Otter 820 drukt haar snuit stevig tegen het deurtje van de kist waarin ze wordt vervoerd. Ze piept zoals zeeotters piepen wanneer ze in paniek zijn, of boos, of wanneer ze hun ­familie roepen.

Het gezenderde beestje heeft donkere ogen en een donker­ bruine pels. Ze is zestien maanden oud, een echte zeeotterpuber, en haar leven is tot nu toe gekenmerkt door nare gebeurtenissen.

Meteen na haar geboorte werd ze in de steek gelaten. Ze werd vervolgens door haar redders in een vrachtwagen gezet, kreeg de fles van mensen met een zwart schort voor en is in een buiten­bassin van een aquarium grootgebracht door een zeeotterpleegmoeder.

Daarmee is otter 820 een schakeltje in een langlopend ecologisch experiment, dat de uitroeiing onder haar soortgenoten van ruim een eeuw geleden een beetje moet goedmaken.

Het schattige imago van de zeeotter

En nu zit ze in een kist die is neergezet op het dek van een opblaasbare motorboot. Ze krabbelt aan de bodem en de wanden. ‘Ik ben benieuwd,’ zegt Karl Mayer. De zomerochtend loopt op zijn eind en Mayer stuurt de boot naar dieper water.

Hij en zijn­ collega Sandrine Hazan zijn gespecialiseerde dierverzorgers in het Californische Monterey Bay Aquarium, het grijze gebouw dat achter ons langzaam in de mist verdwijnt.

Binnen verzamelen bezoekers zich al bij het glazen zeeotterbassin; vanuit het perspectief van de bewoners moeten ze er soms uitzien als een eindeloze rij blije gezichtjes en opgeheven telefoons.

Een paar rondjes zwemmen, even de neus poetsen, een potje ‘met een plastic bal op de rotsen beuken’: de twee­voeters aan de andere kant van het glas kunnen er geen genoeg van krijgen. Steek je besnorhaarde kop boven het water uit en zoek wat kijkers uit om mee te flirten en ze weten niet meer waar ze het zoeken moeten van geluk.

zeeotters
Ralph Pace
Met haar poten onder haar kin doet een zeeotterwijfje een dutje in Monterey Bay. ‘Dat ze zo schattig zijn, levert ook problemen op,’ zegt bioloog Gena Bentall. Ze is ­directeur van Sea Otter Savvy, een organisatie die richtlijnen opstelt hoe men op een verantwoorde manier met wilde zeeotters kan omgaan. In hun enthousiasme komen mensen vaak te dichtbij of achter­volgen ze de otters om een mooie foto te kunnen maken.

Er zijn best verklaringen voor het enthousiasme dat mensen ervaren bij het zien van een zeeotter. Experts schudden ze zo uit hun mouw: 1) Zeeotters gebruiken gereedschap: ze zoeken een steen met een geschikte vorm, draaien zich op hun rug en leggen de steen op hun buik, waarna ze er schelpdieren op stukslaan.

2) Ze behoren tot de kleinste zeezoogdieren ter wereld en zwemmen op hun rug, wat om een of andere reden heerlijk is om naar te kijken. 3) Er is iets met dat koppie, die vacht, zo’n pluizig, elegant beestje in zee...

Een andere reden ligt nog veel meer voor de hand. ‘Als mensen me iets over zeeotters vragen, moet ik professioneel blijven en mijn gezicht in de plooi houden,’ vertelt Hazan. ‘Maar als er niemand bij is, gebruiken we zeker het S-woord wel.’ Schattig, bedoelt ze.

Iedereen is gek op zeeotters, maar ze kunnen ook meedogenloos zijn

Het idee dat zeeotters leuk zijn, is zo algemeen verspreid dat mensen die met ze werken er weleens wanhopig van worden, al zijn ze er zelf ook niet immuun voor. Neem het idee dat zeeotters in het wild elkaars poot vasthouden om te voorkomen dat ze van elkaar wegdrijven: heel aandoenlijk, maar het klopt niet. (Sorry.)

Een aantal jaar geleden zijn twee otters in een aquarium poot in poot op de foto gezet. Die beelden doen op internet nog steeds de ronde, maar het is nooit onomstotelijk bewezen dat otters dat in de vrije natuur ook weleens doen.

Wel is het zo dat ze hun jongen op hun buik dragen terwijl ze op hun rug zwemmen. Het klopt ook dat ze soms in rafts, ‘vlotten’, bij elkaar drijven, wat eruitziet als een groep vrienden die gezellig in zee ronddobbert.

Maar zeeotters kunnen meedogenloos zijn. Het zijn roofdieren, taaie vleeseters. Met hun sterke tanden en kaken kunnen ze schelpen verbrijzelen en de ingewanden uit kleine, stekelige dieren scheuren.

De bijna-fatale jacht op zeeotters

Het wrede ecologische drama dat bijna tot hun uitsterven leidde, begon in de achttiende eeuw, toen Russische zeelieden op de Aleoeten ontdekten wat de inheemse bevolking langs de kust van Grote Oceaan allang wist: dat zeeotters de dikste, weelderigste pels ter wereld hebben.

Voor de kustbewoners was die pels ook veel waard, maar zij jaagden in een tempo dat de otterstand in stand hield. De nieuw aangekomen jagers waren minder verstandig. Toen er in 1911 een verdrag kwam dat de internationale handel in zee­honden- en zeeotterbont aan banden legde, waren er nog maar enkele groepjes zeeotters over.

Leestip: Deze inktvis gooit schelpen naar andere dieren

En dat terwijl er langs de kusten van de Grote Oceaan – tussen Baja California in Mexico en de noordelijke eilanden tussen Alaska, Rusland en Japan – naar schatting ruim 150.000 tot drie­ honderdduizend dieren hadden geleefd.

In de wateren rond het Noord-Amerikaanse continent grijpen mensen nu op een andere manier in: ze zorgen dat zeeotters over­leven en zich verspreiden. Maar het is een hele puzzel om uit te zoeken hoe taaie, vleesetende roof­dieren passen in een wereld die tijdens hun afwezigheid drastisch is veranderd.

Het uitzetten van otter 820

Ondanks alle botsende meningen over Enhydra lutris hebben we deze ochtend gelukkig een duidelijk afgebakende opdracht: otter 820 veilig terugbrengen naar zee. Mayer zet de motor af en bestudeert het grijsgroene water.

De zeeotters die in Monterey worden opgevangen, krijgen een nummer in plaats van een naam, om te voor­komen dat er een emotionele band ontstaat – het is de bedoeling dat ze worden teruggezet in het wild, indien mogelijk.

Zeeotter hebben geen blubber. Hun beroemde bont vormt een isolatielaag die ze warm houdt in het water.

Otter 820 kwam op de intensive care van het aquarium terecht na een telefoontje dat er een jonge otter op het strand lag. ­Vandaag is de tweede vrijlatingspoging. De eerste, een paar maanden geleden, mislukte: Mayer en Hazan volgden haar dankzij een zender op haar omzwervingen en merkten dat ze gewicht bleef verliezen. Toen ze haar ophaalden, was ze er zo slecht aan toe dat ze zonder protest in het net zakte.

‘We hebben haar weer gezond en op gewicht gekregen,’ vertelt Mayer. ‘En nu proberen we het nog een keer.’ Hij knikt naar Hazan, die de kist met 820 erin naar de rand van de boot duwt, naar voren kantelt en het deurtje opengooit.

De opvoeding van zeeotterbabies

Een zeeotterbaby weegt ruim twee kilo, lijkt op een kussentje van bont met kraalogen en heeft in de eerste maanden overal zijn moeder voor nodig. Deze voedt hem niet alleen, ze leert hem ook hoe hij in leven moet blijven.

De volwassen mannetjes blijven niet in de buurt om te helpen, en de jongen weten niet instinctief hoe ze schelpdieren van de zeebodem moeten pakken, hoe ze het rugschild van een krab moeten openbreken of hoe ze moeten zwemmen met onder hun oksels de stenen waarop ze schelpen stukslaan.

zeeotters
Ralph Pace
Een jonge zeeotter zoekt een grote streng kelp af naar krabben en slakken, die hij boven water ver­orbert. Onder hun oksels hebben zee­otters losse huidplooien, waarin ze van alles kunnen vervoeren. Hierna speurt het dier de zee­bodem af naar mosselen, andere schelpdieren en zee-egels.

Ook hebben ze iemand nodig die ze leert dat ze zich continu moeten verzorgen, dat ze hun pels moeten opdoffen en lucht in het onderhaar moeten blazen.

Zeeotters hebben namelijk geen blubber, de onderhuidse speklaag die walvissen en zeehonden wel hebben; hun beroemde bont vormt een isolatielaag die ze warm houdt in het water, waar ze het grootste deel van hun tijd doorbrengen. In de Grote­ Oceaan kan een zeeotter met een huidwond of een aan elkaar geklitte vacht snel doodvriezen.

Hoe medewerkers van het aquarium jongen leren om een echte zeeotter te worden

Het Monterey Bay Aquarium richt zich op het zeeleven in de omgeving en werkt al sinds de opening in 1984 aan de herintroductie van zeeotters. Niet ver hiervandaan waren de laatste zeeotters van Californië te vinden: in de wetenschap ook wel de zuidelijke zeeotter genoemd, om hem te onderscheiden van zijn noordelijke soortgenoten rond en voorbij de Canadese grens.

Al snel werd er in het nieuwe aquarium een bijzonder programma opgezet om gewonde of gestrande zeeotters er weer bovenop te helpen. Maar omdat ook gezonde jongen nog van alles moeten leren om een echte zeeotter te worden, wierpen medewerkers van het aquarium zich op als surrogaatmoeders.

Otterouder

Mayer werkt er niet meer, maar in zijn eerste jaren als dier­wetenschapper draaide hij in Monterey nachtdiensten bij de slapende zeeotters, gaf hij angstige jongen de fles en troostte ze. Met een loodgordel om zijn wetsuit nam hij een jong mee de baai in en liet zien hoe je naar schaal- en schelpdieren moet duiken, terwijl zijn leerling van bovenaf toekeek.

Als otterouder beet hij, drijvend op zijn rug, de schalen van levende krabben kapot. Hij legde schelpen op zijn borst en sloeg er met stenen op. ‘Het kwam erop neer dat we voordeden hoe je een zeeotter moet zijn,’ zegt Mayer.

Het hedendaagse probleem met zeeotters is hun enorme eetlust: een volwassen dier eet ongeveer 7,5 kilo vlees per dag.

Ook voor de medewerkers ging het met vallen en opstaan. Wilde zeeotters mogen mensen, wanneer ze die zien of ruiken, niet associëren met bescherming of voedsel. De medewerkers die de baby’s de fles gaven, bedachten daarom een vermomming die doet denken aan het personage Darth Vader uit Star Wars: een zwart masker, handschoenen en een donkere poncho die de vorm van hun lichaam verdoezelt.

Om het contact tussen jongen en hun verzorgers helemaal tot een minimum te beperken, wilden de biologen van het aquarium onderzoeken of volwassen vrouwtjes de opleiding konden ­afmaken.

Dat waren ­dieren in de opvang die om verschillende redenen niet meer konden worden teruggezet maar die wellicht intuïtief nog wel wisten hoe ze jongen moesten grootbrengen, hoe ze de dieren konden leren om naar voedsel te zoeken en warm te blijven, en hoe ze zich moesten gedragen bij soortgenoten in zee.

Geen enkel aquarium had ooit zoiets geprobeerd. Maar de eerste pleegmoeders bekeken hun pleegkinderen eens goed, snapten duidelijk wat de bedoeling was en gingen aan de slag. Dat is ruim twintig jaar geleden.

Een uniek programma

De populatie zuidelijke zeeotters wordt momenteel geschat op drieduizend exemplaren, een bemoedigende, zij het bescheiden stap richting echt herstel. Ze leven verspreid langs de Californische kust.

In de beschermde zeearm in Monterey Bay, waar het aquarium dieren uitzet, leven er zo’n­ honderd tot 150. Wilde zeeotters delen deze plek met ­zeeotters die door pleegmoeders zijn grootgebracht en hun nakomelingen, die er schijnbaar allemaal achter zijn gekomen hoe je krabben openkrijgt en mosselen uit de zachte zeebodem plukt.

zeeotters
Ralph Pace
Twee zeeotter­ jongen zijn aan het stoeien. Ze zitten achter elkaar aan en nemen elkaar om ­beurten op de rug. Hun moeders doen zich intussen tegoed aan de mosselen in Monterey Bay, maar houden hun kroost goed in het oog.

Wanneer er een gebrek is aan stenen om prooien op stuk te slaan, behelpen ze zich met lege mosselschelpen of beuken ze de harde schalen en schelpen tegen de romp van een boot of de steigerpalen in de haven.

Ze redden het. Ze brengen hun jongen groot. Ze eten hun altijd hongerige buik rond. En dat is nu net het hedendaagse probleem met zeeotters: hun eetlust.

Zeeotters zijn echte lekkerbekken

Zeeotters eten veel. Een volwassen zeeotter kan per dag een kwart van zijn lichaamsgewicht aan voedsel op; zogende moeders hebben nog meer nodig. Daarbij zijn de schalen en schelpen van hun prooien niet meegeteld. (Een volwassen dier van dertig kilo eet dus zo’n 7,5 kilo vlees per dag.)

Langs de kust van de Grote Oceaan is de zeeotter een zogenoemde sleutelsoort; dat is een term uit de biologie waarmee dieren of planten worden aangeduid die van groot belang zijn voor het eco­systeem waarin ze leven.

Door hun enorme eetlust en hun prooikeuze kan er een gezond evenwicht ontstaan en behouden blijven in hun habitat. Zo eten zeeotters bijvoorbeeld zee-egels, die zich weer voeden met kelp. Als zeeotters hun aantallen niet in bedwang houden, kunnen zee-egels hele kelpwouden stuk vreten.

Leestip: Zeeotters slopen de zeebodem. En dat is goed nieuws

En onderzoekers komen er nu achter dat kelpwouden, en zeegrassen die gedijen in de buurt van zeeotters, op hun beurt weer cruciaal zijn voor een veerkrachtige oceaan. De kelpbossen vormen veilige kraamkamers voor vissen, zodat het aantal en de variatie in volwassen vissen toeneemt.

Zeegras filtert verontreinigingen uit het water en slaat koolstof op in de bodem. ‘Zeeotters hebben een enorme impact,’ zegt ecoloog Tim Tinker. Hij werkt als docent aan de­ University of California in Santa Cruz (VS) en is een van de vooraanstaandste zeeotterexperts ter wereld.

‘Daarom is het zo belangrijk dat we ze beter begrijpen. Als ze uit een ecosysteem verdwijnen, of erin worden teruggezet, verandert alles. En dat werkt verstorend. Sommige mensen zijn blij met het effect dat ze hebben, andere niet.’

Niet iedereen is blij met de zeeotter

Een goed voorbeeld zijn de commerciële schaal- en schelpdiervissers. ‘Alsof er een atoombom is ontploft,’ vertelt Jeremy Leighton op een middag in een café aan het water. Hij verdient de kost met het duiken naar schelpdieren. ‘Ze vreten de hele omgeving kaal, en het worden er steeds meer.’

Leighton woont in Ketchikan in Alaska. In die staat is hij ook geboren, net als zijn vader en grootmoeder. Onder water raapt hij onder meer zwanenhalsmosselen, grote mosselen die zich diep ingraven, en zeekomkommers.

Zijn werkgebied is het zuidoosten van Alaska, waar mensen de zeeotters tegenwoordig liever kwijt dan rijk zijn. Hier hoor ik ook voor het eerst dat ze worden omschreven als ‘een plaag’ (door een leider van het Haida-­volk) en ‘een ramp’ (door een commerciële krabbenvisser die vanaf zijn boot boos over het water uitkijkt). En de woorden van een man die al bijna veertig jaar in het gebied vist: ‘Eigenlijk zijn het de destructiefste wezens op aarde.’

zeeotters
Kiliii Yüyan
In Kasaan Bay haalt Jared Ellis de zeekomkommers binnen die door Craig Thomas, beroepsvisser en eigenaar van deze commerciële vissersboot, zijn geraapt. Zeeotters, die dol zijn op schelpdieren, hebben zich al naar andere delen van Zuidoost-Alaska verspreid, en af en toe worden ze nu ook hier gezien. ‘Het is een kwestie van tijd voor ze zich ook hier vestigen,’ zegt Ellis, die ’s zomers in de bouw werkt maar van duikvisserij zijn beroep wil maken. ‘En dat is best eng, absoluut.’

Toegegeven, die laatste zin begon met ‘Zeeotters zijn lief en pluizig, net knuffeldieren, maar eigenlijk…’ De woorden komen uit de mond van Ed Hansen, die werkt voor de organisatie Southeast Alaska Fisherman’s Alliance, waar zijn vrouw Kathy directeur is.

Beiden begrijpen waarom de dieren zo populair zijn, maar in hun ogen is het hedendaagse zeeotterverhaal er vooral een van goede bedoelingen die verkeerd zijn uitgepakt. Want anders dan zijn zuidelijke neefjes en nichtjes heeft de noordelijke zeeotter, ook wel Alaskazeeotter genoemd, zich de afgelopen decennia uitermate succesvol voortgeplant in de wateren waar hij ooit verdween.

In een onderzoek uit 2021, dat mede mogelijk is gemaakt door de U.S. Fish and Wildlife Service, wordt het aantal zee­otters in Zuidoost-Alaska becijferd op ruim 27.000 ­dieren. Canadese wetenschappers ­schatten dat er langs de kust van ­British ­Columbia nog eens acht­duizend voorkomen.

De succesvolle voortplanting van de Alaskazeeotter

Hoe komt het dat de noordelijke zeeotter zo veel sterker is teruggekomen dan de zuide­lijke? Dat heeft er ten eerste mee te maken dat de mens zich in dat gebied al ruim een halve eeuw geleden met de dieren is gaan bemoeien. Toen hield de Amerikaanse regering ondergrondse kern­proeven op Amchitka, een eiland op zo’n 1500 kilometer ten westen van het vasteland van Alaska.

Amchitka maakt deel uit van de ­Aleoeten, de archipel waar de bijna-fatale jacht op zeeotters begon. Maar halverwege de jaren zestig was het ook een van de weinige plaatsen ter wereld waar ze nog in het wild voorkwamen: rest­kolonies, zoals biologen die noemen.

De ­golven veroorzaakt door de eerste atoomproef in 1965 kostten aan honderden zeeotters uit die kolonies het leven, waarna het Alaska Department of Fish and Game een bijzondere luchtbrug opzette.

In de zeven jaar erna werden ruim zevenhonderd zee­otters uit de Aleoeten en de Prince William Sound weggehaald, naar het oosten gevlogen en uit­gezet in het noordwesten van de Grote Oceaan, het territorium van hun voorouders.

De otters die in Oregon zijn uitgezet, hebben het niet gered: in 1981 waren ze weggetrokken of dood. In de staat Washington vestigden ze langs een deel van de kust en nemen ze langzaam maar gestaag in aantal toe.

In het zuidoosten van Alaska en British Columbia zijn otters vrijgelaten in baaien en zee-engtes, en dat bleek de ideale, beschermde omgeving voor een snelle – volgens sommige inwoners explosieve – groei van de populatie.

De vrouwtjes kregen jongen (gemiddeld zeven tot tien in hun hele leven), de jongen werden volwassen en kregen ook weer jongen. Op zoek naar voedsel verspreiden de uitdijende kolonies zich naar andere baaien en zee-engtes.

Bescherming in de wet

In een wet die in 1972 werd ingediend ter bescherming van zeezoogdieren, de Marine Mammal ­Protection Act, staat het volgende over het doden van die dieren: het is verboden, een misdrijf. Je mag een zeezoogdier ook niet ‘verstoren’. Dat geldt dus ook voor de otter.

Er geldt een klein aantal uitzonderingen. Zo mag de inheemse bevolking van Alaska op zeeotters jagen ‘ten behoeve van het eigen levensonderhoud’ of voor de vervaardiging van ‘authentieke inheemse kledingstukken en kunstnijverheid’.

zeeotters
Kiliii Yüyan
Bontkunstenaar Christy Ruby, die behoort tot de ­Tlingit, vaart na een dag jagen bij Prince of Wales Island naar huis. Als inheemse mag ze zeeotters doden, mits die worden gebruikt voor het levensonderhoud van haar volk of voor traditionele kunstnijverheid – in haar geval het maken van kleding. ‘Ik dood ze niet lichtvaardig,’ zegt Ruby. ‘Het is iets van mijn voorouders. Het zit in mijn bloed.’

Dat houdt in dat ze de dieren mogen villen, maar dat ze de pels alleen mogen verwerken op manieren die door de wet zijn voorgeschreven. Daarmee stelt de wet dus ook dat je alleen kunt toekijken wanneer zeeotters zich tegoed doen aan je inkomstenbron, of je nu een inheemse inwoner van Alaska bent of niet. In Canada gelden vergelijkbare regels, alleen wordt daar géén uitzondering gemaakt voor de inheemse First Nations.

Vooruitgang door cultureel programma

‘In de wet is geen rekening gehouden met een mogelijk overschot aan zeeotters,’ zegt Mike Miller, lid van de Sitka Tribal Council en voorzitter van de Indigenous People’s Council for Marine Mammals. ‘Maar als je kijkt welke invloed zeeotters in het algemeen hebben op de gezondheid van de oceaan, dan zit er ook een positieve kant aan. Ergens moet er dan toch een evenwicht zijn.’

Miller is betrokken bij een cultureel programma om de inheemse zeeotterjacht en bontbewerking te stimuleren. Die zijn nog toegestaan, hoewel het een uitdaging was om die branche economisch rendabel te maken met alle beperkingen die er worden gesteld aan het verkrijgen en het gebruik van de huiden.

Daarnaast volgt hij de situatie voor de kust bij zijn woonplaats Sitka op de voet. Aan het begin van deze eeuw vraten de oprukkende zeeotters massaal de schelpdieren weg die de plaatselijke bevolking al generaties lang raapte.

Maar sinds kort neemt het aantal zeeotters in de Sitka Sound af en vertoont de schaal- en schelpdierenstand vooruitgang. Komt dat doordat de inheemse jagers, aan­ gespoord door het culturele programma, met name daar zeeotters schieten? En is de jacht te kleinschalig om ze uit de Sound weg te vagen, maar voldoende om ze te waarschuwen dat ze moeten wegblijven?

Zeeotters zijn heel schattig, maar zeker niet gek

‘Zeeotters zijn slim,’ zegt Miller. ‘We hoefden ze niet allemaal onschadelijk te maken.’ Zowel de inheemse stammen als wetenschappelijk onderzoek bevestigen de theorie dat zeeotters leren welke plaatsen gevaarlijk zijn en dat ze die op den duur vermijden, en dat de inheemse bevolking in het verleden op specifieke plaatsen op zeeotters heeft gejaagd om er de schaal- en schelpdieren te beschermen.

Het staat als een paal boven water dat er in hun omgeving grote aantallen ­zeeotters én schaal- en schelpdieren voorkwamen – lang geleden, toen er nog geen koeltransporten bestonden en de rest van de wereld het voedsel van de otters nog niet had ontdekt als delicatesse.

Leestip: Deze drie miljoen jaar oude schelp voorspelt: onze zomers worden alsmaar warmer

Miller neemt nu deel aan het overleg tussen de ‘zeeotterstakeholders’ in Zuidoost-Alaska, zoals ze zichzelf noemen: ambtenaren van het ministerie, leden van de stammen, wetenschappers en commerciële vissers. Samen werken ze aan een nieuw plan om de natuurlijke rijkdommen te delen met een belangrijke diersoort die bijna was uitgeroeid door de mens.

Mensen en zee­otters moeten opnieuw uitvinden hoe ze kunnen samenleven

De gesprekken in Alaska hebben niet tot concrete afspraken geleid, maar worden zuidelijker aan de westkust, met name rond San Francisco Bay en aan de kust van Oregon, nauwlettend gevolgd.

Deze gebieden worden serieus in overweging genomen als locatie voor de herintroductie van zeeotters. In de wateren, die rijk zijn aan schaal- en schelpdieren, hebben ooit duizenden zeeotters geleefd – misschien kan dat wel weer.

In beide regio’s kunnen gezonde kolonies zeeotters een positieve invloed hebben op de waterkwaliteit en de flora en tegelijkertijd toeristen aantrekken. De voorzichtige reactie van de lokale duikersbranche en krabbenvissers luidt: wij maken ook deel uit van het ecosysteem.

‘We zijn niet fel tegen de herintroductie van zeeotters,’ zegt Tim Novotny, directeur van de Oregon ­Dungeness Crab Commission. Hij voert momenteel gesprekken met de Elakha Alliance, een groep milieubeschermers, onderzoekers, kustexperts en stamhoofden die bekijkt of er opnieuw een poging kan worden gedaan om de zeeotter terug te brengen. ‘De grootste zorg is dat we geen drijvende tijdbom van harige krabben­eters in het water willen loslaten.’

De voorzitter van het verbond, Robert Bailey, zegt dat hij en zijn collega’s zo veel mogelijk willen leren van de ervaringen in Alaska. Ze willen zeeotters beschouwen als ‘schatten van ons allemaal’, en tegelijkertijd herintroductieplannen opstellen waarin menselijke schaal- en schelpdierenvissers niet al te veel van hun vangsten kwijtraken.

zeeotters
Kiliii Yüyan
Een groep zeeotters, zoals hier in ­Halibut Cove (Alaska), wordt een raft genoemd. Meestal bestaat deze bijna compleet uit­ dieren van hetzelfde geslacht: vrouwtjes met jongen en één territoriaal mannetje, of alleen mannetjes. Ze ver­zorgen hun vacht, ­rusten, en gaan op zoek naar voedsel. Veel voedsel, tot frustratie van schelpdiervissers. ‘Mensen en zee­otters moeten opnieuw uitvinden hoe ze kunnen samenleven,’ aldus onderzoeker Tim Tinker.

Hoe dan ook moeten de zeeotters op strategische plekken worden uitgezet, zegt Bailey, en moet de ­populatie nauwlettend in de gaten worden gehouden. ‘We willen de impact van hun komst zo veel mogelijk beperken,’ voegt hij eraan toe.

Waar moeten die nieuwe zeeotters vandaan komen? Bijvoorbeeld uit populaties waar otters als 820 deel van uitmaken. Op een zorgvuldig beheerde locatie zouden dus zeeotters uit de opvang in het Monterey Bay Aquarium kunnen worden vrijgelaten.

Twee andere aquaria aan de westkust van de VS zijn eenzelfde ­programma als dat in Monterey aan het ontwikkelen. Geredde jongen worden er door pleegmoeders grootgebracht.

Hoe gaat het nu met otter 820?

Het liefst zou ik nu vertellen dat 820 voor het laatst is gezien toen ze prinsheerlijk rondzwom in ­Monterey Bay, en dat ze krabben op haar buik stuksloeg. Jammer genoeg is het anders gelopen.

In lijn met de traditie van haar soort wist 820 ternauwernood te overleven: een paar weken na haar tweede vrijlating klom ze, gewond en uitgemergeld, een nabijgelegen steiger op. Ze was gebeten door een haai en had parasieten.

Ze werd opnieuw gered, de medewerkers van het aquarium zorgden dat ze erbovenop kwam en daarna werd 820 formeel ongeschikt verklaard voor het leven in de vrije natuur. Ze woont nu in een buitenbassin omgeven met rotsen in­ SeaWorld San Diego.

Ze heeft ook een naam in letters gekregen. Na een enquête onder bezoekers kreeg ze de naam Nova. Shirley Hill, een van de dierenverzorgers in SeaWorld, zegt dat Nova weliswaar eten van de ­andere dieren probeert af te troggelen, maar dat ze zelfs de oudste zeeotter uit het bassin, die nogal afstandelijk is aangelegd, voor zich heeft gewonnen.

De laatste keer dat ik Nova zag, zwom ze rond met een plastic buis gevuld met ijsblokjes met daarin stukjes zeeoor en octopus. De verzorgers gooien de koker in het bassin, de otters slaan ermee, krijgen zo het vlees los en vissen het dan uit de buis.

Nova had duidelijk besloten om er eerst even mee te spelen. Ze balanceerde het ding op haar buik, duwde er met haar neus tegenaan en sloeg ermee tegen het glas. De bezoekers wezen en lachten, en een man tilde het meisje naast hem op zodat ze het beter kon zien. ‘Wat ontzettend schattig,’ zei hij.

Ralph Pace en Kiliii Yüyan kregen een vergunning van de U.S. Fish and Wildlife Service om hun werk te kunnen doen.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!