Sinds Edmund Hillary en Tenzing Norgay in 1953 als eersten de top van Mount Everest bereikten, heeft de klimsport op de hoogste berg op aarde enorme veranderingen doorgemaakt. We weten inmiddels veel meer over het dak van de wereld, en dankzij talloze technologische innovaties en verbeterde klimvoorzieningen slagen elk jaar honderden alpinisten erin de berg te bedwingen. Maar het beklimmen van Mount Everest is niet zonder risico’s en er hangt ook nog eens een aardig prijskaartje aan. Dit moet je weten voordat je aan het avontuur begint.
Waar ligt Mount Everest en wanneer ontstond hij?
Mount Everest, die in het Nepalees ‘Sagarmatha’ en in het Tibetaans ‘Chomolungma’ wordt genoemd, ligt op de grens tussen Nepal en Tibet en is het hoogste punt van de reusachtige Himalaya.
Aardwetenschappers schatten dat de Everest vijftig tot zestig miljoen jaar oud is, wat naar geologische maatstaven nog piepjong is. De berg is ontstaan door de enorme opwaartse kracht die ervoor zorgt dat de Indiase Plaat op de Euraziatische Plaat botst, waarbij gesteentelagen worden opgestuwd. Die krachten zijn ook vandaag de dag nog actief, waardoor Mount Everest elk jaar met iets meer dan een halve centimeter omhoog wordt geduwd.
Wat zijn de risico’s van het beklimmen van Mount Everest?
Op de top van de 8848,86 meter hoge Mount Everest is de luchtdichtheid nog maar een derde van die op zeeniveau, waardoor klimmers op de berg te maken kunnen krijgen met zuurstofgebrek. Wetenschappers hebben dan ook vastgesteld dat het menselijk lichaam er niet op is berekend om permanent op een hoogte van meer dan zesduizend meter te verblijven.
Naarmate bergbeklimmers dichter tot de top komen en hun zuurstofopname steeds lager wordt, neemt het risico op de bekende hoogtekwalen toe. Denk aan longoedeem, hersenoedeem en embolieën. Ook stijgt de kans op bevriezing op deze extreme hoogte: het hart krijgt steeds meer moeite het hele lichaam van voldoende zuurstof te voorzien en begint prioriteiten te stellen. De belangrijkste organen worden als eerst beschermd, de vingers als laatst.
De overgrote meerderheid van de alpinisten die de Everest bestijgen, maakt gebruik van zuurstoftanks om de effecten van de hoogte te verminderen. Maar het gebruik van perslucht uit tanks brengt nadelen met zich mee. Ten eerste zijn de tanks zwaar, en daarnaast hangt er een flink prijskaartje aan. Ook zorgen ze voor veel afval: lege cilinders worden vaak op de berg gedumpt.
Met het inademen van perslucht houdt een klimmer zijn of haar zuurstofgehalte op kunstmatige wijze gelijk aan op het niveau in het basiskamp. Maar wanneer de perslucht al voor het bereiken van de top opraakt, is het lichaam soms niet in staat om snel genoeg wennen aan de plotselinge zuurstofafname. De zuurstofflessen zijn bovendien berucht om hun onbetrouwbaarheid, zoals Everestgids Adrian Ballinger in 2018 tijdens een klim naar de top ondervond. Zijn hele team had toen last van problemen met de ademhalingsapparatuur.
Tekst gaat verder onder de gallery
Welke routes leiden naar de top?
Er zijn in totaal zeventien verschillende routes naar de top van de Everest bekend, maar vrijwel iedereen volgt één van de twee hoofdroutes. Vanuit Nepal loopt de route over de Zuidcol, die in 1953 door Tenzing Norgay en Edmund Hilary werd uitgezet. Vanuit Tibet is er de beklimming over de Noordcol, waar George Mallory in 1924 verdween. Pas in 1960 werd deze weg voor het eerst met succes afgelegd, door een Chinees team.
Hoewel beide hoofdroutes volgens ervaren alpinisten ongeveer even zwaar zijn, stuiten klimmers op de twee trajecten op verschillende uitdagingen. Via de Zuidcol moeten ze de verraderlijke Khumbu-ijsval passeren, maar deze route is wel het kortst en in geval van nood het eenvoudigst af te dalen. Via de Noordcol is het mogelijk om in jeeps helemaal tot aan het basiskamp te rijden, maar moeten alpinisten een relatief groot deel van de route boven de 8200 meter klimmen, voordat ze de top bereiken.
Hoe druk is het op de Everest?
In de jaren negentig werd het beklimmen van Mount Everest steeds populairder, mede doordat buitenlandse gidsen commerciële beklimmingen voor alpinisten op de Everest begonnen aan te bieden. Ondanks de risico’s trekt de berg elk jaar vele honderden klimmers aan van over de hele wereld. In 2021 gaf het Nepalese ministerie van Cultuur, Toerisme en Burgerluchtvaart 408 vergunningen voor beklimmingen van de Everest uit, een recordaantal.
Wie zijn de Everest-gidsen?
Voor plaatselijke touroperators en de Nepalese overheid is het alpinisme op Mount Everest big business. Afhankelijk van de diensten die worden aangeboden en de expertise van de berggidsen, kost het beklimmen van Mount Everest veertig- en honderdduizend dollar. In 2018 inde het ministerie van Cultuur en Toerisme 4,2 miljoen euro aan leges voor vergunningen.
De sector leunt op de expertise van een kleine groep professionele Nepalese berggidsen. Zij voorzien de Nepalese route elk voorjaar van vaste klimtouwen en ladders en bevoorraden de verschillende kampen met tenten, fornuizen, zuurstoftanks en proviand. Vervolgens leiden de gidsen buitenlandse klanten naar de top van de berg.
Van oudsher werden Sherpa’s, de Tibetaanse stam die het dichtst bij de top van de berg woonde, ingehuurd om voorraden de berg op te dragen. Inmiddels is het woord ‘sherpa’ synoniem is geworden met elke gespecialiseerde drager. Tegenwoordig werken leden van talloze etnische groepen als berggidsen, die officieel als ‘hooggebergtewerkers’ worden aangeduid.
Met een gemiddelde Everest-expeditie, die ongeveer drie tot vier maanden duurt, verdienen een sherpa tussen de 2500 en vijfduizend dollar. Dankzij scholingsprogramma’s doorlopen deze Nepalese berggidsen nu steeds vaker dezelfde opleiding als buitenlandse hooggebergtegidsen.
Hoelang duurt een Everest-expeditie en wat is de beste reistijd?
Doorgaans zijn de weersomstandigheden op de top van de Everest in de tweede helft van mei het gunstigst, maar de voorbereidingen voor een beklimming beginnen al maanden eerder. De meeste teams komen eind maart bijeen in Kathmandu om te acclimatiseren. Terwijl ze naar het basiskamp trekken, zijn medewerkers van de tourorganisaties en sherpa’s al op de berg zelf, waar ze zware voorraden aanvoeren en de weg naar de top gereedmaken.
In april ondernemen de alpinisten vervolgens meerdere proefbeklimmingen, waarbij ze naar steeds hogergelegen kampen trekken en daar overnachten om aan de inspanning op grote hoogte te wennen. De eerste Nepalese berggidsen hebben de top dan al bereikt. Wanneer alles volgens plan verloopt, is in de tweede week van mei een route van talloze kilometers gereed. Deze leidt van het basiskamp naar de top en is voorzien van vaste klimtouwen. Ook zijn er meerdere goed bevoorrade kampen langs de route ingericht.
Na een laatste rustpauze – sommige teams trekken zich zelfs helemaal terug van de berg om op lagere hoogte te herstellen – neemt de laatste klim vanaf het basiskamp naar de top doorgaans vier tot vijf slopende dagen in beslag. Wanneer alles zonder tegenslag verloopt, zijn de klimmers begin juni weer beneden.
Hoe gevaarlijk is het beklimmen van Mount Everest?
Volgens de Himalayan Database zijn er tot nu toe meer dan driehonderd bergbeklimmers omgekomen op Mount Everest. Ongeveer circa 1,2 procent van de alpinisten weet niet levend terug te keren.
‘Statistisch gezien is het beklimmen van Mount Everest met de jaren steeds veiliger geworden, vooral door de beschikking over betere uitrusting, nauwkeurigere weersvoorspellingen en goedgeorganiseerde touroperators,’ zegt de gerenommeerde Everest-historicus Alan Arnette. ‘Van 1923 tot 1999 kwamen 170 mensen op de berg om het leven, 14,5 procent van de 1169 mensen die in die periode de top haalden. Maar tussen 2000 en 2018 daalde dat cijfer tot 1,5 procent: 123 doden op 7990 mensen die de top haalden.’
Hoe ziet de top eruit?
De top van de berg is een kleine koepel van sneeuw ter grootte van een eettafel. Er kunnen niet meer dan zes mensen tegelijk op staan. Op drukke dagen moeten klimmers wachten op hun beurt om een selfie op het dak van de wereld te kunnen nemen.
Zijn er nog onontdekte plekken op Mount Everest?
De nieuwste route naar de top van de berg werd in 2004 uitgezet door een Russisch team. Hoewel de grootste flanken en cols van de Everest stuk voor stuk zijn bedwongen, zijn er voor alpinisten nog altijd talloze bijzondere routes te ontdekken, waaronder de nog nooit beklommen Fantasy Ridge en de zogenaamde Horseshoe Traverse: de gewaagde oversteek van de Everest naar de twee aangrenzende achtduizenders, de Lhotse en de Nuptse.
‘De Everest is in veel opzichten nog een onbeschreven blad,’ zegt alpinist en National Geographic-fotograaf Cory Richards. ‘Hij is nog even hoog, koud en ongenaakbaar als altijd. Hoe je deze berg gaat beklimmen, is niet alleen een kwestie van klimvaardigheid maar ook van creativiteit. Je kunt bekende uitdagingen altijd op een nieuwe manier benaderen, en de Everest is daarop geen uitzondering.’
Noot van de redactie: dit artikel verscheen oorspronkelijk op 22 januari 2019 en is geactualiseerd. Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com.