Aan de zuidkant van het atol Fakarava, een rechthoekig stuk koraal van zestig kilometer lang in Frans-Polynesië, wordt het barrièrerif doorsneden door een kanaal van zo’n honderd bij duizend meter. Elk jaar komen er in juni duizenden ‘gemarmerde’ tandbaarzen (Epinephelus polyphekadion) bijeen om nageslacht te verwekken. Maar deze dikke vissen van zo’n halve meter lang zijn niet alleen: honderden grijze rifhaaien komen op de drukte af.
De vrouwtjesbaarzen blijven, zoals de meeste rifvissen, hooguit een paar dagen op de paaigronden. Maar om de een of andere reden blijven de mannetjes, die de rest van het jaar alleen leven, weken op deze verraderlijke plek, totdat alle vissen uiteindelijk allemaal tegelijk paaien en wolken eitjes en zaad uitstoten.
Haaien storten zich tijdens het paringsritueel vaak zonder succes in het gewoel omdat de tandbaarzen te snel zijn. De geslachtsdaad van de baarzen gaat zo snel dat je vaak geen idee hebt wat er gebeurt.
In slow motion wordt alles duidelijk: het mannetje dat het dichtst bij het vrouwtje komt, mag haar bevruchten. Hij duwt zijn lichaam zo lang mogelijk tegen het hare. De andere mannetjes dringen zich op en proberen ook hun slag te slaan. De beloning voor het dominantste mannetje, felbevochten na weken van bittere strijd, is dat hij als eerste aan de beurt is en zo de meeste kans maakt zijn genen door te geven.
Nadat de haaien hun slag hebben geslagen, worden overblijfselen door de sterke getijdegolven door elkaar geschud en naar zee afgevoerd. Het hele schouwspel duurt in totaal nog geen uur en volstrekt zich bij volle maan, net voor zonsopkomst.
Deze tekst bevat enkele fragmenten uit de oorspronkelijke reportage. Het hele verhaal is te lezen in het meinummer van National Geographic Magazine.