Aan beide zijden van een diepe kloof in de hoge Peruaanse Andes zakt een hangbrug griezelig door boven de rivier de Apurímac.
Elk voorjaar komen de inwoners van meerdere dorpen hier bijeen om deel te nemen aan een vernieuwingsceremonie. Werkend aan beide zijden van de rivier, trekken de dorpelingen een reusachtige touwkabel van ruim dertig meter lengte en zo dik als een dijbeen over de oude hangbrug. Niet lang daarna wordt de oude brug losgesneden en stort deze in de diepe kloof. In een drie dagen durend feest van werk, gebeden en ceremonies wordt er ter plekke een nieuwe brug over de rivier geknoopt.
De Q’eswachaka-brug wordt al vijf eeuwen lang telkens weer vernieuwd en opnieuw over de kloof getrokken.
Honderden jaren lang was het de enige verbinding tussen beide oevers van deze rivier in de Peruaanse provincie Canas. Het is slechts een van de vele hangbruggen die in de tijd van de Inca’s werden aangelegd en deel uitmaakten van een netwerk waarmee alle windstreken van het uitgestrekte Incarijk onderling werden verbonden en dat tegenwoordig de ‘Grote Incaweg’ wordt genoemd. Het wegennet besloeg ruim veertigduizend kilometer en verbond gebieden met elkaar die tot dan toe van de buitenwereld waren afgesneden, waardoor soldaten, ijlbodes en ook gewone burgers tot in alle uithoeken van het rijk konden doordringen.
Het wegennet was onderdeel van wat de Inca’s als hun lotsbestemming zagen: “Het veroveren van de wereld en het brengen van orde na een tijd van chaos,” zegt José Barreiro, assistent-directeur onderzoek en directeur van de afdeling Latijns-Amerika van het Smithsonian National Museum of the American Indian. Barreiro was medecurator van een tentoonstelling over de Incaweg en deed onderzoek naar de Q’eswachaka-brug.
“Deze bruggen vormden een belangrijk onderdeel van de uitbreiding van het Rijk vanuit Cuzco, in vier richtingen en door het extreem uitdagende terrein van de Andes,” zegt hij.
De Spaanse kolonisten die het Rijk in de zestiende eeuw ten val brachten, waren onder de indruk van de technisch vernuftige hangbruggen, die waren aangelegd op plekken waar rivieren te breed waren om met houten draagbalken te worden overbrugd.
In de loop der jaren werden sommige bruggen afgebroken, terwijl andere in de twintigste eeuw door de opkomst van verharde wegen en moderne bruggen voor het autoverkeer in onbruik raakten en uiteindelijk naar beneden stortten.
Maar door zijn afgelegen ligging in de bergen bleef de traditie van de Q’eswachaka-brug in ere, en tegenwoordig verbindt de brug vier dorpen van de Quechua-indianen: Huinchiri, Chaupibanda, Choccayhua en Ccollana. Hoewel in de buurt een nieuwe, metalen brug voor het autoverkeer is gebouwd, houden de inwoners van het gebied de oude traditie in ere en gebruiken de brug nog altijd als loopbrug voor zakelijke en sociale bezoeken.
In 2013 werden de Q’eswachaka-brug en de traditie eromheen wegens hun grote belang voor de mensen in deze regio door de Unesco erkend als immaterieel erfgoed.
“Je ziet een vijfhonderd jaar oude traditie zich als levende cultuur voor je ogen afspelen,” zegt Barreiro. “Toen het politieke rijk van de Inca’s werd verwoest, bleef er een cultuur achter die op dorpsniveau door de mensen in stand werd gehouden.”
Een belangrijk onderdeel van die cultuur is het idee van een gezamenlijke krachtsinspanning, zegt hij. Inwoners van verschillende dorpen komen bijeen om vrijwillig aan gezamenlijke projecten te werken, in het besef dat uiteindelijk het hele dorp of de hele regio ervan zal profiteren.
De techniek waarmee de brug wordt gevlochten, is van generatie op generatie overgedragen en in honderden jaren amper veranderd.
De werkzaamheden beginnen met het verzamelen van stengels van lang gras, die tot dunne koorden worden verstrengeld. Deze strengen worden op hun beurt tot dikkere touwen gevlochten, waarvan uiteindelijk de twee reusachtige touwkabels worden vervaardigd waaraan de hele brug komt te hangen. Daarna worden de kabels met vereende krachten uitgerekt en verstevigd voordat ze over de kloof worden gespannen.
De touwkabels worden aan zware verankeringen van steen bevestigd, waarna ervaren ‘bruggenwevers’ de hangbrug beginnen af te werken, waarbij ze vanaf beide oevers naar het midden werken. Het loopvlak en de zijkanten van de brug worden van grasstrengen en twijgen gevlochten. Wanneer de wevers eenmaal het midden hebben bereikt, voltooien ze de brug door matten op het loopvlak te bevestigen.
Een opvallende verandering die het ritueel de afgelopen jaren heeft ondergaan, is de regelmaat waarmee de brug wordt vernieuwd, vertelt Barreiro. Voorheen werd de brug om de drie jaar door de dorpelingen vervangen, maar door de verbeterde verbindingen met het gebied en de komst van meer toeristen wordt hij nu elk jaar geheel vernieuwd. Barreiro denkt dat dit zowel komt door een grotere behoefte aan veiligheid (er lopen meer mensen over de brug) als door het inzicht dat er meer toeristen zullen komen als de ceremonie elk jaar wordt gehouden.
Wanneer de brug is voltooid, vieren de gemeenschappen dat met muziek, gebeden en een feestmaal. De Q’eswachaka-brug is klaar voor een nieuw jaar.
Lees ook: Als een kind in Peru
Lees ook: Deze Vietnamese brug wordt ondersteund door twee reusachtige handen
Dit verhaal werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com