Elk land heeft zo zijn eigen delicatessen. Sommige daarvan zijn voor buitenstaanders maar lastig te op waarde te schatten. Neem haring: hier zijn we er dol op, maar veel toeristen maak je er niet blij mee. Andersom zijn er over de grens genoeg lekkernijen waar wij ons maar weinig bij kunnen voorstellen. Wat te denken van de onderstaande zes?

1. Kiviak (Groenland)

Kiviak is een traditioneel gerecht dat de Inuit in Groenland hielp om de barre winters door te komen. Van oudsher bonden de Inuit honderden kleine alken – een zeevogel (Alle alle) – in een zeehondenhuid. De dieren werden begraven en in drie tot achttien maanden gefermenteerd. De bereiding is een arbeidsintensieve taak. Het vereist veel ervaring om veilig te kunnen conserveren.

Leestip: Waarom dieren baat hebben bij het eten van poep – en sommige mensen ook

De zeevogels worden meestal met veren en al gegeten. Het vlees is mals en de botten zijn zo zacht geworden dat ze gemakkelijk zijn te kauwen en door te slikken. De smaak is intens en wordt vaak vergeleken met een zeer sterke blauwe kaas. Tegenwoordig wordt kiviak vooral gegeten bij speciale gelegenheden, als onderdeel van de culturele traditie.

2. Gefrituurde tarantula (Cambodja)

Bang voor spinnen? Dan kun je deze delicatesse beter overslaan. In Cambodja – vooral in de stad Skuon in de provincie Kampong Cham – zijn gefrituurde vogelspinnen populair. De Thaise zebravogelspin (Haplopelma albostriatum) is daarbij het geliefdst: in tegenstelling tot veel andere vogelspinnen heeft dit beestje geen irriterende brandharen.

Het eten van vogelspinnen kent een opmerkelijke geschiedenis. In de jaren zeventig, tijdens het bewind van de Rode Khmer, zorgde hongersnood ervoor dat mensen alles aangrepen om te overleven. Vogelspinnen bleken verrassend voedzaam en zijn sindsdien onderdeel geworden van de Cambodjaanse keuken.

Leestip: Dierenleed als traditie: deze 5 praktijken zijn legaal in Europa

gefrituurde tarantula
Getty Images
De pootjes zijn knapperig en er wordt gezegd dat de kop en het lichaam qua smaak naar krab neigen. Sommige mensen vergelijken de smaak met kip of noten. De buik is vaak minder geliefd.

3. Babymuizenwijn (China)

Deze rijstwijn bevat een wel heel opmerkelijk ingrediënt: blinde, haarloze babymuisjes. Ze worden dikwijls levend in een vat gedaan om vervolgens minimaal een jaar te rijpen. Muizenwijn wordt niet om de smaak gedronken, maar vanwege de vermeende gezondheidsvoordelen: zo zou het helpen tegen astma en leverziekten. Wetenschappelijk bewijs voor deze helende werking ontbreekt echter.

Leestip: Op deze markt in Myanmar kun je beter geen eten kopen

De smaak van babymuizenwijn is net zo intens als je je kunt voorstellen: het zou doen denken aan benzine met een nasmaak van rottend vlees. De geur is al net zo intens. Muizenwijn wordt vooral gedronken in Zuid-China (Guangzhou), maar kwam ook voor op het Koreaanse schiereiland.

muizenwijn
Getty Images
Babymuizenwijn is eigenlijk geen delicatesse, maar een traditioneel medicijn.

4. Casu martzu (Sardinië)

Gek op schimmelkaas? Casu martzu, letterlijk vertaald ‘rottende kaas’, is een traditionele schapenkaas uit Sardinië die wordt gegeten met levende maden. Een blok pecorinokaas wordt eerst opengesneden en buiten gezet om kaasvliegen (Piophila casei) aan te trekken, die er vervolgens eitjes in leggen.

Wanneer de eitjes uitkomen, geven de maden de kaas een zeer sterke smaak en textuur. Ze voeden zich met de kaas en ontlasten een zure substantie, waardoor de harde kaas zacht en smeerbaar wordt.

Eet je een bescheiden hoeveelheid van dit Sardijnse culturele erfgoed? Dan vormt het niet direct een gevaar voor je gezondheid. Toch heeft de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid casu martzu verboden, vanwege het risico op parasitaire infecties en voedselvergiftiging. Wil je de kaas toch proeven? Dan zul je naar Sardinië moeten afreizen. Daar wordt casu martzu nog altijd oogluikend verkocht.

casu marzu
Getty Images
Het wordt afgeraden om casu marzu te eten als de maden al dood zijn.

5. Mongolian Mary met schapenoog (Mongolië)

Een avondje flink doorgehaald? Probeer dan eens een Mongolian Mary. Dit bijzondere brouwsel uit Mongolië bestaat uit tomatensap en ingelegde schapenogen en zou wonderen doen tegen een kater. De ogen zijn namelijk rijk aan antioxidanten, vitamine C en vitamine A. Het sapje vind zijn oorsprong in de tijd van Dzjengis Khan, maar de tomaten zijn een moderne toevoeging.

Leestip: Wanneer is de mens begonnen met chocola eten?

Benieuwd naar de smaak? Het oog zelf heeft nauwelijks smaak, maar vooral de structuur is opvallend. Tijdens het kauwen barst het oog namelijk open en komt er een gelachtig vocht vrij.

koeienoog
Getty Images
Mongolian Mary zou het ideale drankje zijn tegen een kater.

6. Balut (Filipijnen)

Balut is populair streetfood in de Filipijnen en andere delen van Zuidoost-Azië. Het wordt traditioneel gezien als lustopwekker en middel tegen een kater. Balut is een bevrucht eendenei met een bijna volledig ontwikkeld embryo. Het ei wordt doorgaans 14 tot 21 dagen bebroed en vervolgens in de schaal gekookt en gegeten.

Eerst drink je het vruchtwater rechtstreeks uit de schaal, daarna worden zowel de dooier als het eendenembryo opgegeten. De botjes en het snaveltje zijn op dat moment nog zacht genoeg om te eten.

balut
Getty Images
Je kunt balut op verschillende markten in de Filipijnen en Zuidoost Azië vinden.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!