies (high-intensity interval training) te doen; daardoor hoef je dus geen hoogtetrainingen te doen.
Luisteren
Hoe goed je je ook hebt voorbereid en hoeveel verhalen je ook hebt gehoord, het belangrijkste is dat je goed luistert. Iedereen acclimatiseert op zijn of haar eigen wijze, dus luister naar je gidsen en naar je eigen lichaam – en let op de berg. Als je moe bent, stop je. Als je je duizelig voelt, drink je water. Als je door een vrouw van zeventig wordt ingehaald, doe je niet moeilijk. Het is geen race naar de top, maar een reis die je voor jezelf onderneemt, dus je kunt er beter maar de tijd voor nemen. Op dag twee had ik geen eetlust meer en was ik misselijk en uitgeput. We hadden nog vier dagen tot de top te gaan en het gevoel bekroop me dat mijn lichaam niet zou acclimatiseren. Maar na veel slaap en water voelde ik me op de middag van dag drie weer goed. Vanaf dat moment ging het alleen maar beter.
Topnacht
Haal goed adem, drink veel water en doe alles letterlijk stapje voor stapje. Op de dag dat we naar de top zouden klimmen, kwamen we in de late namiddag aan, aten we wat, zetten we onze tenten op en gingen we zo vroeg mogelijk slapen. Om elf uur ’s avonds stonden we op, dronken en aten we weer wat en deden we extra kledinglagen aan (ik sliep op vijf lagen en onder zes lagen.) Met helmlampen die ons pad verlichtten, begonnen we aan de lange, donkere tocht naar een top die we niet konden zien. De lichtpuntjes in de verte leken kilometers ver weg, maar je moet niet te ver vooruitkijken en stapje voor stapje verder trekken. Als je te veel opkijkt, krijg je last van je nek en voelt die zeven uur durende tocht eindeloos lang aan. En toen stonden we op de top – boven op de hoogste berg van Afrika. De zon ontfermde zich over het landschap en verlichtte de wereld.
Bedank je gidsen
Volgens de regels van het natuurpark mag niemand zonder gids de berg op. En de kampeer- en kookregels schrijven voor dat de meeste klimmers in gezelschap van ‘ondersteunend personeel’ aan hun tocht moeten beginnen, met gidsen, dragers en een kok. Dankzij deze groep van elf plaatselijke begeleiders wisten we de top te halen, en hoewel deze begeleiding eigenlijk een vereiste is, moet je niet vergeten ze een passende fooi te geven. Ze accepteren zeker ook kleding, waterflessen, schoenen en andere uitrusting die je misschien wilt achterlaten.
Verwen jezelf
Geniet van een heerlijke douche, was je haar tweemaal en doe een welverdiend dutje. Je hebt iets ongelooflijks gepresteerd, dus beloon je geradbraakte lijf daarna met een adembenemende safari of een weekendje aan het strand in Zanzibar.