De dikke pantsers van schildpadden beschermen deze wezens tegen de meeste roofdieren. Maar onze nauwste verwanten in het dierenrijk hebben een manier gevonden om deze verdediging te omzeilen, en wel door hard met de pantsers tegen een boom te slaan.
In een wetenschappelijk artikel dat vorige week in het tijdschrift Scientific Reports is verschenen, berichten onderzoekers over zeven chimpansees die in het Nationale Park van Loango in Gabon de pantsers van stekelrandklepschildpadden op deze wijze openbreken. Het gedrag werd meerdere keren waargenomen gedurende vijfduizend uur aan observaties en de primaten deelden het schildpaddenvlees vaak met andere leden van hun groep.
Het is voor het eerst dat chimpansees zijn geobserveerd bij het eten van welk reptiel dan ook. Het gedrag is ook uniek vanwege de manier waarop de primaten het schildpaddenvlees bemachtigen: door met de gepantserde karkassen tegen een boomstam of boomstronk te slaan. Deze slagtechniek doet sterk denken aan het gebruik van werktuigen, zegt Simone Pika, een van de auteurs van de nieuwe studie en chimpansee-onderzoekster aan de Universität Osnabrück.
Het was al bekend dat chimpansees andere slagtechnieken toepassen, bijvoorbeeld bij het openbreken van termietenheuvels of het kapotslaan van de schaal van walnoten met stenen.
Maar dit is een belangrijke aanvulling op hun vaardigheden, omdat “slaggedrag vrij zeldzaam is,” zegt Lydia Luncz, een primatologe van de University of Oxford die niet bij het nieuwe onderzoek was betrokken.
Door de ontdekking krijgen onderzoekers meer inzicht in de wijze waarop chimpansees zich tijdens hun evolutie tot zulke vaardige gebruikers van werktuigen hebben ontwikkeld, zegt zij.
Bij het openbreken van de schildpaddenpantsers blijven fysieke resten van de gebroken schilden achter, die door archeologisch primatologen als Luncz bestudeerd kunnen worden.
Opengebroken
De zeven chimpansees die van de schildpadden aten, waren allemaal volwassen mannetjes. Dat komt waarschijnlijk doordat het openbreken van een schildpaddenpantser de nodige kracht vereist. De schildpadden kunnen zo’n anderhalve kilo wegen en hun pantsers zijn zeer taai. De enige verdediging die deze dieren hebben, is stilzitten en dat sterke pantser.
In alle gevallen konden de apen via de onderzijde van het schild – het buikpantser of plastron – bij het vlees komen.
Nog drie andere chimpansees – twee vrouwtjes en een volwassen mannetje – probeerden de schildpaddenpanters open te breken, maar tevergeefs. In al die gevallen werd het werk afgemaakt door een van hun groepsgenoten, die het vlees daarna deelden.
Eén chimpansee – een volwassen mannetjes met de naam Pandi – leek erg dol op het schildpaddenvlees te zijn en nam 20 van de 34 succesvolle pogingen voor zijn rekening. Maar dat gegeven wordt misschien eerder verklaard door het feit dat hij zeer gewend was aan menselijke onderzoekers en dus goed te observeren viel, dan door een of andere bijzonder vaardigheid in het openbreken van schildpaddenpantsers.
Een andere chimpansee at telkens de helft van het schildpaddenvlees op en bewaarde de rest dan ’s nachts in een boom, om het de volgende dag alsnog op te eten. Daaruit kan worden afgeleid dat het dier aan bewuste toekomstplanning deed, gedrag waarvan men ooit aannam dat het uniek was voor mensen en dat bij dieren in het wild verrassend moeilijk is te observeren of aan te tonen.
Vreemd genoeg eten de chimpansees het schildpaddenvlees alleen in het droge seizoen, en niet omdat ze dan geen andere prooidieren kunnen vinden, zegt Tobias Deschner, primatoloog aan het Max-Planck-Institut für evolutionäre Anthropologie en medeauteur van de nieuwe studie. De reden daarvoor kan zijn dat schildpadden tijdens het regenseizoen minder actief zijn, maar dat is slechts giswerk, zegt hij.
Chimpansee-cultuur
Het bestuderen van chimpansees is lastig – de wetenschappers hadden onder andere last van olifanten en moesten hun werk op moerassige onderzoekslocaties doen.
“We kunnen niet in het bos werken als het donker is, want dan is het risico om op een olifant te stuiten veel te groot,” zegt Deschner, die samen met Pika de leiding heeft over het Loango Chimpanzee Project. (Ze zijn ook met elkaar getrouwd.)
In het algemeen kost het ongeveer vijf jaar voordat een apenpopulatie gewend is geraakt aan de aanwezigheid van menselijke onderzoekers. Er worden momenteel slechts tien van dat soort populaties geobserveerd, zegt Luncz.
“Telkens wanneer een nieuwe chimpansee aan ons gewend is geraakt en we nieuwe gegevens verzamelen, ontdekken we weer iets nieuws,” zegt zij. Zo blijkt volgens haar uit dit onderzoek dat het gedrag van chimpansees zeer complex is en dat we er nog maar heel weinig inzicht in hebben.
In een wetenschappelijk artikel dat in maart in Science werd gepubliceerd, wordt erop gewezen dat verschillende groepen chimpansees vaak uniek gedrag vertonen. Als deze populaties zouden verdwijnen, zouden de aspecten van hun ‘cultuur’ voorgoed verloren gaan. Dat is op zichzelf al van belang, maar ook vanwege de overeenkomsten tussen chimpansees en mensen.
Chimpansees worden door de International Union for Conservation of Nature geclassificeerd als dieren die met uitsterving worden bedreigd. De westelijke chimpansee (Pan troglodytes verus), een van de vier ondersoorten van de chimpansee en de groep die het meest van werktuigen gebruikmaakt, worden ernstig met uitsterving bedreigd. In het nieuwe onderzoek werd gekeken naar Centraal-Afrikaanse chimpansees (Pan troglodytes troglodytes).
“Door het uitsterven van deze dieren – waarvan we het gedrag nog amper kennen – dichterbij te brengen, sluiten we de deur voor het ontdekken van onze eigen evolutiegeschiedenis,” aldus Luncz.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com