In kassen in Amsterdam en Amersfoort zijn landsnoerwormen aangetroffen. Dat schrijft het EIS Kenniscentrum Insecten in Nature Today. De wormsoort komt van nature niet voor in Nederland en is hier via de potplantenhandel terechtgekomen. En daar zijn telers bepaald niet blij mee: de wormen doen zich tegoed aan regenwormen, die van groot belang zijn voor de bodemkwaliteit.

Landsnoerworm: zo herken je ’m

De landsnoerworm die is aangetroffen in de Amsterdamse en Amersfoortse kassen is de melkwitte landnemertijn (Leptonemertes chalicophora). Deze vleeseter beschikt over een glad lichaam en beweegt zich voort over een slijmspoor. In 2022 werd voor het eerst een snoerworm aangetroffen in ons land. De meeste snoerwormen (Nemertea) zijn waterdieren; van slecht vijftien soorten is bekend dat ze op het land leven. In Nederland en België is de snoerworm een exoot. Het liefst houden ze zich op in vochtige plekken in kassen of tuinen.

Je kunt een landsnoerworm herkennen aan de slurf aan de voorzijde van het lichaam. Die kunnen ze uitschieten om prooien mee te vangen, of om zichzelf snel voort te trekken. Hun dieet bestaat uit regenwormen. Dat zorgt voor problemen, want regenwormen zijn echte afvalverwerkers: ze eten dode plantenresten en scheiden die uit als voedingsstoffen voor planten. Zitten er te veel landsnoerwormen in de aarde, dan heeft dat een negatief effect op de bodemvruchtbaarheid.

Zie je een landsnoerworm? Maak een foto

Omdat er maar weinig onderzoek gedaan is gedaan naar landsnoerwormen, is het goed mogelijk dat ze al op meer plekke voorkomen in de Lage Landen. EIS Kenniscentrum Insecten roept dan ook op om een foto te maken en deze in te sturen op Waarneming.nl wanneer je er eentje vindt.

Wil je ze nog gelukkiger maken? Dan kun je gevonden wormen ook bewaren, zodat deze onderzocht kunnen worden door een specialist. Je kunt ze enkele dagen in leven houden in een afgesloten bakje met wat vochtige bladeren of tissues, en een afspraak maken via eis@naturalis.nl om de worm af te leveren.