De doordringende geur van dode vis, guano en zee hangt in de lucht. Gesprekken worden onderbroken met luid gekrijs.
In de South African Foundation for the Conservation of Coastal Birds (SANCCOB) in Kaapstad zijn de hoofdbewoners zwartvoetpinguïns – sinds half juli ruim honderd exemplaren. De zwartvoetpinguïn is inheems op de kusten van Zuid-Afrika en Namibië, en is in de afgelopen decennia sterk in aantal achteruitgegaan – van 56.000 broedparen in 2001 tot zo’n 20.000 paren nu.
Dreigingen als de winning van guano als kunstmest, het vergaren van eieren en overbevissing hebben ertoe geleid dat de soort in 2010 door de International Union for Conservation of Nature werd geclassificeerd als met uitsterving bedreigd. De SANCCOB geeft deze stoere soort nu een extra steuntje in de rug door het opvangen en rehabiliteren van zieke en gewonde pinguïns en in de steek gelaten pinguïnkuikens.
“Het is echt een trieste en deprimerende gedachte dat de zwartvoetpinguïn nog in ons leven kan uitsterven,” zegt Romy Klusener, supervisor van het kuikenopvoedcentrum van de SANCCOB. “Deze vogels zijn heel erg belangrijk voor ons. We moeten ervoor zorgen dat (...) we er alles aan doen (...) om de wilde populaties te versterken.”
Afrika’s enige pinguïns
Volgens David Roberts, dierenarts bij de SANCCOB, broeden zwartvoetpinguïns op eilandjes voor de kust, waar ze kleine nesten bouwen van hun eigen vogelpoep, oftewel guano. Maar vanaf het begin van de negentiende eeuw begonnen mensen de opgehoopte guano op de eilandjes, die zeer rijk is aan stikstof, te winnen als kunstmest. Het was de eerste grote bedreiging van de populatie zwartvoetpinguïns in zuidelijk Afrika.
Maar de achteruitgang van de soort is niet op slechts één factor terug te voeren, zegt Cuan McGeorge, parkopziener van Stony Point in het Biosfeerreservaat Kogelberg, waar een kolonie zwartvoetpinguïns op het vasteland broedt. Volgens hem zijn ook de steeds verder oprukkende activiteiten van de mens en de afname van de favoriete vissoorten van de pinguïns belangrijke dreigingen.
Met een lengte van amper zestig centimeter moeten deze kleine pinguïns concurreren met de commerciële visserij op dezelfde vissoorten (ansjovis en sardien), waarbij de pinguïns meestal het onderspit delven. Dat er minder vis beschikbaar is, betekent bovendien dat zeeroofdieren als zeehonden en -leeuwen nu ook op pinguïns als prooidieren jagen, aldus McGeorge.
Daarnaast heeft het opwarmen van de oceaan als gevolg van de klimaatverandering ertoe geleid dat de paaigronden van deze vissoorten verder van de pinguïnkolonies zijn komen te liggen, wat een extra uitdaging voor foeragerende pinguïns betekent.Zwartvoetpinguïns hebben meer succes als ze in groepen jagen, waarbij ze grote scholen vis bijeendrijven. Maar door de afname van de hoeveelheid vis in een bepaald gebied levert de jacht minder op.
Help de pinguïns
Om dit charismatische en bedreigde diertje te redden heeft de Zuid-Afrikaanse regering de commerciële visvangst in de buurt van enkele pinguïnkolonies verboden om ze de kans te geven om meer kuikens groot te brengen.
Ook parkopzieners als McGeorge helpen bij het in toom houden van roofdierenpopulaties. Toen pinguïns op het vasteland begonnen te broeden, waaronder bij Stony Point, werden de vogels geconfronteerd met nieuwe roofdieren als mangoesten en zelfs luipaarden. Door de roofdieren over te brengen naar gebieden die verder van de kwetsbare kolonies afliggen, kan het aantal door roofdieren gedode pinguïns worden teruggebracht. Ook de bouw van kunstmatige nesten voor de pinguïns kan helpen.
Volwassen pinguïns worden naar SANCCOB-opvangcentra in Kaapstad en Port Elizabeth gebracht nadat redders zijn gewaarschuwd door pinguïnliefhebbers of door parkopzieners die de kolonies in de gaten houden. De vogels kunnen aan ondervoeding lijden of gewond zijn geraakt door roofdieren, zegt Roberts. Afhankelijk van hun verwondingen kan de rehabilitatie van een zwartvoetpinguïn enkele dagen tot een jaar duren.
Zwartvoetpinguïns ondergaan elk jaar een zogenaamde ‘schrikrui’, waarbij ze binnen drie weken alle veren van hun zwart-witte verenpak verliezen. Volwassen pinguïns in de rui moeten in deze periode aan land blijven, zegt McGeorge, wat betekent dat ze geen vis voor hun kuikens kunnen vangen. Vaak laten deze ruiende ouders hun kuikens in de steek omdat ze zichzelf amper kunnen voeden; ze kunnen de helft van hun lichaamsgewicht verliezen.
Parkopzieners die de broedkolonies in de gaten houden, halen verhongerende kuikens en in de steek gelaten eieren op en brengen ze naar de centra, waar ze door toegewijde medewerkers worden grootgebracht of uitgebroed.
In het speciale kuikenopvoedcentrum van de SANCCOB maakt het personeel gebruik van broedkisten om de kleine eieren warm te houden totdat ze uitkomen. Kuikens hebben speciaal voer nodig: een sterk riekende vissmurrie voor de kleintjes en hele stukjes vis voor grotere kuikens.
Wanneer een kuiken eenmaal is volgroeid of een volwassen exemplaar is genezen, zet de SANCCOB het dier weer uit in het wild. Veel volwassen pinguïns zien de oceaan pas bij hun vrijlating voor het eerst.
Voordat afscheid van ze wordt genomen, ontvangen de pinguïns een kleine chip met een uniek ID-nummer, zegt Klusener. Wanneer deze pinguïns terugkeren naar hun broedkolonie en daar langs een chiplezer lopen, ontvangen de beheerders en het personeel van de SANCCOB een stukje waardevolle informatie, namelijk dat de vogel de overstap naar de wilde natuur heeft overleefd. Het is “zeer spannend” om te zien dat sommige van de in het centrum uitgebroede kuikens volwassen worden en zelf kuikens grootbrengen, zegt Klusener.
McGeorge heeft nog hoop voor de zwartvoetpinguïns. “Ze zullen het overleven,” zegt hij. “Ze kunnen zich goed aanpassen.”
Neem een kijkje binnen in het opvangcentrum en zie ook hoe herstelde pinguïns weer in het wild worden uitgezet, in de 360o-video hierboven.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com