In de Atlantische kustbossen langs de zuidoostkust van Brazilië, die nog ouder zijn dan de tropische wouden van het Amazonegebied, huizen eenhoorns.

De wouden, die nog amper zijn onderzocht en waarvan in de afgelopen eeuw zo’n negentig procent is verdwenen, behoren tot de ecosystemen met de hoogste biodiversiteit ter wereld, met inbegrip van een enorme variëteit aan bidsprinkhanen, waaronder ‘eenhoorn’-bidsprinkhanen.

Deze wezens hebben een raadselachtig, hoornvormig uitsteeksel op hun kop dat eruitziet als één enkele hoorn – vandaar de bijnaam. Hoewel er meerdere soorten van zijn beschreven, zijn veel andere vermoedelijk nog niet ontdekt.

Dit mannetje van een eenhoornbidsprinkhaan uit het geslacht Zoolea werd gevonden in het Parque Nacional da Serra da Bocaina Het eenhoornige uitsteeksel is een vorm van camouflage om belagers te verwarren

Tijdens meerdere recente expedities naar deze wildernis ontdekte een groep onderzoekers van de ngo Projeto Mantis vijf à zeven nieuwe soorten bidsprinkhanen.

Het team stuitte kort voor kerstmis 2017 bij toeval op de prachtige ‘eenhoorn’ in de Reserva Ecológica de Guapiaçu, een reservaat ten noordoosten van Rio de Janeiro. Terwijl ze ’s nachts met behulp van felle lampen insecten aanlokten en zo konden vangen, vonden de onderzoekers een eenhoorn-bidsprinkhaan die zo groot was als een hand, een prominente hoorn op zijn kop had en was uitgerust met metallic-rode poten, vertelt teamleider Leonardo Lanna, wiens expeditie werd gefinancierd door de National Geographic Society.

Het was een “echt verbluffende en majestueuze bidsprinkhaan,” zegt Lanna. Hoewel het exemplaar tot het geslacht Zoolea behoort, is er goede kans dat het om een nieuwe soort gaat, maar dat moet het team nog uitzoeken. Dat nadere onderzoek zal tijd en een zorgvuldige vergelijking van museumexemplaren vergen.

Op meerdere locaties in de buurt van Rio vonden de onderzoekers ook een nieuwe soort die binnenkort wordt beschreven in een studie onder leiding van Julio Rivera, expert in bidsprinkhanen aan de Universidad San Ignacio de Loyola in Lima, Peru. Rivera werkt in dit onderzoek en soortgelijke projecten samen met het team van Projeto Mantis.

Dit wezen heeft twee uitstulpsels op zijn kop die samenkomen en één enkele hoorn lijken te vormen. Tot nu toe werd gedacht dat soorten uit dit geslacht, Vates, alleen in de regenwouden van het Amazonegebied voorkwamen. Momenteel zoekt het team naar een geschikte naam voor dit grote insect.

“Het is ongelooflijk dat zo’n groot dier daar kan rondkruipen zonder opgemerkt te worden,” zegt Rivera.

Granietbidsprinkhanen uit het geslacht Miobantia zijn geduchte jagers en leven tussen dorre bladeren en lage struiken

Een van de verbluffendste exemplaren onder de pas ontdekte bidsprinkhanen werd ontdekt in een uniek grasgebied op grote hoogte, in een natuurpark ten westen van Rio. De voelsprieten van dit dier “wuiven majestueus in de wind,” aldus Lanna.

Dit grote, rood-oranje gekleurde insect lijkt op andere bidsprinkhanen uit het geslacht Coptopteryx, maar die worden normaliter aangetroffen in droog laagland in naburige streken, dus ook hier zou het volgens Lanna zeker om een nieuwe soort kunnen gaan.

Lanna zegt erbij dat zijn groep in tegenstelling tot sommige andere onderzoekers de bidsprinkhanen niet doodt om ze nader te kunnen bestuderen, maar dat ze nog levende exemplaren weer vrijlaten, in gevangenschap houden of wachten totdat ze een natuurlijke dood zijn gestorven om ze te kunnen onderzoeken.

Het is nog niet geheel duidelijk waarom ‘eenhoorn’-bidsprinkhanen zulke fraaie uitsteeksels op hun schedeldak hebben. De beste hypothese luidt voorlopig dat de voelsprieten dienen als een vorm van mimicry of camouflage. (Bekijk foto’s van verbluffende voorbeelden van camouflage bij insecten.)

Waarschijnlijk zijn ze “bedoeld om het silhouet van de dieren op te breken,” zegt Lanna. Voor een roofdier zou de kop van een bidsprinkhaan daardoor niet op iets eetbaars lijken, maar eerder op de (oneetbare) knop van een plant. Helaas wordt de voelspriet waarschijnlijk niet gebruikt om toernooien mee uit te vechten of toverdranken mee te maken.

Net als hun soortgenoten elders zijn de bidsprinkhanen van de Atlantische bossen experts in camouflage en verstoppertje spelen. Om de dieren te vinden moesten Lanna en zijn collega’s ’s nachts met zaklantaarns door de bossen trekken om ze in de smalle en felle lichtbundels te kunnen spotten.

Volgens Rivera zijn bidsprinkhanen net als andere insecten uiterst belangrijk voor een goed functionerend ecosysteem – en bovendien spectaculair. Of het nu komt door hun doordringende ogen, hun schijnbare houding van trots en macht of hun sierlijke maar dodelijke poten – ze weten onze aandacht te trekken.

“Ze openen onze ogen voor de wereld van de insecten,” zegt Rivera. “En ze hebben ons veel te vertellen.”

Bekijk ook: meesters in vermommen – wonderbaarlijke camouflage van insecten

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com