In de laatste stukjes natuurlijk grasland in het zuidoosten van Australië leeft een hagedis die zó klein is dat hij zich in de holletjes van spinnen kan verschuilen. Binnenin die holletjes vindt de Australische grondagame 'de grasland zonder oren dragon' (Tympanocryptis pinguicolla) beschutting tegen de extreme temperaturen die op de vlakte heersen.
De geslachtsnaam van deze grondagame, Tympanocryptis, verwijst naar het feit dat zijn oren met schubben zijn bedekt en dus verborgen blijven. Het diertje – dat amper zes gram weegt – is zeer moeilijk te vinden, omdat hij extreem schuw en zeer goed gecamoufleerd is, zegt ecoloog Will Osborne van de University of Canberra. Zó moeilijk zelfs dat de hagedis circa dertig jaar lang niet werd gespot voordat Osborne en zijn collega’s de soort in 1991 herontdekten.
Maar wat door wetenschappers altijd was beschouwd als één enkele, zeer schuwe hagedissensoort die in het zuidoosten van Australië voorkomt, blijkt nu uit meerdere aparte soorten te bestaan. Uit een nieuwe analyse van de anatomie en het DNA van grondagamen uit verschillende locaties in de regio blijkt dat geïsoleerde populaties in werkelijkheid verschillende soorten zijn.
“Ze lijken allemaal heel veel op elkaar,” zegt taxonome Jane Melville van het Museum Victoria, hoofdauteur van de studie die gisteren werd gepubliceerd in het tijdschrift Royal Society Open Science. “Maar er zijn wel duidelijke verschillen tussen het type schubben op hun rug en tussen de schedelvormen.”
In het nieuwe onderzoek zijn voor het eerst vier soorten Australische graslandagamen geïdentificeerd. Eén daarvan, de Victoria-graslandagame, die al sinds 1969 niet meer op verifieerbare wijze was gespot. Deze grondagame werd in de jaren veertig van de vorige eeuw in de buurt van Melbourne ontdekt, maar volgens Melville liggen “veel locaties waar ze ooit voorkwamen nu helaas binnen de stadsgrenzen van Melbourne, terwijl andere plekken tot akkerland zijn omgeploegd.”
De Victoria-graslandagame is “zeer waarschijnlijk uitgestorven,” zegt Osborne. Volgens hem hebben recente speurtochten naar potentiële habitats niets opgeleverd. Als de Victoria-graslandagame inderdaad uitgestorven blijkt te zijn, is het de eerste reptielensoort die in de moderne tijd op het vasteland van Australië is verdwenen.
Toch is het volgens Osborne nog te vroeg om te stoppen met zoeken. (Bekijk ’s werelds grootste bijensoort, die als uitgestorven werd beschouwd maar onlangs voor het eerst in het wild is gefilmd.)
“Nog niet alle potentiële habitats zijn onderzocht, dus dat is het eerste wat we moeten doen, voordat er nog meer grasland verdwijnt,” zegt hij. De nog resterende stukjes grasland zouden volgens hem beschermd moeten worden om niet aan akkerland, weidegrond of projectontwikkelingen ten prooi te vallen.
“Zelfs als de Victoria-graslandagame is verdwenen, leven hier nog veel andere soorten die afhankelijk zijn van deze steeds zeldzamer wordende habitats.”
In het geval van de drie andere, pas geïdentificeerde soorten van Australische graslandagamen zal het onderzoek bijdragen aan het opzetten van nieuwe en uitbreidingen van bestaande fokprogramma’s, zegt Jane Melville. “Deze hagedissen mogen dan erg op elkaar lijken, maar als we naar hun genoom kijken, zijn het zeer verschillende dieren.” Hun genen zouden niet geschikt kunnen zijn om te worden gekruist, zegt zij.
Gelukkig voor de agamen zijn er tot op heden geen hybriden ontstaan.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com