Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de National Geographic Society.

Rachel Friend en haar gezin waren ten einde raad. Zij, haar man en hun twee jonge kinderen hadden alles om een gelukkig leven te leiden, maar zoals wel vaker voelde dat leven chaotisch en onoverzichtelijk aan. In het huis draaide het om de schoonmaak, de kinderoppas en allerlei huishoudelijke taken. Dus riepen ze de hulp van een expert in: Marie Kondo, een wereldberoemde ‘opruimcoach’ die haar tv-serie Tidying Up with Marie Kondo op Netflix over haar werk bericht.

De Japanse Kondo heeft mensen in de hele wereld geholpen om overbodige spullen uit hun huis en leven te bannen. Van haar boek, The Life-Changing Magic of Tidying Up: The Japanese Art of Decluttering and Organizing (2014), werden meer dan anderhalf miljoen exemplaren verkocht. En haar tv-serie werd een enorme hit bij de kijkers.

In de loop van enkele weken ruimde de familie Friend hun huis in Los Angeles helemaal op – en bracht daarmee volgens Rachel Friend ook meer helderheid in hun leven.

“Het was een echt baanbrekende ervaring, die ons veel meer bewust heeft gemaakt over alles wat zich in ons leven afspeelt,” zegt zij.

Kondo’s opruimmethode, waarbij spullen op zachtaardige wijze uit huis en leven worden verwijderd, levert gezinnen veel nieuwe kastruimte en keurig geordende plekken op. Maar dat goede werk kan ook leiden tot zakken vol afval en een berg spullen om weg te gooien.

Enkele van die spullen kunnen aan familie, vrienden en bekenden worden doorgegeven of aan derden worden geschonken. Maar veel ervan wordt weggegooid. Voor de opruimer geldt ‘opgeruimd staat netjes’, maar in het grotere geheel van onze planeet is dat niet het geval. De aarde heeft helaas geen afvalcontainer of -verbrander.

“Ik ben bang dat het nadenken over de eindbestemming van al dat afval geen deel uitmaakt van het opruimproces,” zegt Kate O’Neill, expert in milieupolitiek aan de University of California in Berkeley. “Het idee dat het zijn weg wel zal vinden wanneer het eenmaal buiten de deur is gezet, is verkeerd.”

Meer invloed op het afvalprobleem heeft volgens veel opruimers het bredere besef dat aan het begin van het proces staat: dat we zorgvuldiger moeten nadenken over wat we eigenlijk allemaal in huis halen.

De opruimmethode

De aanpak van Kondo (die zichzelf ‘KonMari’ noemt) bestaat uit enkele eenvoudige stappen en regels. Ten eerste moet alles worden geïnventariseerd. Alle kleren, van zomerse T-shirts tot winterjassen, worden stuk voor stuk tevoorschijn gehaald, omhooggehouden en aan de volgende vraag van de eigenaar onderworpen: maakt dit hemdje mij blij? Heb ik iets met deze stropdas? Als het antwoord ‘nee’ is, dan wordt er afscheid genomen, met een lief bedankje voor de bewezen diensten.

De kleren zijn het eerst aan de beurt, dan volgen de boeken en daarna paperassen, zoals mappen vol belastingdocumenten, abonnementen en diverse poststukken. Dan is het de beurt aan komono, overbodige voorwerpen en spulletjes die in bijna elk huishouden rondslingeren, van divers keukengerei tot ongebruikte verzorgingsproducten. Daarna worden ook gevoeliger zaken als foto’s en aandenkens onder de loep genomen. De volgorde is geen wet van Meden en Perzen, maar aan het einde van het proces zal de opruimer een goed overzicht hebben van praktisch alles wat hij of zij bezit.

De dingen die “blij maken”, kunnen blijven. De rest kan weg.

Maar wat is ‘weg’? En wat gaat er allemaal ‘weg’? Het blijkt dat er heel veel wordt weggegooid, waaronder allerlei spullen van plastic of met plastic erin.

Zo zette de familie Friend in de loop van haar grote schoonmaak minstens dertien grote vuilniszakken vol spullen bij het vuil. De helft daarvan bestond uit kleding, schoenen en accessoires – niet van plastic maar wel met veel plastic onderdelen. Andere zakken zaten vol speelgoed en bakjes met onbruikbaar geworden etenswaar en losse spulletjes – hoofdzakelijk van plastic. De afvalberg wordt verder aangevuld met plastic klerenhangers, kleine huishoudelijke apparaten, kapot keukengerei en nog veel meer.

Sommige spullen kunnen natuurlijk worden weggegeven en een nieuw leven krijgen, maar heel veel – vooral kapotte zaken en prullaria – belanden in de afvalbak.

Afvalverwerkers beschikken niet over gedetailleerde gegevens om na te gaan of er sinds het begin van Kondo’s tv-serie ook meer afval wordt aangeboden, maar overal ter wereld hebben kringloopwinkels en zaken in tweedehandsspullen sinds het begin van de show een toename in het aanbod gemeld. In de VS zagen sommige kringsloopwinkels een duidelijke opleving in januari, die ze toeschreven aan de invloed van haar programma: in Houston 22 procent meer vergeleken met een jaar eerder, in Roanoke een toename van 20 procent, in Grand Rapids van 16 procent. In Australië meldden sommige kringloopcentra een groei van bijna 40 procent in het afgelopen jaar.

Af van de wegwerpcyclus

Eerder had Kondo verklaard dat ze hoopt dat mensen haar methode kunnen gebruiken om kritisch te kijken naar hun eigen relatie met spullen. Idealiter denken de opruimers na het proces beter na over wat ze in hun leven willen aanschaffen, waardoor ze uiteindelijk minder dingen kopen en weggooien.

Veel mensen in de geïndustrialiseerde wereld kopen een ongekende hoeveelheid spullen – waarvan de meeste bestemd zijn voor eenmalig of kortstondig gebruik en al snel in afvalstromen terechtkomen. Economen hebben gemerkt dat er een duidelijk verband bestaat tussen de robuustheid van de economie van een land en de hoeveelheid afval die dat land produceert.

“Het fundamentele probleem is dat we niet in staat zijn gebleken om economische groei los te koppelen van afvalproductie, die gelijk opgaat met consumptie,” zegt Stan Krpan, directeur van Sustainability Victoria, een milieu-instelling van de Australische staat Victoria. “Veel mensen vinden dat consumptie prima is, maar we moeten erkennen dat consumptie een prijs heeft en dat die prijs door het milieu wordt betaald.”

Jenny Albertini, een consultant in Washington DC die door Marie Kondo is gecertificeerd, ziet dat haar cliënten tijdens het opruimen erkennen dat ze geneigd zijn te veel spullen te kopen en te bewaren. “Het proces helpt mensen soms om tot de kern van het probleem door te dringen: waarom heb ik al deze spullen überhaupt gekocht?” zegt zij. “Heb je die lotion gekocht omdat je dat wilde of omdat je op zoek was naar iets minder tastbaars?”

Jessica Louie, een KonMari-consultant uit Pasadena, Californië, gaat tijdens het opruimproces vaak meteen met haar cliënten in gesprek over duurzaamheid. Zo helpt ze hen om in plaats van nieuwe opslagcontainers voor de opgeruimde spullen te kopen, iets te gebruiken dat ze al in huis hebben. Vaak helpt het proces gezinnen ook om veel plastic uit hun leven te bannen.

“We hebben duidelijk een probleem met plasticvervuiling,” zegt zij, “dus praten we bijvoorbeeld over manieren om op glas over te stappen of over het veranderen van gewoonten, zodat je bijvoorbeeld vóór het boodschappen doen weet wat je in huis hebt, zodat je je aankopen daarop kunt afstemmen. Het gaat erom dat je deze methode van zorgvuldigheid toepast op allerlei aankopen, met name als het om plastic gaat.”

Ze moedigt mensen niet aan om spullen weg te gooien die ze al in huis hebben en die goed werken – dat zou alleen maar tot meer afval leiden. Wel vraagt ze haar cliënten goed na te denken over de aankoop van nieuwe plasticproducten.

Voor Rachel Friend heeft het proces veel aspecten van haar verhouding met spullen en afval veranderd. “Feit is dat de simpele daad van opruimen heel bevredigend kan zijn. Maar bij dit proces werkte dat veel verder door, zodat je gaat kijken naar de hele manier waarop je met je omgeving en met het milieu omgaat.”

Uiteindelijk is het volgens haar de hele planeet die opgeruimd moet worden – en dat kan beginnen met een eerste stap.

Lees verder op natgeo.nl/stopmetplastic

De National Geographic Society en Sky Ocean Ventures zijn begonnen met de Ocean Plastic Innovation Challenge, waarbij probleemoplossers wordt gevraagd om innovatieve oplossingen te bedenken voor het wereldwijde probleem van de plasticvervuiling. Stuur je oplossing voor 11 juni in.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com