Op 11 maart 2011 vond in de Japanse prefectuur Fukushima de op een na grootste kernramp in de geschiedenis plaats, na die in Tsjernobyl. Dat gebeurde na een zeebeving met een kracht van ongeveer 9,1 op de momentmagnitudeschaal. De daaropvolgende tsunami veroorzaakte een kernsmelting in drie van de kernreactoren van Fukushima. Meer dan 160.000 mensen werden geëvacueerd, van wie velen nooit meer naar hun huis terugkeerden.

De natuur leeft op

Hoewel de omgeving door de hoge stralingsniveaus onbewoonbaar is geworden voor de mens, heeft de natuur zich in rap tempo hersteld – juist door de afwezigheid van de mens. Wilde zwijnen, Japanse makaken en wasbeerhonden komen veelvuldig voor in de no-go-zone. Uit een studie uit 2020 bleek dat deze soorten hier vaker voorkomen dan in omliggende bewoonde gebieden, ondanks de straling.

Leestip: De zichtbare gevolgen van de kernramp in Tsjernobyl

De Japanse fotograaf Manabu Sekine legde de heropleving van de natuur vast in de verlaten regio rondom het dorp Iitate, waar de meeste bewoners werden geëvacueerd. Zijn foto’s laten zien hoe planten en dieren de overhand hebben gekregen in het gebied.

Leestip: Op bezoek in Doel, het Belgische spookdorp dat geen spookdorp is

Ondanks de straling bloeien in de lente grote velden met rododendrons, terwijl hazen en wilde zwijnen onderdak vinden in de verlaten huizen. Hoewel de natuur floreert, blijft de vraag wat de langetermijneffecten zijn op de gezondheid van deze dieren.

Bekijk hieronder de beelden van Manabu Sekine uit Fukushima.

bloemen groeien in oude schuur in nagadoro

Steun de missie van National Geographic en krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium. Word nu lid!