Eén ding staat vast: Día de los Muertos, oftewel de Dag van de doden, is niet een Mexicaanse versie van Halloween.
Hoewel er wel een verband bestaat tussen de feestdagen, zijn er grote verschillen in de bijbehorende tradities en sfeer. Bij het op de laatste avond van oktober gevierde Halloween hoort griezelen en kattenkwaad, terwijl Día de los Muertos op de eerste twee dagen van november wordt gevierd met een explosie van kleur en levensvreugde. Het thema is natuurlijk de dood, maar het feest draait om het betonen van liefde en respect aan overleden familieleden. In dorpen en steden in heel Mexico dossen feestvierders zich fraai uit, er zijn optochten en feesten, er wordt gezongen en gedanst en er worden offers gebracht aan dierbare overledenen.
De rituelen staan bol van de symbolische betekenis. Hoe meer je weet van dit feest voor de zintuigen, hoe meer je ervan kunt genieten. Dit zijn tien belangrijke wetenswaardigheden over het meest kleurrijke jaarlijkse evenement in Mexico.
1. De historie van de feestdag gaat duizenden jaren terug
Día de los Muertos stamt van enige duizenden jaren geleden, van de Azteekse, Tolteekse en andere Nahua-beschavingen. Rouwen om de doden werd door deze volken gezien als een teken van disrespect, voor deze culturen was de dood een natuurlijke fase in het lange continuüm van het leven. De doden, die door herinneringen en gedachten in leven worden gehouden, bleven deel uitmaken van de samenleving. Tijdens Día de los Muertos kwamen ze tijdelijk terug op aarde.
De huidige viering van Día de los Muertos is een mengelmoes van christelijke feestdagen en religieuze riten van deze oude culturen. Het feest wordt gevierd op 1 en 2 november, Allerheiligen en Allerzielen op de katholieke kalender, rond de tijd van de maisoogst in het najaar.
2. Het feest is door UNESCO erkend.
Niet alleen monumenten en objecten kunnen cultureel erfgoed zijn. Volgens de UNESCO (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization) vallen ook levende uitingen van cultuur (tradities) onder deze definitie.
In 2008 erkende UNESCO het belang van Día de los Muertos, door de feestdag op te nemen in de lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. Tegenwoordig wordt Día de los Muertos gevierd door alle Mexicanen, ongeacht hun religieuze of etnische achtergrond, maar in de kern is de feestdag een erkenning van de inheemse volken.
3. Altaars zijn een belangrijk onderdeel van de traditie...
De belangrijkste voorwerpen tijdens de viering zijn altaars, oftewel ofrenda, die in woningen en op begraafplaatsen worden opgericht. Ze zijn niet bedoeld voor het houden van diensten, hun doel is om de geesten terug te verwelkomen in het land der levenden. Ze staan dan ook vol met offergaven: water waarmee de doden hun dorst kunnen lessen na hun lange reis, eten, familiefoto’s en een kaars voor elk dood familielid. Als een van de geesten een kind is, kun je ook speeltjes op het altaar vinden.
Goudsbloemen zijn de belangrijkste bloemen om het altaar mee te versieren. Van het altaar tot het graf worden blaadjes van goudsbloemen uitgestrooid, om de rondzwevende zielen terug te leiden naar hun rustplaats. De opstijgende rook van kopalwierook, gemaakt van boomhars, neemt het eerbetoon en de gebeden mee en zuivert de omgeving rond het altaar.
4. ... en dat geldt ook voor literaire calaveras...
Calavera betekent ‘schedel.’ Maar in de achttiende en het begin van de negentiende eeuw werd ‘calavera’ gebruikt om een kort, grappig gedichtje mee aan te duiden. Vaak waren dat sarcastische grafschiften die in kranten werden gepubliceerd en waarin levenden op de hak werden genomen. Deze literaire calaveras werden uiteindelijk een populair onderdeel van de viering van Día de los Muertos. Ook tegenwoordig is deze gewoonte nog springlevend. De slimme, bijtende gedichten worden gepubliceerd, voorgelezen of uitgezonden tijdens tv- en radioprogramma’s.
5. ...vooral de calavera Catrina.
In het begin van de twintigste eeuw maakte de Mexicaanse politiek cartoonist en lithograaf José Guadalupe Posada een ets bij een literaire calavera. Zijn personificatie van de dood had een chique Franse jurk aan en hij noemde haar Calavera Garbancera. Het was een sociaal commentaar op de manier waarop de Mexicaanse hogere kringen de Europese stijl nabootste. ‘Todos somos calaveras,’ is een quote die vaak aan Posada wordt toegeschreven. Dat betekent ‘we zijn allemaal skeletten’: onder al onze zelfgemaakte franje, zijn we allemaal gelijk.
In 1947 nam kunstenaar Diego Rivera het gestileerde skelet van Posada op in zijn muurschildering en meesterwerk ‘Sueño de una Tarde Dominical en la Alameda Central’. De skeletbuste van Posada kreeg een grote hoed op en Rivera noemde de vrouw Catrina, wat slang was voor ‘de rijken.’ Tegenwoordig is de calavera Catrina, oftewel de elegante schedel, een van de symbolen die het vaakst te zien is tijdens de Día de los Muertos.
6. Familieleden nemen eten mee naar de doden.
Je krijgt flinke trek en dorst van de reis van de geestenwereld naar het land der levenden. Dat is tenminste wat traditioneel wordt gedacht in Mexico. Bij sommige families wordt het lievelingseten van een overleden dierbare op het altaar gezet. Ander eten dat vaak als offer dient:
Pan de muerto, oftewel dodenbrood. Dit is speciaal zoet brood (pan dulce), vaak met anijszaadjes, dat is versierd met van deeg gemaakte botten en schedels. Soms vormen die botten een cirkel, wat staat voor de levenscyclus. Kleine traantjes van deeg symboliseren het verdriet.
Met de komst van zeventiende-eeuwse Italiaanse missionarissen kwam ook de traditie van versierd suikergoed, waaruit de schedels van suiker ontstonden. Ze worden met behulp van mallen gemaakt en versierd met allerlei kleuren, en zijn er in allerlei formaten en niveaus van complexiteit.
Tijdens het feest wordt vaak pulque gedronken, een zoete gistdrank op basis van agavesap, of atole, een dunne, warme pap van maismeel met ongeraffineerde rietsuiker, kaneel en vanille. Ook warme chocolademelk is een traditioneel drankje voor de feestdag.
7. Mensen verkleden zich
De Dag van de Doden is een feestdag die zowel overdag als ‘s nachts gezamenlijk wordt gevierd, ook op straat en op pleinen. Het hoort erbij om je als skelet te verkleden. Jong en oud laten hun gezicht kunstig tot schedel schminken en trekken, in navolging van calavera Catrina, fraaie pakken en chique jurken aan. Veel feestvierders hebben schelpen op hun kostuum of andere voorwerpen die geluid maken, ter verhoging van de feestvreugde, en wellicht ook om de doden te wekken en ze in de buurt te houden tijdens het feest.
8. De straten worden versierd met papel picado.
Je kent deze fraaie Mexicaanse papierkunst waarschijnlijk wel van Mexicaanse restaurants. De letterlijke vertaling, doorgeprikt papier, is een perfecte beschrijving van de manier waarop het gemaakt wordt. Vakmensen leggen gekleurd, dun papier in tientallen lagen op elkaar en slaan er vervolgens gaatjes in. Papel picado wordt niet alleen tijdens Día de los Muertos gebruikt, maar speelt wel een belangrijke rol bij de feestdag. Het wordt gebruikt om altaars en straten te versieren en staat voor de wind en de kwetsbaarheid van het leven.
9. Er is een beroemde optocht in Mexico-Stad.
Día de los Muertos is populairder dan ooit, zowel in Mexico zelf als daarbuiten. De culturele non-profitorganisatie Mano a Mano: Mexican Culture Without Borders uit New York organiseert al ruim tien jaar de grootste Día de los Muertos-viering in de Amerikaanse hoofdstad.
Maar voor de meest authentieke vieringen moet je in Mexico zijn. Mocht je dit jaar in Mexico-Stad zijn in het weekend vóór Día de los Muertos, ga dan vooral kijken bij de grootse optocht en geniet van de livemuziek, fietstochten en andere festiviteiten door de hele stad.
10. Ook andere gemeenschappen kennen een unieke viering.
Día de los Muertos wordt gevierd in talloze Mexicaanse gemeenschappen, maar de stijl en gewoonten verschillen per regio, afhankelijk van de inheemse cultuur. Dit zijn enkele plekken waar het feest op een kleurrijke, mooie manier wordt gevierd:
Pátzcuaro: Een van de aangrijpendste vieringen van Dag van de Doden vindt elk jaar in Pátzcuaro plaats, in een gemeente in de staat Michoacán op zo’ n 350 kilometer ten westen van Mexico-Stad. Inheemse bewoners uit de omgeving komen samen op de oever van het meer Pátzcuaro, waar ze in volle kano’s stappen die voorzien zijn van een enkele kaars. Ze peddelen naar een klein eilandje genaamd Janitzio en waken de hele nacht op de inheemse begraafplaats.
Mixquic: In deze buitenwijk van Mexico-Stad worden de klokken geluid van het oude Augustijner klooster. Daarop gaan de leden van de gemeenschap met kaarsen en bloemen naar het plaatselijke kerkhof, waar ze de graven van hun dierbaren schoonmaken en versieren.
Tuxtepec: Dit kleine stadje in het noordoosten van de staat Oaxaca staat bekend om zijn kleden van zaagsel. Dagenlang zijn inwoners bezig om gekleurd zaagsel,
bloemblaadjes, naalden van bomen en ander natuurlijke materialen in prachtige, kleedachtige patronen op straat te leggen. Deze zaagselkleden, die van oorsprong werden gemaakt voor belangrijke processies, worden tijdens Día de los Muertos gelegd om voor een wedstrijd te worden beoordeeld.
Aguascalientes: Deze geboorteplaats van kunstenaar José Guadalupe Posada ligt op zo'n 225 kilometer ten noorden van Guadalajara. Hier wordt Día de los Muertos bijna een week lang gevierd tijdens het Festival de Calaveras (Schedelfestival). Het hoogtepunt van het feest is een grote optocht van schedels in de Avenida Madero.
Noot van de redactie: Dit verhaal werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op 26 oktober 2017. Dit is een bewerkte versie.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com