Ze passen precies in je handpalm en met hun ronde wangetjes, korte pootjes waarmee ze altijd zo leuk druk bezig zijn en pluizige vachtjes zijn gedomesticeerde hamsters geliefde huisdieren. De 26 soorten wilde hamsters die in delen van Europa, Azië en het Midden-Oosten rondlopen, zijn echter minder bekend. Ze zijn allemaal net zo schattig, maar niet altijd geschikt om te aaien.
Neem de agressieve Europese hamsters. Wanneer je ze probeert aan te raken, zullen ze op je springen en gaan bijten, zegt Mikhail Rusin, een onderzoeker die werkzaam is bij de Dierentuin van Kiev in Oekraïne. “Zelfs wanneer ze in gevangenschap zijn geboren, worden ze niet tam naarmate ze opgroeien,” zegt hij.
Maar hoe woest ze ook zijn, deze knaagdiertjes, die niet meer dan een halve kilo wegen, kunnen niet op tegen bedreigingen zoals klimaatverandering, landbouw en lichtvervuiling. Deze fenomenen hebben waarschijnlijk voor een afname in de populatie van wilde hamsters gezorgd, wat er recent toe leidde dat de IUCN (International Union for Conservation of Nature and Natural Resources-de internationale unie voor natuurbescherming) ze als ‘ernstig bedreigd’ heeft geclassificeerd.
Ooit waren ze wroetend door graslandschappen in heel Europa en West-Azië te vinden, maar nu is het territorium van hamsters aanzienlijk verkleind. In Frankrijk is het met 94% afgenomen en zijn ze alleen nog maar in de Elzas-regio te vinden, en in Oost-Europa is hun leefgebied 75% kleiner geworden, vooral in Rusland en Oekraïne. Als er geen maatregelen worden genomen, zal deze hamster over 30 jaar uitgestorven zijn, zo zegt het IUCN.
De penibele situatie van de soort zal waarschijnlijk tot nieuwe beschermingsinspanningen leiden, zegt Rusin, een van de auteurs van de nieuwe IUCN-lijst. Hij is samen met collega’s al overgegaan tot actie. Deze week hebben ze in het Oekraïense Nationaal Park Chotynsky elf in gevangenschap opgegroeide hamsters losgelaten in het wild, iets wat nog nooit eerder in dit land is gebeurd.
Het is van belang dat Europese hamsters worden beschermd, want de soort vormt een fundamentele schakel in de voedselketen: Ze zijn een belangrijke prooi voor allerlei roofdieren, uiteenlopend van de Europese gewone vos tot grote vogelsoorten zoals de oehoe.
“Als we deze soort verliezen, kan het hele ecosysteem instorten,” zegt Rusin – en dat kan op zijn beurt slechte gevolgen hebben voor menselijke gemeenschappen die afhankelijk zijn van de omgeving voor voedsel, water en andere behoeften. “Sommige mensen denken dat ze niet verbonden zijn met de natuur, maar dat is wel het geval.”
Ook zou de wereld aan veelkleurigheid verliezen mocht het tot uitsterving komen, voegt Rusin toe. Zijn zwarte buikje, witte vlekjes en kastanjebruine rug maken de hamster “misschien wel tot een van de mooiste knaagdieren in Europa.”
Een complex web van bedreigingen
Europese hamsters leven om evolutionaire redenen kort: ze komen na een zwangerschap van 1,5 jaar ter wereld, om vervolgens maar zo’n 2 jaar te leven. Gedurende de afgelopen periode van ongeveer een eeuw zijn het voortplantingspercentage en de levensduur van de hamsters echter aanzienlijk gedaald. Kregen vrouwtjes in het grootste deel van de 20eeeuw gemiddeld nog twintig nakomelingen per jaar, nu zijn dat er vijf à zes, en de gemiddelde levensduur is teruggelopen van zes tot slechts twee jaar.
De reden voor deze dalingen is onduidelijk. Het is waarschijnlijk een combinatie van factoren, en een daarvan is de uitbreiding van monoculturen – het volplanten van een gebied met één enkel gewas, meestal tarwe of maïs – in heel Europa.
Hamsters leven in grasland en zijn daardoor vaak op landbouwgrond te vinden, waar ze voeding halen uit de gewassen. Maar alleen maïs en tarwe leveren de dieren weinig voedingsstoffen op, wat tot gezondheidsproblemen kan leiden als gevolg van een tekort aan eiwitten en vitamine B3. Zo kan een tekort aan B3 bij Europese hamsters bijvoorbeeld leiden tot abnormaal gedrag bij de moeders, zoals infanticide (kindermoord), zegt Caroline Habold, ecofysioloog aan de CNRS-Universiteit van Straatsburg. En wanneer er te weinig eiwit in de melk van tarwe-etende moeders zit, kan de ontwikkeling van haar jongen worden belemmerd. Bovendien worden de hamsters wanneer het oogsttijd is in een keer van hun voedingsbron beroofd en een makkelijkere prooi.
Warmere, nattere winters als gevolg van wereldwijde klimaatveranderingzijn ook schadelijk voor de wilde hamsters. In de winter graven de beestjes voor hun winterslaap gaten van wel twee meter diep, waarin ze knus, warm en veilig onder de sneeuwlaag de wintertijd doorbrengen. Zonder deze deken van sneeuw worden ze meer blootgesteld aan de elementen zoals koude temperaturen en regen, die allebei direct tot de dood kunnen leiden.
Uit een onderzoek in de Elzas waar Habold mede-auteur van is, kwam naar voren dat de combinatie van maïsbouw en een toename van de hoeveelheid regen in de winter er wellicht voor heeft gezorgd dat sinds 1937 het gewicht van hamsters met tot wel 21% is afgenomen. Een laag lichaamsgewicht wordt onder andere in verband gebracht met een verlaagde vruchtbaarheid.
Een andere mogelijke oorzaak voor de afname van de soort is lichtvervuiling, wat mogelijk het dag-en-nachtritme van de dieren verstoort. Hamsters bepalen tijdens hun winterslaap bijvoorbeeld op basis van hoelang het overdag licht is wanneer ze weer uit hun holletjes moeten komen. De toename van kunstmatige lichtbronnen maken het de diertjes lastiger om dit vast te stellen, zegt Stefanie Monecke, een medisch psycholoog aan de Ludwig-Maximilians-Universität in München.
Monecke benadrukt dat de invloed van lichtvervuiling en klimaatverandering op Europese hamsters “slechts op hypotheses berust, maar alles wijst in deze richting.”
Herintroductie in de natuur
Gelukkig verloopt de voortplanting in gevangenschap naar behoren, zegt Rusin: er zijn programma’s gestart in onder meer België, Frankrijk, Polen, Duitsland en Oekraïne.
Het lastige is volgens hem het herintroduceren van hamsters die niet gewend zijn aan leven in het wild en die daardoor een makkelijk doelwit zijn voor roofdieren. Door gedurende een paar maanden hekken of netten rond hun nieuwe habitat te plaatsen, kan de beestjes bescherming worden geboden zodat ze kunnen acclimatiseren, zegt Rusin.
Sommige wetenschappers, zoals Habold in de Elzas, werken samen met boeren om meer hamstervriendelijke akkerlanden te creëren. Op kleinere gebieden kan bijvoorbeeld het belangrijkste gewas worden gecombineerd met een ander gewas zoals proteïnerijke soja, dat gezonder is voor de hamsters. En boeren kunnen de randen van deze terreinen opvullen met een verscheidenheid aan planten, zoals zonnebloemen, alfalfa en raapzaad. Habold moedigt boeren ook aan om minder te ploegen en het pesticidegebruik te verlagen.
Habold wil de boodschap overbrengen dat diversiteit in gewassen gunstig is voor de algemene gezondheid van het boerenland en het omringende ecosysteem, aangezien vele soorten planten ook andere wilde diersoorten kunnen helpen, waaronder bestuivers.
“De hele wereld zou moeten nadenken over de manier waarop we boerenland en landbouwpraktijken kunnen verbeteren ten behoeve van de biodiversiteit,” zegt ze. “De hamsters is maar één voorbeeld.”
Paralellen met uitgestorven diersoorten
In Frankrijk is het zeker dat beschermingsmaatregelen slechts tot stabilisatie van het aantal dieren hebben geleid, niet tot een toename. Daarom is de beslissing van de IUCN zo belangrijk, aldus Habold.
Door de classificatie kan ook meer financiering beschikbaar komen voor onderzoek naar voortplantingsproblemen, wat volgens Monecke in het bijzonder zorgen baart.
“Neem de trekduif – dit was de meest voorkomende vogel ooit, en deze stierf in slechts honderd jaar uit,” merkt ze op. “Het probleem was dat ze niet meer in staat waren om zich voort te planten, iets waar de hamster nu ook mee te maken heeft. Er zijn tal van overeenkomsten.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com