Dit artikel verscheen in het maartnummer van National Geographic magazine 2021.
Het is een zaterdag in augustus, rond halfnegen ’s avonds. De maan staat helder aan de hemel, maar het schijnsel verbleekt bij grote neonletters die ‘Greyhound Racing’ en ‘Derby Lane’ schreeuwen.
Hier in St. Petersburg in Florida hebben zo’n driehonderd bezoekers zich verzameld op de tribunes. Ooit werd de bigband- en rockabillymuziek die uit de speakers schalt, overstemd door duizenden toeschouwers. Nu klinkt er slechts wat geroezemoes. Wanneer Frederick Davis de honden presenteert, wordt het stil. ‘TNT Sherlock.’ Een voor een roept Davis acht ranke wedstrijdhonden naar voren, die elk een dekje dragen met daarop een startnummer. ‘Tailspin,’ vervolgt de presentator.
Dan gaat Davis (41) de dieren en hun trainers voor naar de startboxen. Het volgende moment raast er een mechanische haas voorbij die al piepend blauwe lichtflitsen uitstraalt. De deurtjes gaan open en de greyhounds schieten de baan op. Terwijl ze vaart maken, stuift het zand alle kanten op. De honden bereiken snelheden tot ruim zeventig kilometer per uur en leggen in dertig seconden een rondje af op de ovale baan.
lange tijd bekend als het walhalla van de hondenrensport. Vorig jaar, toen er nog wedstrijden werden georganiseerd, kon je nog een glimp opvangen van wat aan het begin van de twintigste eeuw een roemruchtige renbaan was. Destijds bestond het publiek hier vooral uit mannen in pak en met een gleufhoed. Sterren als honkballer Babe Ruth en zangeres Sophie Tucker kwamen hier geregeld. Joe DiMaggio liet Marilyn Monroe hier ooit in zijn auto wachten om binnen een weddenschap te plaatsen.
Derby Lane, het oudste parcours van de VS waar nog werd geracet, sloot in december 2020 zijn deuren. Twee jaar eerder had Florida met afstand de meeste racebanen in de VS – maar liefst elf van de zeventien circuits lagen in de ‘Sunshine State’. Eind 2020 waren dat er nog maar drie, maar ook die zijn nu gesloten.
In 2018 kregen de inwoners van Florida de kans om te stemmen over een wetswijziging die het wedden op hondenrennen per 31 december 2020 verbood. Tegen de verwachtingen van de race-industrie in, werd het amendement met een overgrote meerderheid aangenomen. Op 27 december schoten de greyhounds voor een laatste race uit de startblokken op Derby Lane. Davis, een slanke, goedlachse man met dreadlocks, was een van de vele medewerkers die moest uitkijken naar ander werk. Hij werkte veertien jaar op de renbaan en noemde het zijn droombaan.
‘Ik hou van honden,’ legt hij uit, ‘en ik ben graag buiten.’
Davis was niet de enige Derby Lane-medewerker die zich moest beraden over zijn toekomst.
‘Het doet pijn om na 95 jaar te moeten sluiten,’ zegt directeur Richard Winning (64). Al sinds de opening in 1925 is Derby Lane in handen van zijn familie. Als de renbanen in Florida sluiten, zo voorspelde hij, valt de rest ook om.
Dat is het enige punt waarover hij hetzelfde denkt als Carey Theil, de drijvende kracht achter Grey2K USA, een actiegroep die zich inzette voor de invoering van de wet: een verbod in Florida betekent het einde van de sport. ‘Florida vormde het hart van deze industrie,’ zegt Theil.
Winning, een man met een grijze baard, is een geboren verhalenverteller. 45 jaar geleden ging hij aan de slag op de renbaan; bij de draaihekken langs de baan verkocht hij toegangskaartjes voor een halve dollar per stuk.
Volgens Winning is de greyhound het enige hondenras dat in de Bijbel wordt genoemd. Hij heeft deels gelijk. In de Engelse King James Version-Bijbelvertaling uit 1611 wordt gezegd dat de greyhound ‘fraai in zijn voorkomen’ is (Spreuken 30: 29-31). (Volgens wetenschappers wordt er in de originele Hebreeuwse tekst verwezen naar Afghaanse windhonden of saloeki’s.) De vertalers kenden deze honden dankzij coursing, destijds een populaire sport waarbij twee greyhounds achter een haas aanrenden. Koningin Elizabeth I was een groot fan, vandaar dat men de windhondenrensport ook wel de ‘koninginnensport’ noemt.
De hondenrennen zoals we die nu kennen zijn bedacht door een Amerikaanse uitvinder, Owen P. Smith. Uit mededogen met de hazen, die op de renbaan gruwelijk aan hun eind kwamen, bedacht hij een mechanische variant: de kunsthaas. In 1910 vroeg hij patent aan op zijn Inanimate Hare Conveyor.
‘Nooit eerder heeft iemand in de sportwereld zo’n verandering teweeggebracht als Smith, en toch is hij een van de minst bekende uitvinders in de sportgeschiedenis,’ schreef Sports Illustrated in 1973.
Samen met twee partners ontwierp Smith ook de eerste moderne greyhoundrenbaan, die in 1919 zijn deuren opende in de buurt van Oakland (Californië). Het project mislukte, net als veel andere, omdat wedden destijds niet was toegestaan. Gokken was populair, maar verboden.
In 1922 waagden de ondernemers een nieuwe poging en richtten ze de Miami Kennel Club op in Humbuggus (Florida). Het zou de eerste succesvolle track zijn. Dat was vooral te danken aan de elektrische verlichting. Dankzij die innovatie konden mensen ook ’s avonds, na hun werk, nog naar de renbaan komen om races bij te wonen. Florida kende in de jaren twintig van de vorige eeuw een flinke bevolkingsgroei. De staat kreeg er duizenden nieuwe inwoners bij die op zoek waren naar vertier. De renbaan zou later worden aangepast tot hippodroom en omgedoopt tot Hialeah Park.
Derby Lane kende een valse start bij de opening in 1925. De oprichters raakten in geldnood, waarna houtmagnaat T.L. Weaver, Winnings overgrootvader, de zaak overnam. Hij gebruikte het middenterrein om bonen op te telen. In de pauzes zorgde hij voor entertainment door apen in kleurige pakjes op de honden te laten rijden. De apen werden gezekerd aan het hondendekje om te voorkomen dat ze ontsnapten of van de hond afvielen.
Gokken was verboden, maar de renbanen ‘gingen daar creatief mee om’, vertelt Winning. ‘Je kon aandelen kopen in honden.’ Won ‘jouw’ hond, dan werd er ‘dividend’ uitgekeerd. Verloor de hond, dan kreeg je niets. Daarnaast waren er renbanen die ad hoc opereerden: er kon worden gewed tot er een inval was. Zodra de kust weer veilig was, werden de illegale praktijken voortgezet.
In 1931, toen veel lokale overheden gebukt gingen onder de economische crisis, werd voorgesteld het wedden op races in Florida te legaliseren en te belasten. Gouverneur Doyle Carlton, een vroom baptist, was hierop tegen. Jaren later onthulde hij dat hem honderdduizend dollar was aangeboden om de wet te steunen. Maar Carlton weigerde en sprak zijn veto uit. Desondanks drukten de senatoren hun voorstel door en zo was Florida de eerste staat waar het wedden op honden werd toegestaan. In de jaren daarna werden renbanen geopend in Tampa (1932), Orlando (1935), Jacksonville (1935), Pensacola (1946) en Key West (1953).
Maar het zonnige Florida trok niet alleen onschuldige bezoekers aan. Met de hondenraces werd goed geld verdiend en daar kwamen louche figuren op af. Winning herinnert zich nog dat handlangers van maffiabaas Santo Trafficante jr. uit Tampa weddenschappen afsloten bij Derby Lane. Sommige maffiosi waren nauwer betrokken: Charles ‘Lucky’ Luciano en Meyer Lansky hadden aandelen in de hondenrenbanen in het zuiden van Florida, zegt Scott Deitche, die zeven boeken schreef over de maffia.
De bemoeienis van de maffia leidde tot geruchten over matchfixing. Volgens klanten werden sommige honden overvoerd en kregen andere elastiekjes om hun tenen gebonden waardoor ze minder hard konden rennen. Ook zouden de greyhounds stimulerende of juist verdovende middelen krijgen toegediend.
Doping zou tot het verbod op de sport een probleem blijven. In 2017 werd de vergunning van een trainer bij Derby Lane ingetrokken omdat vijf van zijn greyhounds positief testten op cocaïne. Een aantal maanden later werd een trainer van een andere renbaan in Florida geschorst nadat bij twaalf van zijn honden sporen van drugs waren gevonden. In de twee daaropvolgende jaren gebeurde hetzelfde bij honden van nog eens elf trainers.
Voor de tegenstanders van hondenraces waren de dopingperikelen maar één van de aanleidingen tot bezorgdheid. Grey2K documenteert al bijna twintig jaar misstanden in de branche en stelt dat die zich op grote schaal schuldig maakt aan stelselmatige dierenmishandeling. De omstandigheden waaronder de honden moeten racen, kunnen leiden tot ernstige verwondingen, zoals een gebroken poot of rug. Zelfs schedelbreuken, schade aan het ruggenmerg of elektrocutie door de kunsthaas waren geen uitzondering. Ook honden die níét racen waren hun leven niet zeker. In 1952 meldde het Greyhound Racing Record dat slechts dertig procent van de greyhounds die werd gefokt om te racen daadwerkelijk de renbaan opging. Over het lot van de overige zeventig procent durfde niemand zich uit te spreken.
Doorgaans gaan greyhounds rond hun vierde met pensioen. Grey2K verzamelde talloze verhalen over racehonden die na hun loopbaan een spuitje kregen of werden verkocht aan een laboratorium. Om misstanden aan de kaak te stellen, richtte de branche in 1987 de American Greyhound Council op. Die organisatie ontfermde zich over de adoptie van gepensioneerde dieren en deed onderzoek naar het welzijn van de honden. Desondanks vonden er na de eeuwwisseling twee ernstige schandalen plaats.
In 2002 werd een oud-renbaanbewaker uit Pensacola gearresteerd. Hij bekende duizend tot drieduizend greyhounds te hebben afgemaakt en ze op zijn eigen perceel in Alabama te hebben begraven. Voor elke doodgeschoten hond had hij tien dollar gekregen. De aanklager omschreef het terrein als een ‘Dachau voor honden’, zo tekende de New York Times op. De bewaker overleed nog voordat zijn proces was afgerond. In 2010 stierven tientallen honden in Ebro (Florida) nadat ze na afloop van het raceseizoen door hun trainer waren achtergelaten. Hij bekende schuld en werd veroordeeld tot een celstraf van vijf jaar.
Het imago van de branche liep een flinke deuk op, en tegelijkertijd kwam er steeds meer aandacht voor dierenwelzijn. Daarnaast kregen gokliefhebbers er een nieuwe optie bij: loterijen en casino’s waren in opmars en daardoor bleven veel klanten weg. Dat gold niet voor Jim Wickert (77), een gepensioneerde golfbaaneigenaar die in de nadagen van de hondenrensport nog minstens twee keer per week te vinden was op Derby Lane. ‘Ik vind het leuk om de prestaties van de honden te analyseren,’ zegt hij. ‘Ik zet nooit grote bedragen in, maar het geeft een kick als je je goed voorbereidt en de hond het waarmaakt.’ Wat hij ging doen zodra de baan zou worden gesloten, wist hij nog niet. Hij kon niet zo snel iets bedenken wat even spannend was.
Er zijn ook mensen die verslingerd raakten aan het racen omdat ze nu eenmaal dol zijn op greyhounds. Trainer en kennelhouder John Farmer uit Oregon vertelt dat hij als jongen van elf van zijn moeder voor het eerst naar de races mocht op het Multnomah Greyhound Park. Hij was op slag verliefd. Inmiddels is Farmer 55 en herinnert een plastic bakje vol medailles aan de overwinningen van zijn honden.
Greyhounds zijn aanhankelijk en vrij rustig, vertelt dierenarts Donald Beck. In al zijn jaren bij Derby Lane is hij geen enkele keer gebeten, beweert hij – hooguit kwam hij thuis met wat krassen op zijn benen, het resultaat van honden die enthousiast tegen hem opsprongen.
Als Winning terugdenkt aan zijn kampioensdieren, springt één hond er voor hem uit: Keefer, die in 1986 de Distance Classic won op Derby Lane. Nooit zouden de hondenrennen zo veel bezoekers trekken als die dag: 12.779.
De laatste tien jaar dat er geracet mocht worden, daalde de omzet van 96 naar 33 miljoen euro. De inkomsten van Derby Lane liepen terug van bijna tien naar 3,5 miljoen euro.
In een poging het tij te keren, werd geprobeerd de bedrijfstak te innoveren. In 1996 kregen renbanen toestemming om pokerruimten aan te leggen op hun terrein en simulcasting te integreren, waardoor klanten konden wedden op races die elders werden gehouden. De pokerruimten waren een doorslaand succes en toen hondenraces in Florida werden verboden, leverde simulcasting toch nog wat publiek op, maar voor de renbanen was het niet genoeg om te overleven.
Tien jaar lang drong Grey2K in Florida aan op hervormingen in de hondenrensport, maar tevergeefs. Uiteindelijk klopte de actiegroep aan bij de Constitution Revision Group, een staatsorgaan dat maar eens per twintig jaar bijeenkomt, en overtuigde de commissieleden van de noodzaak een einde te maken aan de sport.
Het promoten van de campagne kostte zijn organisatie bijna 2,5 miljoen euro, vertelt Theil. Het meeste geld ging op aan tv-spotjes waarin mishandelde racehonden werden getoond. Tegenstanders van het verbod gaven ‘slechts’ 450.000 euro uit. In een promotiefilmpje beschuldigden zij Grey2K ervan de gevaren onder een vergrootglas te leggen.
‘Het overgrote deel van de honden is gezond en wordt goed behandeld,’ zegt Jack Cory, woordvoerder van de Florida Greyhound Association. De mensen achter Grey2K zijn volgens hem ‘pathologische leugenaars’.
Toch schaarden maar weinig mensen zich achter de branche: bijna zeventig procent van de kiezers steunde het amendement.
Niet alleen medewerkers van de renbaan kwamen door het verbod op hondenrennen zonder werk te zitten, ook trainers en kenneleigenaren moesten op zoek naar een nieuwe baan. Farmer overweegt te verhuizen naar West Virginia, samen met Iowa en Arkansas een van de drie staten waar het racen nog is toegestaan.
Grey2K onderneemt pogingen de hondenrensport ook in deze laatste drie staten, Australië, Ierland, Mexico, Nieuw-Zeeland, het Verenigd Koninkrijk en Vietnam te verbieden.
Intussen zoeken adoptiebureaus een nieuw onderkomen voor de greyhounds uit Florida, die in december 2020 hun laatste race liepen. Een van die organisaties is de Sun State Greyhound Adoption van Sharon Dippel. Zij vangt met haar man Brian acht honden op. Elke dag gaan er kilo’s aan hondenvoer doorheen.
Dippel vertelt dat veel mensen bereid zijn een hond te adopteren, en dat niet alle renbanen in Florida tegelijk hun deuren sloten, heeft zeker geholpen.
Ook als huisdier – en zonder kunsthaas – trekt een greyhound buiten graag een sprintje, vertelt Dippel. En hoe zijn ze binnenshuis? ‘Als je zo’n hond op de bank ziet liggen, zou je haast vergeten dat hij snelheden van ruim zeventig kilometer per uur weet te bereiken.’
Craig Pittman woont in Florida en schreef vijf boeken over de staat in het zuidoosten van de VS. Fotograaf Erika Larsen richt zich met haar werk op de relatie tussen culturen en de natuur.
Dit artikel verscheen in het maartnummer van National Geographic magazine 2021.