Ik sta met mijn surfplank op het strand van Pichilemu in Chili. Het is januari – op het zuidelijk halfrond volop zomer – en de zon schijnt. Vanaf de Stille Oceaan waait een bijna constante bries landinwaarts en de hoofdattractie van deze regio wordt omlijst door baaitjes met zwarte zandstranden. Ik ben in Punta de Lobos, een in zee uitstekende rots die bij kalm weer een sierlijke branding (een ‘linkshandige point break’) creëert.
In Punta de Lobos waan je je in Maui of Zuid-Californië, behalve dat hier coniferen groeien, geen palmbomen. Het water is er zo’n 15,5 graden en er is bijna niemand te zien. In mijn 4/3-mm Quiksilver-wetsuit (geschikt voor ‘winterse’ omstandigheden) hijs ik mezelf op mijn plank en begin de zee op te peddelen met een gevoel dat het midden houdt tussen spannende verwachting en doodsangst.
Met een kust die zich van noord naar zuid over een afstand van zo’n vierduizend kilometer uitstrekt, is Chili een van de laatste onontdekte surfbestemmingen in de wereld. Bezoekende surfers vinden hier kilometers aan onbekende en lege stranden en brandingen tussen wijdverspreide, vriendelijke vissersplaatsjes. Het koude water, de afgelegen locatie en het gebrek aan toeristische voorzieningen betekenen dat Chili voor de meeste globetrottende surfers onder de radar is gebleven. Zij bezoeken liever relatief nieuwe bestemmingen als Ierland en China, of overbekende surfparadijzen als Bali en Hawaï.
Maar in de afgelopen twintig jaar is de interesse in de sport aanzienlijk toegenomen en heeft zich ook een unieke Chileense surfwereld ontwikkeld waarin meer aandacht wordt besteed aan plaatselijke gemeenschappen en duurzaamheid. Chileense surfers behoren tot de meer uitgesproken pleitbezorgers voor de bescherming van de ruige natuurjuwelen in hun nabijheid, en in de laatste jaren zijn het vooral vrouwen die daarin een hoofdrol spelen. In een land dat vóór de pandemie een periode van snelle sociale veranderingen doormaakte, nemen vrouwelijke surfers nu het voortouw in burgerinitiatieven, politiek activisme en de bevordering van hun sport.
Onbekende golven
De officieuze surfhoofdstad van Chili, Pichilemu, is een voormalig vissersplaatsje van zo’n 15.000 zielen dat ruim tweehonderd kilometer ten zuiden van Santiago ligt. De plaatselijke branding – de linkshandige Punta de Lobos (‘Wolvenkaap’) kan golven van zes meter hoogte creëren.
(Lees ook: 5x Tropisch warme surfspots in Peru)
Na een geslaagde en gezamenlijke inzamelingsactie door de milieugroep Save the Waves Coalition, de fabrikant van outdoor-uitrusting Patagonia en de plaatselijke ngo Fundación Punta de Lobos werd dit stuk kust uitgeroepen tot het zevende World Surf Reserve, wat betekent dat de branding en het omringende gebied nu worden beschermd tegen toekomstige projectontwikkelingen.
En in 2020 gaf de Chileense regering toestemming voor de vorming van het Santuario Marino Costero Piedra del Viento. Met de instelling van dit natuurgebied wordt veertig vierkante kilometer aan kustlijn en zes bijzondere brandingen ten noorden van Pichilemu beschermd; het is de eerste keer in Chili dat bij de instelling van een reservaat de bescherming van de branding is meegewogen.
(Lees ook: de 20 beste plaatsen om te surfen ter wereld)
Andere plaatsjes die zich als surfbestemmingen ontwikkelen, zoals Matanzas, Reñaca en Totoralillo, liggen allemaal buiten het beschermde gebied, maar winnen naast Pichilemu steeds meer aan populariteit. En hoewel dit soort milieuprojecten vooralsnog kleinschalig zijn, is de projectontwikkeling in het gebied dat ook. Je kunt deze plekken heel goed vergelijken met het Californië van de jaren vijftig, toen planken in de branding nog een nieuwigheid waren en er vanuit geïmproviseerde strandhutjes met strooien daken surfuitrusting werd verhuurd en les werd gegeven aan de weinigen die hier de relaxte surfscene kwamen opzoeken.
Het is allemaal nog nieuw, maar “Chili heeft zóveel surfpotentieel, mits we erin slagen de onderliggende natuur die dat alles mogelijk maakt te beschermen,” zegt Ramón Navarro, de bekendste surfer van Chili, als sporter en als pleitbezorger voor de bescherming van surfgebieden. Hij was de eerste Chileense surfer die op wereldniveau presteerde en werd ook bekend als iemand die ter plekke milieucampagnes leidde.
De surfsport in Chili ontstond in de jaren zeventig toen jongeren tijdens hun vakantie op de Chileense stranden de eerste Braziliaanse toeristen met surfplanken zagen opduiken. Deze surfers waren op zoek naar nieuwe brandingen buiten hun eigen land, waar de sport al tamelijk bekend was. Vóór die tijd werd de sport beschouwd als een tijdverdrijf van rijke jongelui of een activiteit die simpelweg onbereikbaar was, aangezien er geen surfplanken in Chili werden verkocht.
In deze door mannen gedomineerde sport verschenen vrouwen pas in de jaren negentig op het toneel. Dat kan onbedoeld hebben geleid tot de eerste campagne voor vrouwenrechten in het land, die eind 2019 internationale aandacht trok en culmineerde in de Chileense #MeToo-beweging.
Het was de Chileense feministische groep Las Tesis die met een spreekzang-performance andere #MeToo-activisten overal ter wereld inspireerde in hun strijd tegen het geweld tegen vrouwen. De leuze ‘Het lag niet aan mij – niet aan waar ik was, niet aan hoe ik was gekleed’ werd in vele verschillende talen overgenomen, van India tot Turkije en de VS; de leuze werd in januari 2020 ook gescandeerd buiten de rechtbank in New York waar Harvey Weinstein wegens verkrachting terechtstond.
Dames op de planken
“Het was zeker een indrukwekkend moment” toen Chileense vrouwen zagen dat een leuze die zij hadden bedacht wereldwijd aansloeg, zegt Jessica Anderson, een 30-jarige professioneel surfster. Voor Anderson was het een broodnodige (en ongebruikelijke) gelegenheid om rolpatronen ter discussie te stellen, aangezien “de cultuur hier altijd zeer macho is geweest en dat nog steeds is, maar sporten als surfen en sport in het algemeen helpen om stereotypen te doorbreken.”
Anderson is de dochter van christelijke missionarissen en voormalige surfers uit Californië en groeide op in Pichilemu. In haar jeugd was het plaatsje weinig meer dan een stoffig vissersdorp met onverharde straten, weidse stranden en grillige klippen.
In 1993, toen Anderson drie jaar oud was, was Chili gastland voor de eerste wedstrijd in de nieuwe World Surf League, die bijna tweeduizend kilometer verder naar het noorden plaatsvond in de stad Iquique, vlak bij de grens met Peru. De wedstrijd werd bijna dertig jaar na de oprichting van de internationale bond voor professionele surfers gehouden. Tegen die tijd waren de echte surflanden al toe aan hun tweede, derde of zelfs vierde generatie surflegenden.
“Om redenen die niet helemaal duidelijk zijn, is de sport hier pas laat op gang gekomen; in het noordelijke buurland Peru was het surfen tientallen jaren eerder al aangeslagen, terwijl Brazilië op weg was een echte surfgrootmacht te worden,” schrijft Matt Warshaw in zijn The Encyclopedia of Surfing.
“De sport sloeg hier inderdaad pas laat aan,” geeft Anderson toe. Omdat er in het land vrijwel geen surfwinkels waren (de eerste opende zijn deuren in 1985, in Santiago), vroeg Andersons vader aan “vrienden en kerken in de VS om surfplanken en wetsuits te doneren, zodat we onze uitrusting konden delen met vrienden. Een paar Braziliaanse surfers kwamen naar Pichilemu en iedereen kocht planken van hen.” Zo kreeg ook Anderson op haar vijftiende haar eerste juniorplank.
Het is nog maar tien jaar geleden dat “het surfen een enorme verandering in Pichilemu teweeg heeft gebracht,” zegt zij. Vrouwen spelen nu een belangrijke rol in de ontwikkeling van het surfplaatsje, vooral dankzij de inspanningen van Trinidad Segura. Ook zij is opgegroeid in Pichilemu en is op de golven af en toe Andersons rivale.
In 2011 zette Segura Sirena Producciones op, een bedrijf dat vrouwen wil aanmoedigen om te gaan surfen. Segura speelde een sleutelrol in de organisatie van de eerste kwalificatieserie voor de World Surf League in Chili, waarbij ook de kampioene bij de dames werd gekroond. Het toernooi, de ‘Maui and Sons Pichilemu Pro’, begon in 2014 in Punta de Lobos en wordt daar sindsdien elk jaar gehouden. (De World Surf League heeft tot nu toe nog geen herenwedstrijd op de beroemde branding van Punta de Lobos georganiseerd.)
“Het is niet eenvoudig om een vrouw te zijn en nog lastiger om een surfster te zijn,” zegt Segura. “Ik wilde iets opzetten dat ons bij elkaar bracht en een gemeenschap creëerde, maar ik wilde ook media-aandacht voor mijn vriendinnen opwekken. Er zijn niet zoveel sponsoren voor surfsters, vooral niet in Chili.”
Tegenwoordig telt het surfen in Chili enkele herkenbare vrouwennamen, onder wie de 22-jarige Josefina Vidueira, die met bekende merken als O’Neil werkt. In 2014, toen ze vijftien was, behoorde ze al tot de 75 veelbelovende jonge surfers die een beurs van de International Surfing Association ontvingen, wat inhield dat ze financiële steun krijgt voor haar deelname aan wedstrijden en haar surfuitrusting. De 22-jarige Lorena Fica wordt gesponsord door het merk Rip Curl en is een van de hoogstgeplaatste Chileense surfsters in de World Surf League; vijfmaal heeft ze het nationale kampioenschap gewonnen, terwijl Paloma Santos (21) dat tweemaal is gelukt.
“Pichilemu heeft zich ontwikkeld tot een heel leuk surfstadje met alles wat je nodig hebt en veel vertier,” zegt Anderson. “Ik heb het voorrecht gehad om overal ter wereld te kunnen surfen, maar al die plekken hebben niets waar ik jaloers op hoef te zijn, behalve misschien het warme water. In de surfcompetitie lopen heel wat ego’s rond, maar je moet hard zijn en net als de jongens voor je golven vechten.”
In Pichilemu worden nu steeds meer accommodaties voor bezoekende surfers gebouwd, waarbij eveneens wordt gelet op duurzaamheid. Hotel Alaia, een surf-lodge van hergebruikt eikenhout en zwarte steen, telt twaalf kamers en is een schoolvoorbeeld van de uniek Chileense aardkleurige laagbouw. Ik heb met Segura afgesproken in de lodge, waar we zitten te praten bij de gemeenschappelijke haard en genieten van het uitzicht op de branding dat de brede raampartij ons biedt. Segura bevindt zich in het laatste stadium van haar zwangerschap en is voorlopig gestopt met surfen; ze vertelt dat ze de gezelligheid van de groep surfdames nog het meest mist.
“Het was heel bevredigend om te zien dat de vrouwen in ons land een beweging op gang hebben gebracht die overal in de wereld aansloeg,” zegt zij. Het was een beweging die Segura hielp aanzwengelen door in haar geboorteplaats Pichilemu de golven te berijden en vrouwen een stem te geven in de sport waarvan ze houdt.
“Ook hier komt een beweging op gang,” zegt zij. “Dat is wat ik zo leuk vind aan surfen: het brengt mensen samen.”
Lacy Morris is freelance-journaliste, redactrice en fotografe. Volg haar avonturen op Instagram.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com