In de achtertuin van een roze huis in Palpite op Cuba, zijn we op zoek naar ’s werelds kleinste vogel. Op een ochtend in mei moet Ornitholoog Christopher Clark heel wat uit zijn auto uitladen: camera’s, geluidsapparatuur, een doorzichtige, vierkante kooi.

Al na een paar minuten is hij een en al activiteit. Hij probeert het pad te volgen van een gevleugelde kogel die van de ene tros bloeiende Hamelia naar de volgende zoeft. Terwijl de kolibrie stil hangt om het suikerwater uit de bloemen te zuigen, blijven zijn vleugels in een grijze waas fladderen, nauwelijks waarneembaar met het menselijk oog.

Zelfs voor kolibriebegrippen is de bijkolibrie (Mellisuga helenae) een dwerg. Deze kolibrie is het kleinste vogeltje ter wereld. Lokaal wordt hij meestal zunzuncito (zoemertje) genoemd, naar het geluid dat hij maakt. Hij is nog ietsje kleiner dan zijn neefje de zunzún of Cubaanse smaragdkolibrie.

Wat de vogel aan omvang mist, maakt hij goed met het enthousiasme wanneer er een bezoeker zijn territorium binnenkomt. Het is een knap wijfje, door Clark meegenomen in een kooi die hij op een golfplaten dak heeft neergezet. Het mannetje ziet dat ze opgesloten zit, maar dat houdt hem niet tegen. Hij stijgt als een helikopter op van zijn tak, blijft even in de lucht hangen en laat een triller horen in haar richting.

Voor een studie naar het baltsgedrag van Cubaanse bijkolibriemannetjes hebben onderzoekers de vogels gevangen om vleugelgewicht en afmetingen te meten boven Deze blijft stil op de weegschaal liggen omdat kolibries op hun rug gedesorinteerd raken Zodra ze rechtop staan gaan ze er weer vandoor Er zijn geen kolibries gewond geraakt bij het maken van deze beelden
Voor een studie naar het baltsgedrag van Cubaanse bijkolibriemannetjes hebben onderzoekers de vogels gevangen om vleugelgewicht en -afmetingen te meten (boven). Deze blijft stil op de weegschaal liggen omdat kolibries op hun rug gedesoriënteerd raken. Zodra ze rechtop staan, gaan ze er weer vandoor. Er zijn geen kolibries gewond geraakt bij het maken van deze beelden.

Hij vliegt nog hoger, totdat hij nog maar een stipje is dat maar net afsteekt tegen de dichtbewolkte hemel. Dan schiet hij als een achtbaan op zijn hoogste punt vooruit en scheurt naar beneden. Direct daarna herhaalt de waaghals het: klimmen en dan een duikvlucht. De bewegingen duren maar een seconde. Dan verdwijnt hij en het enige spoor dat hij achterlaat zijn trillende bladeren.

Ik heb aandachtig staan kijken naar de balts, maar niets gezien. Clark ook niet, maar hij heeft de show wel opgenomen met een hogesnelheidscamera die vijfhonderd beeldjes per seconde vastlegt. Zijn video van de duikvlucht is de eerste van deze soort die ooit met zo’n snelle camera is gemaakt. Hij download de opname en klikt door de zojuist opgenomen beelden. Pas dan, sterk vertraagd, zien we wat voor adembenemende manoeuvres de kolibrie maakt.

De afgelopen acht jaar heeft Clark gereisd van de woestijn van Arizona naar het regenwoud in Ecuador en het Cubaanse platteland om de hofmakerij van kolibries vast te leggen. In zijn lab op de University of California, Riverside onderzoekt hij wat de video’s onthullen over de vlucht van de kolibrie. Zo kunnen we meer te weten komen over hoe dieren in het algemeen vliegen en over het paargedrag van kolibries.

Met hun supersnelle bewegingen en juweelachtige kleed lijken kolibries op een mix van veren en vuurwerk. Bij specifieke bewegingen slaan de vleugels wel honderd maal per seconde. De hartslag kan oplopen tot ruim duizend maal per minuut. De vogels slurpen nectar op met een vrijwel onzichtbare tongbeweging. In tuinen zijn ze hét voorbeeld van vluchtige schoonheid. Alleen door de beweging te vertragen lukt het om – al is het maar voor even – binnen te dringen in de wereld van de kolibrie.

Kolibries leven uitsluitend in Noord- en Zuid-Amerika. Van Zuid-Alaska tot Vuurland zijn er ongeveer 340 erkende soorten. De grootste diversiteit vind je in de noordelijke Andes, waar 290 soorten voorkomen in laaggelegen regenwoud, nevelwouden op bergtoppen en alle ecosystemen daartussenin. De kleinste weegt nog geen twee gram, de grootste, de reuzenkolibrie uit Peru en Chili, nauwelijks meer dan twintig gram. Om iets met dat gewicht te versturen heb je aan één postzegel genoeg.

Dit is een fragment uit het artikel Meestervliegers over kolibries uit National Geographic Magazine Juli 2017. Wil je het hele artikel lezen, het magazine is hier te verkrijgen.