Met de onbegrensde reismogelijkheden vandaag de dag is het lastig plekken voor te stellen waar je niet à la minute een ticket voor kan boeken. En toch, ze bestaan nog. Want midden in de Grote Oceaan, op maar liefst 5300 kilometer van het dichtstbijzijnde vasteland, ligt Pitcairn: een volkomen afgelegen, maar bewoond eiland.
Met een oppervlakte van een kleine vijf vierkante kilometer is het hoofdeiland van de gelijknamige archipel bepaald niet groot, nog kleiner dan het waddeneiland Rottumerplaat. Oogverblindende natuur, een inwonersaantal ver onder de honderd en een bizarre geschiedenis maken Pitcairn tot een van de maagdelijkste plekken op aarde.
De muiters van de HMS Bounty
Pas in 1767 kwam de eilandengroep voor het eerst op de radar van de westerse wereld. Hoewel sporen van eerdere bewoning werden gevonden – naar alle waarschijnlijkheid van Polynesiërs – trof zeeman Robert Pitcairn het eiland onbewoond aan: de naam was snel gekozen. Nog geen dertig jaar later meert de HMS Bounty aan, met aan boord negen muiters van Britse komaf en een handje vol Tahitiaanse vrouwen.
Het plan? Onderduiken voor het Engelse regime – muiterij werd immers streng bestraft – en het opbouwen van een nieuw bestaan. Dit lukt, totdat walvisvaarders de afgezonderde gemeenschap in 1808 per toeval herontdekken en het eiland officieel wordt ingelijfd bij het Britse Rijk. Vanaf dat moment zou Pitcairn, zij het met de nodige uitdagingen en tegenslagen, altijd bewoond blijven.
Zelfvoorzienend en zonder dokter
Sterker nog: de ongeveer vijftig inwoners stammen allemaal direct af van de achttiende-eeuwse Bounty-bemanning. En ook al maakt internet het contact met de buitenwereld inmiddels een stuk eenvoudiger, nog altijd zijn de eilandbewoners grotendeels op zichzelf aangewezen. Groente en fruit worden zelf verbouwd. Vis wordt dagelijks gevangen rondom het eiland. In hoofdstad Adamstown is één supermarkt die slechts enkele dagen per week geopend is.
Zo’n driemaal per jaar stopt er een schip op weg van naar Nieuw-Zeeland naar het Panamakanaal, om goederen af te leveren die een halfjaar (!) ervoor zijn besteld. The Pitcairn Miscellany voorziet maandelijks in het laatste lokale nieuws. Gezondheidsklachten? Dat kan lastig worden. Een dokter is namelijk lang niet altijd aanwezig. De voertaal is het Pitcairnees – een creoolse mix van Engels en Tahitiaans – en het bestuur is in handen van de zogeheten Eilandraad.
Bestemming van je leven
De laatste decennia opent Pitcairn voorzichtig zijn deuren voor toeristen. Let wel: een vliegveld of een haven ontbreekt. Bezoek is enkel mogelijk per schip, slechts een paar keer per jaar en alleen bij gunstige weersomstandigheden. Bij slecht weer is aanmeren te riskant en keer je onverrichterzake huiswaarts. Heb je echter flink gespaard, trekt je maag de veertig uur durende bootreis én zijn de weergoden je goed gezind, bereid je dan voor op het avontuur van je leven.
Met open armen – en met al hun handgemaakte koopwaar in aanslag – zullen de eilandbewoners je ontvangen aan wal, of zelfs per sloep al tegemoet varen. Verwacht geen hotel, maar juist een knus opgemaakte logeerkamer bij de bewoners thuis. De locals een handje helpen met hun dagelijkse werkzaamheden geeft je een kijkje in het dagelijks leven van een van de meest afgelegen gemeenschappen ter wereld.
Avontuurlijke must-do’s als vissen, hiken en duiken krijgen een compleet nieuwe dimensie in deze ongeëvenaard ongerepte omgeving. Zin om naar huis te gaan? Dan is het hopen op goed weer. Alhoewel het natuurlijk absoluut geen straf is een paar daagjes langer op deze parel te verblijven...
Christian (1990) schrijft als Digital Editor verhalen voor de website van National Geographic. Studeerde geschiedenis en journalistiek. Maakte luchtige televisie voor de Keuringsdienst van Waarde en serieuze radio voor de buitenlandredactie van de NOS. Bezig aan een boek over de Amsterdamse volkswijk Tuindorp-Nieuwendam. Zelfverklaard klimaatgekkie en slow traveler. Groot liefhebber van Latijns-Amerika. Kweekt eigen groenten in de buurtmoestuin, zwerft graag rond in zijn groene camperbusje – bij voorkeur naar bestemmingen zonder bereik.