Afgelopen week werd een van de natuurbeschermers die zich inzetten voor het behoud van de zwarte neushoorn tijdens het volgen van deze dieren door een van hen gedood.

“Het is met groot verdriet dat ik u moet meedelen dat Krisztián Gyöngyi deze ochtend door een neushoorn in het Nationale Park van Akagera in Rwanda werd gedood terwijl hij de dieren in het park volgde,” liet Peter Fearnhead, directeur van de non-profitorganisatie African Parks in een verklaring weten. Gyöngyi, die eerder vijf jaar lang neushoorns in Malawi had gevolgd en beschermd, was in het park bezig opzichters te trainen in het monitoren en bewaken van de dikhuiden. Hij speelde een cruciale rol in de herintroductie van de zwarte neushoorn in Rwanda.

In het kleine land hebben nooit veel van de reusachtige dieren rondgelopen – enkele tientallen jaren geleden waren het er hooguit negentig – en sinds 2007 telde Rwanda geen enkele neushoorn meer. Maar dat veranderde in mei, toen achttien met uitsterven bedreigde Oostelijke zwarte neushoorns vanuit Zuid-Afrika naar het Nationale Park van Akagera werden overgevlogen. Het initiatief stond onder leiding van African Parks en de Rwandese regering.

Het was de meest recente stap in een project van één jaar om Akagera, een van Afrika’s oudste natuurparken, nieuw leven in te blazen na een lange periode van stroperij en burgeroorlog. Tijdens de genocide van 1994 vluchtte het personeel, waarna stromen vluchtelingen en hun vee het land opeisten.

In 1997 kreeg de regering weer controle over Akagera, maar de veehoeders werden het natuurgebied niet uitgezet. In plaats daarvan werd het park bijna gehalveerd, van 2500 tot 1120 vierkante kilometer, en werd veel van de savanne aan boeren en hun veestapel toegewezen. Ondanks de verkleining van het park werd het ook daarna geplaagd door slecht management, binnendringende veehoeders en de illegale jacht.

Een neushoorn uit ZuidAfrika waar elke dag drie neushoorns door stropers worden gedood wordt tijdelijk in omheind terrein vastgehouden voordat het dier in de natuur van Botswana wordt uitgezet
Een neushoorn uit Zuid-Afrika, waar elke dag drie neushoorns door stropers worden gedood, wordt tijdelijk in omheind terrein vastgehouden voordat het dier in de natuur van Botswana wordt uitgezet.
Beverly Joubert, National Geographic Creative

In Afrika vallen neushoorns ten prooi aan nietsontziende stropers, die het gemunt hebben op de hoorns van de dieren. In Azië worden de hoorns gebruikt voor traditionele huismiddeltjes, partydrugs en potentieverhogende middelen. (Voor de vermeende werking ervan bestaat geen enkel wetenschappelijk bewijs.) Alleen al in Zuid-Afrika worden elke dag drie neushoorns gedood.

In 2010 besloot de Rwandese regering dat Akagera het best kon worden beschermd door de hulp in te roepen van African Parks, dat in samenwerking met plaatselijke autoriteiten in acht landen nationale parken en andere natuurgebieden beschermt en beheert.

Sindsdien is de dierenpopulatie in het park, volgens een telling vanuit de lucht in 2015, met ruim vijftig procent toegenomen. Dankzij betere controles en verbeterde relaties met omringende gemeenschappen is de stroperij sterk afgenomen.

Toen de situatie eenmaal was gestabiliseerd, werden in 2015 zeven leeuwen vanuit Zuid-Afrika naar Akagera overgebracht. Het toerisme nam sterk toe, en vorige zomer werden dankzij de uitgezette leeuwen de eerste welpen in twintig jaar tijd in Rwanda geboren. Het aantal leeuwen staat nu op negentien.

“We verheugen ons op een soortgelijk succes met deze stichterpopulatie van neushoorns,” zegt Jes Gruner van African Parks, die Akagera momenteel beheert.

De logistiek van het transport was een uitdaging. Het begon met het uitzoeken van de neushoorn-‘stichters’ – redelijk jonge en fitte dieren die de verhuizing het best zouden doorstaan en daarna de meeste kans hadden zich voort te planten.

Met behulp van DNA-analyses werd ervoor gezorgd dat de genetische diversiteit zo groot mogelijk was, wat African Parks ertoe bracht om acht mannetjes en tien vrouwtjes te selecteren, waaronder een moeder met haar anderhalf jaar oude kalf. De neushoorns werden eerst enkele dagen in omheind terrein geobserveerd, om er zeker van te zijn dat ze zich goed aanpasten voordat ze in het park werden vrijgelaten, waar medewerkers de dieren in de gaten bleven houden.

“Er bestaat zoiets als een magisch getal en een magische verhouding om vanuit het niets een nieuwe populatie in een nieuwe habitat te beginnen,” legt natuurfilmer en National Geographic-onderzoeker Dereck Joubert uit. Joubert en zijn vrouw Beverly leiden de verhuizing van honderd neushoorns vanuit Zuid-Afrika, waar veel wordt gestroopt, naar veilig gebied in het naburige Botswana.

Het project Rhino Without Borders heeft tot doel honderd neushoorns van ZuidAfrika naar Botswana te verhuizen Het team dat de neushoorns moet vangen vliegt in een helikopter boven een neushoorn om het dier met een verdovingspijltje uit te schakelen
Het project Rhino Without Borders heeft tot doel honderd neushoorns van Zuid-Afrika naar Botswana te verhuizen. Het team dat de neushoorns moet vangen, vliegt in een helikopter boven een neushoorn om het dier met een verdovingspijltje uit te schakelen.
Beverly Joubert, National Geographic Creative

Het beveiligen van Akagera

Vanwege de dreiging van stropers voerde African Parks de beveiliging in Akagera op voordat ze de neushoorns overplaatste. Met financiële hulp van de Howard G. Buffett Foundation werden tientallen parkopzichters door collega’s uit Zimbabwe en Malawi in het veld getraind in het bewaken en volgen van neushoorns.

African Parks heeft ook het aantal bewakers opgeschroefd, die de grenzen van het park 24 uur per dag in de gaten houden om indringers te spotten. Een helikopter staat nu klaar om opzichters in noodgevallen snel in te kunnen zetten en de dieren vanuit de lucht in de gaten te houden en te beschermen. En er staat een hondenteam gereed om stropers te achtervolgen en op te pakken.

African Parks heeft de steun onder de bevolking voor het park weten op te bouwen. Van de 36.000 mensen die Akagera vorig jaar bezochten, kwam ruim de helft uit Rwanda zelf. De toegangskaartjes voor Rwandezen zijn goedkoop en dankzij een speciaal programma kunnen elk jaar 1500 schoolkinderen en 500 volwassenen genieten van de pracht van deze plek.

Het park is ook gratis toegankelijk voor andere plaatselijke groepen. Zo’n 6000 kinderen en 2000 volwassenen uit naburige gemeenschappen zijn al een kijkje komen nemen.

Al die inspanningen hebben resultaat. In 2016 bracht Akagera 1,4 miljoen dollar aan inkomsten door toeristen op, zeven keer zoveel als de 200.000 dollar in 2010. Een gedeelte van de opbrengst gaar naar scholen, klinieken en wegen.

De nieuwe aandacht voor Akagera leidt weer tot een verbeterde beveiliging, zegt Gruner, want mensen zijn nu minder geneigd in het park te gaan stropen en er ontstaat een netwerk van ‘informanten’ die de stropers aangeven.

“We willen een park van het volk zijn,” zegt hij.

Hoop op een breder herstel

Rwanda hoopt dat de herintroductie van de neushoorns het nodige zal bijdragen aan het behoud van de soort als geheel.

“Hoewel iedereen het over de stroperij heeft, is het gebrek aan geschikte leefruimte een even grote bedreiging,” zegt Cathy Dean, directeur van Save the Rhino International, een in Groot-Brittannië gevestigde organisatie die de bescherming van neushoorns in heel Afrika en Azië ondersteunt.

Neushoorns hebben uitgestrekte territoria nodig. Anders hebben ze te weinig voedsel – struikgewas en houtige gewassen – en kan de gezondheid van de dieren achteruit gaan; ook vechten de mannetjes meer en loopt de voortplanting gevaar als hun territoria slinken. Nu er nog maar zo’n 5250 zwarte neushoorns in het wild leven, telt elk exemplaar. Maar er bestaan vooral grote zorgen over de Oostelijke zwarte neushoorn, een ondersoort waarvan er minder dan negenhonderd exemplaren in het wild rondlopen.

Nieuwe leefgebieden zijn ook nodig omdat de nog resterende populatie van Oostelijke zwarte neushoorns zeer geconcentreerd is – 75 procent ervan leeft in Kenia – en daardoor extra gevaar loopt. De rest leeft in Tanzania, en er is nog een kleine fokgroep op een ranch in Zuid-Afrika. Dat soort geconcentreerde populaties kunnen gedeeltelijk of geheel door stropers of een ziekte worden weggevaagd.

Kenia erkende dat risico in zijn strategie van 2012-2016 voor het behoud en beheer van de zwarte neushoorn, waarin de noodzaak van “veilige nieuwe gebieden” en “het opnieuw bevolken van voormalige open foerageergebieden” werden benadrukt.

En dat is was Rwanda nu doet, door een houdbare populatie van zwarte neushoorns te herintroduceren en hun leefgebied uit te breiden.

Van cruciaal belang daarbij is dat de Rwandezen zelf enthousiast zijn. Toen de neushoorns in Akagera aankwamen, “stonden de mensen langs de weg om ze te zien,” vertelt Gruner. “Ze zijn zó trots op de terugkeer van de neushoorns. Het is een toekomst voor deze dieren.”

En dat was het project waaraan Krisztián Gyöngyi zijn leven wijdde.

Laurel Neme is freelance journaliste en auteur van Animal Investigators: How the World’s First Wildlife Forensics Lab is Solving Crimes and Saving Endangered Species en Orangutan Houdini. Volg haar op Twitter en Facebook.