In het najaar begint Elma Jashim aan haar studie geneeskunde. Ze kijkt ernaar uit, maar ze vindt het ook spannend: zullen de maandelijkse emotionele schommelingen die ze ervaart door haar menstruele cyclus niet botsen met het drukke studieschema? Elke keer rond het begin van haar ongesteldheid merkt Jashim dat ze hooggevoelig wordt voor emotionele impulsen. ‘Zelfs als ik op werk een kleine fout maak, kan ik al in huilen uitbarsten.’
Welke veranderingen in het brein deze emoties uitlokken, weten we nog niet precies. Maar uit steeds meer onderzoeken blijkt dat geslachtshormonen bepaalde delen van de hersenen beïnvloeden.
Vervormingen in het brein
Gemiddeld ervaren vrouwen in hun leven bijna 450 menstruele cycli. Zo’n cyclus herhaalt zich elke 25 à dertig dagen en wordt gekenmerkt door stijgingen en dalingen van de geslachtshormonen oestrogeen en progesteron.
Onderzoeken bij ratten en andere zoogdieren toonden al aan dat het hormoon oestrogeen de omvang van sommige hersengebieden kan veranderen. Uit recente MRI-scans blijkt dat hormonenschommelingen tijdens de menstruele cyclus ook bij mensen kunnen leiden tot serieuze vervormingen in de hersengebieden die betrokken zijn bij emoties, geheugen, gedrag en de overdracht van informatie.
‘Het is fantastisch te zien dan het volwassen brein snel kan veranderen,’ zegt Julia Sacher, psychiater en neurowetenschapper bij het Max Planck Instituut in Leipzig en hoofdonderzoeker in een van de studies.
Bewijs in het menselijk brein
Na het rattenonderzoek werden wetenschappers nieuwsgierig: vind je dezelfde effecten bij een menselijk brein tijdens de maandelijkse hormoonschommelingen?
‘Kunnen we het eens heel precies onderzoeken? Kunnen we de hersenen van één persoon dertig, vijftig of zelfs honderd keer in beeld brengen?’ vroeg neurowetenschapper Emily Jacobs zich af. Een van de onderzoekers in Jacobs groep besloot daarop in 2020 haar brein een maand lang elke 24 uur te laten scannen. ‘Ze was een soort Marie Curie van de hersenwetenschap,’ zegt Jacobs. Uit de dertig hersenscans van de vrouw bleek dat hormonen haar hippocampus vervormden en verbindingen in haar brein opnieuw rangschikten.
Uitdijende hippocampus
Sindsdien zijn er met vervolgonderzoeken soortgelijke effecten aangetoond. Zo gebruikten Sacher en haar team een extra gevoelige MRI-scanner om proefpersonen te scannen op specifieke momenten in hun cyclus. Daaruit bleek dat de buitenste laag van de hippocampus uitdijde bij een toename van oestrogeen en een afname van progesteron. Bij een toename van progesteron zagen de onderzoekers een uitbreiding in de hersenlaag waar het geheugen wordt geregeld.
Uit een ander onderzoek bleek dat niet alleen de dikte van grijze stof, maar ook de structuur van witte stof fluctueerde tijdens hormonale schommelingen. Grijze stof zit vooral aan de buitenkant van de hersenen en bestaat voornamelijk uit zenuwcellen, witte stof zit vooral aan de binnenkant van het brein en verbindt de zenuwcellen met elkaar als een soort snelwegen voor informatie.
Dat een gebied dat zich bezighoudt met geheugen groter wordt, betekent niet per se dat dit ook een effect heeft op het geheugen van die persoon. Meer onderzoek is nodig om eventuele verbanden bloot te leggen. Sacher: ‘Het is hoog tijd dat we in ons onderzoek naar de gezondheid van vrouwen de focus leggen op het brein.’