In het elfde-eeuwse China beschreef de geleerde Lu Dian de beesten, vogels, insecten en bomen van zijn land in een encyclopedie. Een van de soorten die hij in zijn tekst behandelde, was een aap “met een pluizige goudkleurige staart in de bergen van Sichuan.” De botten ervan konden worden gebruikt als medicijn, zo merkte Lu op, terwijl van zijn vacht goede matten en kussens gemaakt konden worden.

Lu Dian had het over de gouden stompneusaap. Door zijn weelderige pels, helder

blauwe gezicht en vermeend medicinale waarde waren Chinese keizers erg geïnteresseerd in deze opvallende primaat met zijn afgeplatte neus, terwijl schrijvers steevast vermeldden wanneer ze er eentje hadden gespot.

Duizend jaar later maken primatologen gebruik van deze vermeldingen in de Chinese bronnen om het historische verspreidingsgebied van de stompneusaap te reconstrueren en om te laten zien hoe de achteruitgang van het milieu in recente tijden tot een sterke afname in de aantallen van deze apen heeft geleid. De bevindingen van de studie werden eerder dit jaar gepubliceerd in het vakblad Diversity and Distributions.

Het onderzoek was mogelijk dankzij China’s tweeduizend jaar oude enthousiasme voor het bijhouden van nauwgezette verslagen. Deze bronnen, waaronder gedichten, gazetten en kronieken, zijn niet alleen gebruikt voor het traceren van het verspreidingsgebied van de stompneusaap, maar ook van dat van olifanten en gibbons, en tevens van sprinkhanenplagen.

Hoewel deze oude teksten niet vermelden hoeveel stompneusapen er precies in China voorkwamen, tonen ze wel aan dat dit apengeslacht ooit alomtegenwoordig was maar zich sindsdien in steeds afgelegener gebieden heeft teruggetrokken.

De vroegste vermelding van de aap in Chinese bronnen is een 2200 jaar oude beschrijving van een dier met een vreemde neus en een lange staart
De vroegste vermelding van de aap in Chinese bronnen is een 2200 jaar oude beschrijving van een "dier met een vreemde neus en een lange staart."
Jed Weingarten, National Geographic Creative

De vroegste vermeldingen van de stompneusaap zijn al rond de derde eeuw v.Chr. te vinden in de Er Ya-encyclopedie, waarin de primaat wordt omschreven als “het dier met de vreemde neus en de lange staart”. De vroegste bronnen vermelden stompneusapen die in zowel het laagland als in de bergen voorkomen, en in oostelijk, centraal en zuidelijk China. Maar in de loop der eeuwen – vooral rond 1700, een tijd van snelle bevolkingsgroei – worden de apen in kronieken uit steeds kleinere gebieden van China vermeld.

“In de loop der tijd zie je het verspreidingsgebied steeds verder slinken, waarna ze – vooral in het oosten, zuidoosten en midden van China – zijn verdwenen,” zegt Paul Garber, primatoloog aan de University of Illinois en medeauteur van de studie.

Tegenwoordig komen in China nog vier soorten stompneusapen voor, in afgelegen en bergachtige gebieden in het westen en zuidwesten van het land. En zelfs deze populaties zijn klein en kwetsbaar: zo leven er nog maar achthonderd witmantelstompneusapen in het wild.

Het verspreidingsgebied van het apengeslacht is sterk geslonken als gevolg van ontbossing, de groeiende bevolking, de landbouw en de jacht, met name in de afgelopen zestig jaar – een periode waarin de bevolking van China is verdubbeld. De habitats van de dieren zijn daardoor verbrokkeld en door de fysieke barrières tussen de habitats zal het hele geslacht waarschijnlijk in de komende vijftig jaar uitsterven als er geen actie wordt ondernomen.

“In zo’n negentig landen in de wereld komen niet-menselijke primaten voor, maar de meeste van deze landen hebben zeer beperkte middelen en heel weinig onderzoekers en wetenschappers,” zegt Garber. “China is op dit moment ongebruikelijk, in de zin dat het land op een punt is beland dat het iets heel belangrijks kan doen door een begin te maken met het herstel van veel van de schade die in het milieu is aangericht.”

Tenzij maatregelen worden genomen om stompneusapen te beschermen zouden meerdere soorten van dit apengeslacht binnen vijftig jaar kunnen uitsterven
Tenzij maatregelen worden genomen om stompneusapen te beschermen, zouden meerdere soorten van dit apengeslacht binnen vijftig jaar kunnen uitsterven.
Jed Weingarten, National Geographic Creative

De belangrijkste maatregel om de apen te helpen is de instelling van nationale reservaten, zegt Zhao Xumao, een primatoloog van de Chinese Academie van Wetenschappen in Beijing die werkte aan de reconstructie van bronnen over stompneusapen.

In China zijn al 38 nationale en lokale natuurreservaten ingesteld om de apen voor de ondergang te behoeden, en bijna alle exemplaren die nu nog in het wild voorkomen, leven binnen de grenzen van deze reservaten. De met uitsterving bedreigde bruine stompneusaap, die in het grensgebied met Myanmar voorkomt, zal binnenkort ook tot die groep behoren, want de Chinese overheid is bezig met de vorming van een nationaal park rond de grote kloof van de rivier de Nu (Nujiang of Salween) in Yunnan. Een masterplan voor het reservaat werd in 2016 goedgekeurd.

Een bruinkopslingeraap Ateles fusciceps in het Henry Doorly Zoo and Aquarium in Omaha Nebraska