Dit artikel verscheen in de 1e editie National Geographic Magazine 2021.

Tijdens mijn ochtendwandeling op 16 september zwaaide ik naar wat misschien wel mijn microbische buren zijn. De planeet Venus was mooi zichtbaar, naast de maan. De avond ervoor had in het teken gestaan van wereldnieuws. Sterrenkundigen hadden fosfine ontdekt in de atmosfeer van Venus – een stof die op aarde vooral wordt geproduceerd in fabrieken en drugslabs, maar ook door sommige bacteriën. Zouden soortgelijke organismen ook huizen in de atmosfeer van Venus? Is er buitenaards leven op de planet next door?

Venus staat niet bekend om haar bewoonbaarheid. In 1962 stuurde NASA de sonde Mariner 2 naar Venus. Een toen nog jonge Carl Sagan, de sterrenkundige die het heelal dichtbij bracht op tv, blikte toen vooruit op wat Mariner daar zou aantreffen. ‘Ik veronderstel dat het oppervlak een grote woestijn is, zonder vloeibaar water, zeker geen planten, en zonder kans op wat voor soort leven dan ook.’ De resultaten van de missie in 1962 bevestigden Sagans voorspelling.

Venus was al te heet en te zuur voor ruimtesondes, laat staan voor leven. In de jaren zeventig en tachtig stuurden de VS en de Sovjet-Unie nog enkele tientallen missies naar Venus. Alleen de Russische sondes waagden zich aan landingen. In totaal negen vaartuigen drongen door tot het oppervlak, waar ze het stuk voor stuk niet langer dan anderhalf uur uithielden voordat ze bezweken onder de hoge luchtdruk.

Tot op de dag van vandaag liggen ze daar, als vertrapte blikjes. Een handvol foto’s werd teruggestuurd – geen fijne vakantiekiekjes, maar beelden van de rotsachtige, dorre hel die Sagan had voorspeld.

Het oppervlak van Venus mag dan onbewoonbaar zijn, in haar bovenste luchtlagen is het een ander verhaal. Daar heerst juist een aangenaam tropische temperatuur van een graad of dertig, zij het in een extreem zure atmosfeer. Toen dit duidelijk werd, enkele jaren na de eerste verkenningstocht van Mariner 2, leek het Sagan en enkele anderen toch wel mogelijk dat in de Venuswolken een ecosysteem van microben kon bestaan.

Deze met valse kleuren verrijkte opname van Venus werd op 14 februari 1990 op een afstand van 27 miljoen kilometer gemaakt door de ruimtesonde Galileo Aan de foto is een blauwige waas toegevoegd om subtiele schakeringen in de wolkenpartijen te benadrukken
Deze met valse kleuren verrijkte opname van Venus werd op 14 februari 1990 op een afstand van 2,7 miljoen kilometer gemaakt door de ruimtesonde Galileo. Aan de foto is een blauwige waas toegevoegd om subtiele schakeringen in de wolkenpartijen te benadrukken.
NASA, JPL

Een halve eeuw later werd de ontdekking van fosfine op Venus dan ook breed uitgemeten in het nieuws. Krantenkoppen probeerden elkaar te overtreffen: ‘een mogelijk teken van leven op Venus’ (het oorspronkelijke persbericht) werd al snel ‘sterke aanwijzingen’ (Het Parool) en zelfs ‘sporen van buitenaards leven’ (VRT). The New York Times gaf het weerbericht op Venus: ‘Bewolkt, met een kans op microbisch leven.’ De ene na de andere ruimte- vaartondernemer maakte zijn lanceerplannen bekend. Venus is het nieuwe Mars in de zoektocht naar buitenaards leven, zo leek het.

Intussen waren wetenschappers – zowel binnen als buiten het fosfineonderzoeksteam – eens gezind in hun voorzichtigheid. Fosfine is geen direct en onomstotelijk bewijs van leven. Op Venus zijn de condities heel anders dan op aarde, het is niet uitgesloten dat het gas daar uit geologische processen zou kunnen voortkomen. Om daarachter te komen, is meer onderzoek nodig, luidde zoals altijd het refrein. ‘Wat we nu nodig hebben is dat de wetenschappelijke gemeenschap ons werk aan flarden scheurt,’ merkte coauteur Clara Sousa-Silva op in de Los Angeles Times.

Ironisch genoeg werd Sousa-Silva op haar wenken bediend. Binnen een maand verschenen drie studies – waaronder één waaraan zij zelf had meegewerkt – die de aanwezigheid van fosfine in twijfel trekken. De detectie verdween zelfs geheel als men de telescoopdata op een andere manier verwerkte. In dat geval wordt er helemaal geen fosfine gemeten, althans niet op de hoogte in de atmosfeer waar is gekeken. Momenteel werken alle betrokken teams aan een grondige herinterpretatie van de data en graven zij diep in het archief van oude waarnemingen, om te kijken of de fosfine zich daarin – met de kennis van nu – wel of juist niet laat zien.

Op de dag dat ik deze column afrond, verschijnen er twee nieuwe artikelen online. Je telescoop pakken en opnieuw gaan kijken – de automatische reactie van een sterrenkundige – kan helaas voorlopig niet; de komende maanden staat Venus alleen overdag aan de hemel. De oorspronkelijke waarneming is dus niet meer zo zeker, maar dat wil niet zeggen dat er geen fosfine is. De wolken van Venus zijn dik, misschien moeten we gewoon dieper kijken.

Fosfine of niet, wat levert deze nieuwe blik op Venus ons op? In het gunstigste geval vinden we een ecosysteem van eencellige wezens die hun kortstondig bestaan slijten in extreem zure wolkendruppels in een atmosfeer van broeikas gassen, kilometers boven het verschroeide oppervlak van een met vulkanen bezaaide woestijnplaneet. Zijn deze deerniswekkende aliens wel de moeite waard om kennis mee te maken?

Jazeker, vindt Sousa-Silva. ‘Ik denk dat de zoektocht naar de bewoonbaarheid van Venus interessant is voor veel mensen omdat wij als soort empathischer zijn dan we denken. Hoe bijzonder we ook denken dat wijzelf zijn, wij zijn in staat om anderen te beschouwen zelfs als deze ons zeer vreemd voorkomen, en er toch verbondenheid mee te voelen. Een doel van mijn werk is om de wetenschappers en het publiek ervan te overtuigen dat leven in het heelal waarschijnlijk niet aan onze standaarden voldoet. Het zal een eigen biochemie hebben, eigen regels, wellicht zelfs dromen en ambities. Buitenaards leven is niet per se gevaarlijk, het is bovenal onbekend.’

Onbekend maakt bemind, zo lijkt het – ook om een andere reden. Er is een soort lugubere interesse in de mogelijkheid van het bestaan van buitenaards leven op Venus, juist omdat de planeet qua samenstelling en omvang vrijwel een kopie van de aarde is. In een grijs verleden was Venus mogelijk bewoonbaar, maar sindsdien is – waarschijnlijk door vulkanisme – een ontspoord broeikaseffect op gang gebracht. Wat overblijft is een extrapolatie van het zwartste klimaatscenario op aarde. Als we kijken naar Venus, kijken we misschien wel naar onze eigen toekomst.

Dit artikel verscheen in de 1e editie National Geographic Magazine 2021.