Toen dinosaurussen de aarde bevolkten, moesten kleine zoogdieren zich aanpassen om niet opgemerkt te worden door de grote jagers. Een felle kleur was riskant, maar een donkere vacht hielp hen om ’s nachts onzichtbaar te blijven. Dankzij fossiele haren hebben wetenschappers nu ontdekt welke kleur hun vacht had.
Fossiele haren
Om dit te achterhalen, analyseerde een internationaal onderzoeksteam zes fossielen van zoogdieren, gevonden in China. Deze dieren leefden in het Mesozoïcum, een tijdperk dat zich uitstrekte van 252 tot 66 miljoen jaar geleden. De resultaten, gepubliceerd in het vakblad Science, zijn duidelijk: de vroege zoogdieren hadden een donkerbruine vacht.
Leestip: Deze diersoorten zijn al miljoenen jaren oud, en bestaan nog steeds
‘De fossielen hebben de tand des tijds buitengewoon goed doorstaan,’ vertelt evolutionair bioloog Liliana D’Alba, docent aan de Universiteit van Gent en mede-onderzoeker van de studie. Toch is het met het blote oog vrijwel onmogelijk om de kleur van de zoogdieren te bepalen. Daarvoor moest het team een andere methode toepassen en de fossiele haren op microscopisch niveau bestuderen.
Van vorm naar kleur
De kleur van haren wordt bepaald door kleine deeltjes, melanosomen. ‘Deze deeltjes geven ons echt een blik op het verleden,’ vertelt D’Alba. ‘Elke vorm komt overeen met een specifieke kleur, zodat we een beeld kunnen krijgen van de vacht van deze dieren.’
Melanosomen kunnen een ronde of langwerpige vorm hebben, legt D’Alba uit. ‘Dat zijn de twee uitersten, maar alles daartussenin is ook mogelijk. Al die vormen komen overeen met een specifieke kleur. Is de melanosoom rond, dan geeft dit een roodachtige kleur. Is hij langwerpig, dan wordt de vacht zwart.’
‘De melanosomen van zoogdieren vandaag de dag hebben allerlei vormen, wat zorgt voor een grote variatie aan kleuren,’ voegt ze toe. ‘Maar de melanosomen van de fossielen vertonen een veel gelijksoortigere vorm. Deze dieren moeten een egaalgekleurde, donkerbruine vacht gehad hebben.’ Maar waarom evolueerden de voorouders van de huidige zoogdieren naar deze kleur?
Mogelijke redenen
Om dat te begrijpen, moeten we eerst kijken naar de kleuren die zoogdieren nu hebben. ‘Felle, opvallende kleuren kunnen bijvoorbeeld helpen bij het aantrekken van partners. Een mandril heeft felblauwe en rode kleuren om potentiële partners aan te trekken.’
Leestip: Voor deze dieren is camouflage een koud kunstje
Wat we weten over vroege zoogdieren, is dat ze vooral ’s nachts actief waren. Sommigen leefden in de toppen van bomen, anderen groeven zich in de grond. Overdag, wanneer kleuren zichtbaar zouden zijn, waren ze nauwelijks actief. ‘Omdat kleuren dan niet opgemerkt werden door andere dieren, was er geen reden voor deze dieren om opvallende kleuren te ontwikkelen,’ legt D’Alba uit.
Een andere mogelijke verklaring is dat hun donkere kleur hen onopvallend maakte. ‘De donkere vacht viel ’s nachts niet op; het mengde zich met de omgeving, waardoor ze goed verborgen bleven voor roofdieren.’
Toekomstig onderzoek
Er staan nog steeds vragen open over de kleur van dierenvachten. ‘De deeltjes die we hebben onderzocht, geven de vacht een rode of donkerbruine kleur,' vertelt D'Alba. 'Maar sommige dieren, zoals de gestreepte koeskoes (Pseudochirops archeri), hebben een groenachtige gloed. We weten nog niet precies waar die vandaan komt.’
Leestip: Het felgekleurde achterlijf van de pauwspin dient een belangrijk doel
Toen de dinosaurussen uitstierven, kwam er ruimte vrij voor zoogdieren om zich verder te ontwikkelen. Vanaf dat moment zagen we een explosie van kleur en diversiteit. PhD-student Jessica Dobson van de Universiteit van Gent, co-auteur van het onderzoek, onderzoekt momenteel hoe het ontstaan van deze kleuren verklaard kan worden.
Steun de missie van National Geographic en krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium. Word nu lid!