24 maart 2014
Mimicry is alomtegenwoordig in de wereld van de biologie. Leeuwen gebruiken camouflage om onzichtbaar te worden op de savanne, kikkers gebruiken mimicry om net zo groen te worden als hun omgeving. En de beroemdste, de kameleon, verandert zelfs van kleur om te verdwijnen tegen hun achtergrond. Onderzoekers zijn sinds lange tijd gefascineerd door mimicry. Voor sommige tijdgenoten van Darwin, zoals de naturalist Alfred Russel Wallace, waren het mimicry en camouflage die hem hielpen te geloven in de kracht van natuurlijke selectie. De natuur selecteert succesvolle eigenschappen. Insecten die niet opvallen in hun omgeving worden minder vaak opgegeten en hebben meer kans om hun genen - en hun natuurlijke vermomming - door te geven aan de volgende generaties. Maar volgens een gisteren gepubliceerd onderzoek blijkt dat een bepaald type mimicry al veel eerder voorkwam dan de meeste experts geloofden, namelijk al ten tijde van de dinosaurussen.
Dit wandelende blad (Phyllium giganteum) past niet alleen perfect bij de vormen en kleuren van zijn omgeving, maar hij wiegt ook heen en weer als hij loopt, om zoveel mogelijk te lijken op een echt blad in de wind.
De lantaarndrager (Fulgora sp.) links is goed gecamoufleerd op de stam van zijn gastheer in het Nationaal Park Soberania in Panama. In een verdedigende houding toont de lantaarndrager rechts plotseling grote oogvlekken in een poging hongerige rovers af te schrikken.
Kijk goed om de orchidee-bidsprinkhaan (Hymenopus coronatus) te vinden. Terwijl sommige insecten hun camouflage gebruiken om zich in een bloem te verstoppen, doet de orchidee-bidsprinkhaan juist delen van een orchidee na om prooien te lokken. Zijn vier looppoten lijken op bloemblaadjes.
Deze groene rups (Tanaecia sp.) gaat mooi op in zijn omgeving. De hoge mate waarin insecten camouflage hebben ontwikkeld, fascineert wetenschappers al lange tijd. In de woorden van de bekende wetenschapper E.O. Wilson: “Elk kind heeft een insecten-fase. Ik ben gewoon nooit over de mijne heen gegroeid."
Wie lust er een dood blaadje? De meeste dieren niet. De dood-blad vlinder (Kallima sp.) is een goede naam voor de vlinder, vanwege de kleur van zijn gesloten vleugels.
De korstmos gekleurde sabelsprinkhaan combineert perfect met zijn korstmos ingelegde boom als gastheer om zich te verbergen voor roofdieren. De gecamoufleerde sabelsprinkhaan eet zelfs het korstmos.
Wandelende takken beschermen zichzelf in de natuur doordat ze lijken op takken en twijgen. Als toevoeging aan hun vermomming, lopen ze langzaam, zodat het net lijkt alsof de takken zwaaien in de wind.