Sommige mensen zijn net als kameleons: ze kunnen gemakkelijk in elke omgeving opgaan. Maar lijken kameleons zelf eigenlijk wel op... kameleons?

Ja en nee, zeggen wetenschappers. In tegenstelling tot wat veel mensen denken – en wat wordt bevestigd door voorbeelden als de kameleon Pascal in de tekenfilm Tangled– kunnen deze mysterieuze hagedissen de kleuren van hun huid niet naar believen veranderen om in elke omgeving op te gaan.

“Mensen denken dat als je een kameleon op een schaakbord zet, ze dan hetzelfde patroon aannemen, maar dat is natuurlijk niet waar,” zegt Michel Milinkovitch, evolutionair geneticus aan de Universiteit van Genève en een expert op het gebied van de huidskleur van dieren.

Volgens hem zijn video’s die op YouTube verschijnen en waarin hagedissen op verschillende ondergronden van kleur veranderen, “compleet vervalst.”

Dat gezegd hebbende, kunnen kameleons hun huidskleur als weinig andere dieren op vernuftige en zeer uiteenlopende wijze aanpassen.

Een mannetje en een vrouwtje van de Decarys kortstaartkameleon Brookesia decaryi De meeste kameleons hebben al een huid waarmee ze in hun omgeving opgaan maar ze kunnen hun huidskleur wel naar behoefte donkerder of lichter maken
Een mannetje en een vrouwtje van de Decary’s kortstaartkameleon, Brookesia decaryi. De meeste kameleons hebben al een huid waarmee ze in hun omgeving opgaan, maar ze kunnen hun huidskleur wel naar behoefte donkerder of lichter maken.
Christian Ziegler, National Geographic Creative

Hoewel ze dus de details van hun omgeving niet kunnen nabootsen, zoals felgekleurde bloemen of afzonderlijke grassprietjes, kunnen kameleons de kleur van hun huid wel degelijk een beetje aanpassen om beter in hun omgeving op te gaan. Maar hun spectaculairdere kleurveranderingen – waarvoor bijvoorbeeld de panterkameleon beroemd is – gebruiken deze hagedissen om hun territorium te verdedigen en partners aan te trekken.

Dus hoewel ze misschien niet voldoen aan het beeld dat in de media van ze wordt geschetst, is hun gebruik van huidskleur toch buitengewoon indrukwekkend. Laten we een paar voorbeelden bekijken.

Camouflage

Kameleons zijn vaak moeilijk te ontdekken – vraag maar eens aan iemand die in het veld naar deze dieren heeft gezocht. “Het is ongelooflijk moeilijk om ze in het wild te spotten,” zegt Milinkovitch.

En dat heeft een goede reden: deze hagedissen kunnen zich amper verdedigen. Ze hebben geen vervaarlijke tanden, hun huid zit niet vol gifstoffen en ze kunnen niet hard rennen. Onder de radar blijven is zo ongeveer hun enige tactiek om roofdieren te mijden.

Maar veel van het opgaan in de omgeving van kameleons heeft weinig te maken met kleurveranderingen, legt Milinkovitch uit. In hun natuurlijke staat lijken ze sowieso al op bijvoorbeeld een boomblad of tak, zoals ook wandelende takken dat doen.

Maar de hagedissen beschikken wel degelijk over het vermogen om hun huid lichter of donkerder te maken, zegt Devi Stuart-Fox, een evolutionair biologe aan de University of Melbourne die al ruim tien jaar onderzoek doet naar de huidskleur van kameleons.

Als er weinig licht is, bijvoorbeeld in een boom in de dichte wouden op Madagaskar, kan een kameleon zijn huid donkerder maken – en zich daardoor beter camoufleren – door zijn huidcellen te vullen met pigmentcellen genaamd melanine.

“Het is alsof er een grauwsluier overheen wordt getrokken,” zegt Stuart-Fox. “Denk aan het mengen van verf: als je wat zwarte verf door groene verf mixt, verandert de kleur van toon.”

Kortom, kameleons kunnen wel degelijk hun huidskleur aan hun omgeving aanpassen, maar daarbij maken ze slechts van een klein deel van het kleurenpalet gebruik. “Kameleons hebben een beperkt repertoire,” zegt ze. “Maar binnen die beperkte mogelijkheden kunnen ze heel goed in hun omgeving opgaan.”

De echt spectaculaire kleurenshows, bijvoorbeeld wanneer kameleons meerdere felle kleuren tegelijk tonen, worden met een heel ander doel opgevoerd.

Een Parsons kameleon Calumma parsonii op Madagaskar Deze kameleons voeren hun meest spectaculaire kleurenshows op tijdens het paren en bij gevechten om territorium
Een Parsons kameleon, Calumma parsonii, op Madagaskar. Deze kameleons voeren hun meest spectaculaire kleurenshows op tijdens het paren en bij gevechten om territorium.
Christian Ziegler, National Geographic Creative

Krachtproef

Kameleons hebben twee tegengestelde voorkomens, legt Milinkovitch uit. Ze proberen óf onzichtbaar te zijn, waarbij ze met behulp van subtiele kleurtonen in hun omgeving opgaan, óf ze willen juist heel zichtbaar zijn, door gebruik te maken van hun meest extravagante huidskleuren.

Tegen de intens groene achtergrond van de jungle zijn het vaak de kleuren van de mannetjes die het meest opvallen. Kameleons zijn extreem territoriale dieren, en wanneer twee mannetjes elkaar tegenkomen, ontbrandt een er een fel ‘kleurengevecht’.

“Ze halen alles uit de kast,” zegt Milinkovitch. “ze worden geel, rood, wit… alles wat tussen de bomen goed zichtbaar is.”

Het zwakkere mannetje, dat vaak kleiner en minder felgekleurd is, zal zijn nederlaag toegeven door als eerste zijn kleuren weer te dimmen en duidelijk te maken dat het gevecht wat hem betreft voorbij is.

Maar hij kan ook nog een andere tactiek proberen. Uit onderzoek is gebleken dat sommige mannetjeskameleons hun kleuren gebruiken om vrouwtjes na te bootsen, zodat ze zonder het risico op jaloerse confrontaties in de buurt van andere mannetjes kunnen komen. Dit gedrag is ook bekend bij zeekatten.

Kameleons gebruiken hun fraaie kleuren ook om tijdens het baltsgedrag vrouwtjes te imponeren. Maar hoe schitterend de kleurenshow ook is, sommige vrouwtjes zijn niet geïnteresseerd – en ook dat laten ze de mannetjes met hun huidskleuren weten.

Imponeren, afschrikken

“Het vrouwtje reageert al naar gelang ze beschikbaar is of niet,” zegt Milinkovitch. Als ze al het sperma van een ander mannetjes in haar voorplantingsorganen heeft opgenomen, “wordt haar huidskleur heel erg donker en gedraagt ze zich zeer agressief.”

Mannetjes kunnen volgens Milinkovitch gewelddadig zijn, dus is het voor de vrouwtjes belangrijk om ze te mijden als ze geen behoefte hebben aan inseminatie. Als een vrouwtje wél beschikbaar is, toont ze niet veel kleuren en behoudt ze haar groenbruine basiskleur, wat een houding van onderwerping aangeeft.

De reuzenkameleon Furcifer oustaleti in zijn inheemse habitat in het Nationale Park Kirindy Mitea op Madagaskar
De reuzenkameleon, Furcifer oustaleti, in zijn inheemse habitat in het Nationale Park Kirindy Mitea op Madagaskar.
Christian Ziegler, National Geographic Creative

Volgens Stuart-Fox heeft het aanpassen van de huidskleur mogelijk nog een andere functie, hoewel daar nog weinig onderzoek naar is gedaan: het helpt de kameleons bij het reguleren van hun lichaamstemperatuur. Deze eigenschap komt veel bij hagedissen voor - in een onderzoek uit 2016 beschreef Stuart-Fox hoe Pogona-agamen hun huidskleur kunnen aanpassen aan de omgevingstemperatuur – en het is dus volgens haar waarschijnlijk dat kameleons ook over dit instrument beschikken.

Kameleons zijn ectotherm, wat betekent dat ze de warmte van hun eigen metabolisme niet kunnen vasthouden en de straling van de zon gebruiken om op te warmen. (Daarom zie je hagedissen op koude ochtenden zonnebaden).

Donkere kleuren absorberen meer straling, en kameleons hebben tijdens hun evolutie waarschijnlijk het vermogen ontwikkeld om hiervan gebruik te maken, zegt zij. Als het koud is en de zon komt op, hullen ze zich in een donker kleed van melanine om sneller op te warmen – tenzij ze natuurlijk daarbij te veel zouden opvallen.

Het vermogen om van huidskleur te veranderen moet bij kameleons aanvankelijk als camouflage zijn ontwikkeld, zegt Stuart-Fox, maar dat instrument wordt inmiddels gebruikt voor een hele reeks andere functies, waaronder het reguleren van de lichaamstemperatuur.

In sommige gevallen kan het vermogen voor meerdere doelen tegelijk worden ingezet. In 2003 stuitte Stuart-Fox tijdens veldwerk in Zuid-Afrika op Smiths dwergkameleons die op een donkerkleurige bloemstengel aan het zonnebaden waren. “Ze waren ook perfect gecamoufleerd terwijl ze tegelijkertijd “de maximale hoeveelheid zonlicht absorbeerden,” vertelt ze.

“Ik denk dat deze dieren ons altijd zullen blijven verbazen in de zin dat ze meerdere dingen tegelijk kunnen doen en daar voordeel uit kunnen halen.”