Hoe taai zijn jonge zeeschildpadjes eigenlijk? Onlangs hebben wetenschappers het uithoudingsvermogen van babyschildpadjes getest met behulp van kleine tredmolentjes – dat alles in naam van de wetenschap.

In het wild maken de pasgeboren reptielen gebruik van de heldere en lage horizon van de zee om zich in de eerste 24 uur nadat ze op het strand uit het ei zijn gekomen te oriënteren en naar open zee te kruipen.

Maar ze lijken verward te worden door lichtvervuiling, waardoor ze meer tijd op land doorbrengen en dus kwetsbaarder zijn voor allerlei gevaren. In plaats van binnen een paar minuten naar zee te scharrelen, kunnen verwarde schildpadjes soms uren over het strand dwalen.

Een tweetal onderzoekers van de Florida Atlantic University besloot om uit te zoeken of al dat gekruip de verwarde baby’s zou uitputten, waardoor ze daarna moeilijker zouden zwemmen.

In een van de eerste onderzoeken van deze aard bevestigden de biologen Karen Pankaew en Sarah Milton dat de zeeschildpadjes behoorlijk taai zijn. Maar ze lopen nog steeds gevaar: alle zeven soorten zeeschildpadden die in de oceanen rondzwemmen, worden bedreigd – en twee ervan worden zelfs ernstig bedreigd.

Aantallen kruipers

Het team haalde 150 babyschildpadjes uit de nesten van wilde onechte karetschildpadden en soepschildpadden in Palm Beach County, Florida. Na het onderzoek werden de schildpadjes weer in hun natuurlijke habitat uitgezet.

Vervolgens zetten de onderzoekers de schildpadjes een tijdlang in een tredmolentje in een laboratorium, waarbij de beestjes in een bepaalde richting werden aangespoord door een kunstmatige lichtbron in de verte.

De babyschildpadden werden aangetrokken door het schijnsel en liepen in een van de tests tweehonderd meter in een regelmatig tempo. In een andere test liepen ze vijfhonderd meter, waarbij ze af en toe een rustpauze inlasten. De afstanden waren afgestemd op de stukken die de diertjes normaliter over het strand moeten afleggen.

Na het tredmolen-experiment kregen de schildpadjes speciaal ontworpen zwemharnasjes om en werden in een watertank gezet. Daar peddelden de beestjes twee uur lang voort terwijl ze door de wetenschappers werden geobserveerd.

In de Kimbebaai voor de kust van PapoeaNieuwGuinea zwemt een karetschildpad Eretmochelys imbricata door de Jaynegeul

Om het uithoudingsvermogen van de schildpadjes te testen, registreerden de onderzoekers de voornaamste indicatoren voor het energieverbruik van de diertjes: het zuurstofniveau in de lucht en het ademhalingsritme, bloedsuiker en aanmaak van plasmalactaat van de schildpadjes. Ook legden ze het slagritme van de zwemmende beestjes in de tank vast.

“We wilden bekijken hoeveel zuurstof ze gebruikten, want dat is een goede aanwijzing voor hun uithoudingsvermogen,” zegt Milton, wier onderzoek afgelopen november in het vakblad Journal of Experimental Biology verscheen.

De resultaten waren opmerkelijk: de schildpadjes raakten door de lange perioden van gekruip niet dusdanig uitgeput dat ze daarna niet meer genoeg energie hadden om twee uur lang te zwemmen.

"Die beestjes zijn echt taai,” zegt David Godfrey, directeur van de Sea Turtle Conservancy, die niet bij het onderzoek was betrokken. “Ze hadden nog genoeg kracht over om te kunnen zwemmen.”

Onder controle

Om het experiment te controleren, observeerden de onderzoekers op de stranden bij Boca Raton in Florida ook soepschildpadjes en onechte karetschildpadjes in het wild – zowel in gedeelten met lichtvervuiling als op stranden in natuurlijke duisternis.

Op stranden met lichtvervuiling wisselden de schildpadjes perioden van gekruip af met rustpauzes, net als hun verwanten in het laboratorium, waardoor ze meer tijd op het strand doorbrachten. Schildpadjes die niet door kunstlicht in de war werden gebracht, namen geen rustpauzes en kropen meteen naar de branding. (Bekijk ook: ‘Zeeschildpadden in het wild.’)

Uiteindelijk betekenden de lange rustpauzes dat de diertjes in het wild meer tijd op het strand doorbrachten, waardoor ze een groter risico liepen ten prooi te vallen aan roofdieren, uitdroging en andere gevaren.

Gevaarlijke stranden

De gelukkige zeeschildpadden die de branding halen, moeten daarna nog zo’n vijftig kilometer van de kust wegzwemmen voordat ze door de veilige Golfstroom worden opgenomen, schrijft Godfrey. (Bekijk hoe zeeschildpadden massaal aan land kruipen om eieren te leggen.)

Het onderzoek werd volgens Godfrey beperkt door het feit dat de zwemcapaciteiten van de schildpadjes maar gedurende een paar uur kon worden bestudeerd, hoewel dat voor natuurbeschermers en overheden wel waardevolle informatie over deze bedreigde soorten heeft opgeleverd.

“Enkele van de belangrijkste instrumenten die we in het natuurbehoud kunnen inzetten (...), zijn wetenschappelijke studies die door andere wetenschappers worden beoordeeld,” zegt Godfrey.

Volgens Milton kreeg het team alleen toestemming om de diertjes gedurende een korte periode te testen, maar het bestuderen van de reptielen gedurende een vol etmaal zou meer informatie hebben opgeleverd.

Hoewel de schildpadjes in het water niet waren uitgeput, lijkt het onderzoek te bevestigen dat ze door lichtvervuiling langer op het strand doorbrengen en daardoor aan extra gevaren worden blootgesteld, zegt Milton.

“Ook al raken de jonge schildpadjes niet erg uitgeput,” zegt ze, “is die extra lange tijd op het strand toch gevaarlijk.”

Een ouderling van de Banjostam vist voor de kust van Sampela in Indonesi