Relaties kunnen ingewikkeld zijn – vooral in het wild. Of het nu om microscopisch kleine bacteriën of reusachtige zoogdieren gaat, al deze organismen kennen talloze manieren om zich voort te planten. Maar net als bij mensen is in het dierenrijk niet iedereen gelijk en is er geen gebrek aan unieke en verrassende paarstrategieën en ouderschapsmethoden.
Om het voortbestaan van de soort te waarborgen kunnen mannelijke en vrouwelijke dieren verschillende seksuele rollen op zich nemen. Dat is niet alleen van toepassing op het paren zelf, maar ook op de taken die ze rond de paring en tijdens het ouderschap uitvoeren. Een van de meest voorkomende paarstrategieën in de dierenwereld houdt in dat het vrouwtje een geschikt mannetje uit een hele schare aanbidders kiest en vervolgens in haar eentje haar jongen grootbrengt.
Zo concurreren de mannetjes van de bultrug onderling om de seksuele aandacht van de vrouwtjes en laten de zorg voor de kalveren over aan de moeders. Andere dieren, zoals zeeolifanten, vormen een harem: een groep vrouwtjes onder leiding van een mannetje, dat het monopolie heeft om met deze vrouwtjes te paren en zich verder weinig bekommert om zijn nakomelingen. Beide strategieën vallen in de categorie van de ‘polygynie’, waarbij één mannetje met meerdere vrouwtjes paart. Daarentegen zijn er ook monogame soorten, zoals de albatros, waarbij één mannetje en één vrouwtje een seksuele band voor het leven aangaan. Beide vormen – polygynie en monogamie – worden gezien als gebruikelijke paarstrategieën in het dierenrijk.
Maar er zijn ook paarmethoden die buiten deze twee categorieën vallen en waarbij de rollen zijn omgedraaid, zoals in het geval van matriarchaten of harems ten behoeve van één vrouwtje.
Bij talloze diersoorten – in de zee, in de lucht en onder de grond – getuigt de omkering van rollen van de enorme diversiteit in paarstrategieën bij dieren en van de adembenemende variëteit van het leven op aarde.
Zoogdierkoninginnen
In ondergrondse kolonies van naakte molratten heersen machtige koninginnen over honderden blinde en haarloze onderdanen. Net als in een bijenkorf of mierennest is de koningin ook bij naakte molratten de enige die paart en nakomelingen baart. Ze wordt daarin bijgestaan door één (en af en toe een paar) mannetjes, die ze het recht heeft gegeven om de volgende generatie te verwekken. De rest van de kolonie heeft de taak om voor de jongen te zorgen, met hun groot uitgevallen voortanden de ondergrondse burcht uit te breiden en de koningin te voeden. Biologen noemen deze strategie ‘extreem coöperatieve voortplanting’.
‘De naakte molrat is daarvan het meest extreme voorbeeld onder de zoogdieren,’ zegt Melissa Holmes, gedragsneurologe aan de University of Toronto. ‘Het is heel zeldzaam.’
De koningin is oppermachtig omdat ze de paringsdrang van de hele kolonie onderdrukt. Onderzoekers denken dat ze dat doet door dominant gedrag te vertonen, waarbij ze de leden van de kolonie intimideert en bestraft. Als de koningin sterft, kan een ander vrouwtje op vreedzame wijze haar plaats innemen en beginnen met het paren en baren. Maar soms wordt er vlak voor de dood van een koningin door ondergeschikte vrouwtjes een paleiscoup op touw gezet. De vrouwtjes vallen de verzwakte koningin aan en beginnen onderling aan een gevecht op leven en dood om de volgende koningin te worden. Vanwege hun ongebruikelijk lange levensverwachting – meer dan dertig jaar – kunnen koninginnen van naakte molratten decennialang over hun kolonie heersen, mits ze niet ten val worden gebracht.
Bovengronds, op de riviervlakten en savannes van Afrika, hebben ook de vrouwtjes van de lierantilope de controle over de paarstrategie van hun kudde. Bij deze zoogdieren vechten de mannetjes onderling niet om het recht om te paren, maar zijn het de vrouwtjes die hun vrouwelijke concurrenten te lijf gaan en ze soms tijdens het paren aanvallen. Die felle concurrentie is terecht, want het vrouwtje van de lierantilope is slechts één dag per jaar vruchtbaar. Door op die ene dag met ongeveer vier mannetjes te paren, vergroten ze hun kans op nageslacht. Intussen spelen mannelijke lierantilopes hun eigen liefdesspel, door vrouwtjes af te wijzen die al eerder hebben gepaard en zich de aandacht van nieuwkomers te laten welgevallen.
In de diepzee
Net als naakte molratten worden scholen anemoonvisjes geleid door één vrouwtje dat ‘absoluut de macht heeft,’ aldus hoofdmedewerkster Savannah Dodds van het Oregon Coast Aquarium. Naast het machtige vrouwtje zwemt haar mannelijke compagnon, de enige vis die toestemming heeft om haar eitjes te bevruchten. Samen verzorgen ze de bevruchte eitjes totdat ze uitkomen. Maar als het vrouwtje sterft, doet zich een andere omkering van rollen voor: de mannelijke compagnon verandert in een vrouwtje en neemt haar plaats in.
Alle anemoonvissen worden als mannetjes geboren maar zijn hermafrodiet, wat betekent dat ze zowel met mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen zijn uitgerust. De mannelijke anemoonvis die in een vrouwtje is veranderd, begint zelf eitjes te leggen, waarna het grootste mannetje in de school de rol van vader op zich neemt.
Zeedraken of rafelvissen – die verwant zijn aan de zeepaardjes – verschuilen zich in de heen en weer deinende kelpwouden voor de kust van Australië en gaan bij het omkeren van rollen nog een stap verder: het zijn de mannetjes die ‘zwanger’ worden en de jongen baren. Net als bij zeepaardjes ontvangt het mannetje de onbevruchte eitjes van het vrouwtje, die haar toekomstige kroost in een speciale buidel onder de staart van het mannetje inbrengt. Als het mannetje niet onder de indruk is van het vrouwtje – die hem met een sierlijke dans probeert te verleiden – stoot hij de eitjes af.
Maar als hij tevreden is met de dans, houdt hij de eitjes bij zich en bevrucht ze. De eitjes ontwikkelen zich in de zes weken erna in de buidel van het mannetje en komen dan uit. Eenmaal geboren, moeten de jonge zeedraakjes de gevaren van de oceaan en de verraderlijke zeestromingen in hun eentje trotseren. Volgens Dodds overleeft slechts vijf procent van deze unieke zeedraakjes. De International Union for Conservation of Nature beschouwt de soort als ‘gevoelig voor uitsterving’.
Gevederde vaders
Op het vasteland van Australië nemen ook mannelijke emoes het vaderschap zeer serieus. Als het paarseizoen begint, proberen de mannetjes de seksuele aandacht van de vrouwtjes te trekken met een trage balts, waarbij ze hun lange hals verleidelijk heen en weer bewegen. Maar na het paren broedt de vrouwtjesemoe haar eieren niet uit, maar laat ze over aan haar partner en gaat op zoek naar een ander paarbereid mannetje. Deze paarstrategie wordt ‘polyandrie’ genoemd. De emoevader heeft nu de zorg over een nest vol kolossale eieren en moet ze in de twee maanden erna uitbroeden; in die periode eet hij niets en verliest een derde van zijn lichaamsgewicht. Nadat de eieren zijn uitgekomen, brengt de toegewijde vader zijn kuikens een jaar lang groot en leert ze hoe ze in de onherbergzame Australische outback moeten overleven.
In de tropen van het Australische deel van Nieuw-Guinea en op naburige eilanden laten kleurrijke papegaaien zien dat het niet altijd het vrouwtje is dat het minst opvallende verenkleed van een vogelpaartje heeft. In een schitterend vertoon van ‘omgekeerd seksueel dichromatisme’, waarbij de vrouwtjes kleurrijker zijn dan de mannetjes, vallen vrouwelijke edelpapegaaien met hun felrode, -paarse en -blauwe verenkleed op als ware juweeltjes. De vrouwtjes bouwen nestholen in bomen terwijl hun mannelijke tegenhangers door hun groene verenkleed goed gecamoufleerd zijn in het bladerdak.
Hoewel seksuele aantrekkingskracht een belangrijke rol speelt in deze gedurfde omkering van het kleurenpalet, is het bonte verenkleed van de vrouwtjes waarschijnlijk eerder het gevolg van territoriumdrift. Volgens Rob Heinsohn, evolutiebioloog aan de Australian National University in Canberra, gaat het om een ‘zeer duidelijk signaal waarmee het eigendomsrecht op nestholen wordt uitgedragen: ‘Kom niet hierheen, want anders ga ik met je vechten,’ zegt hij.
De nestholen van edelpapegaaien zijn zeer in trek en de vogels verdedigen ze uit alle macht tegen rondtrekkende moeders. Met hun felgekleurde verenkleed maken ze dus duidelijk dat hun nesthol bezet is, maar niettemin doden sommige vrouwtjes elkaar in de strijd om een bijzonder geliefde locatie. Omdat ze hun nesthol 24 uur per dag bewaken, moeten ze door hun partners van voedsel worden voorzien. En hoe meer mannelijke partners ze hebben, des te meer voedsel ze krijgen.
Hoewel vrouwelijke edelpapegaaien maar twee eieren per worp leggen, paren ze met talloze mannetjes, die allemaal denken dat zij de vader zijn. Ook de mannetjes hopen hun kans op voortplanting te verhogen door met meerdere vrouwtjes te paren. De mannetjes helpen bij het verzorgen van de kuikens door ze in de bomen fruit te brengen. De vrouwtjes eten het fruit op en braken het voor hun kuikens weer uit. Deze vorm van coöperatieve voortplanting wordt ‘coöperatieve polyandrie’ genoemd, een strategie waarin het ouderschap van de naakte molrat wordt gecombineerd met de ‘veelmannerij’ van de emoe.
Ook bij een handvol andere vogels zijn vormen van omgekeerd seksueel dichromatisme te herkennen, maar ‘niet zo fraai en duidelijk als bij de edelpapegaai,’ zegt Heinsohn. Glanzend in het felle zonlicht bieden deze vogels hoog in de bomen een spektakel dat ‘in schoonheid waarschijnlijk zijn gelijke niet kent,’ zegt hij.
Dit artikel wers oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com